“Ik zou niet zo ver willen gaan om de uitspraak van Bijleveld als een blunder te betitelen, maar ‘ongelukkig’ is weer wat zwak uitgedrukt”, zegt ir. Leonie van de Ven, als universitair docent verbonden aan afdeling Vastgoedbeheer van de TU/e-faculteit Bouwkunde. “Deze uitspraak maakt meer stuk dan het oplevert. Je moet bedenken dat er met man en macht wordt geprobeerd om gebieden als Zuid-Limburg leefbaar en aantrekkelijk te houden en daar dragen de woorden van de staatssecretaris zeker niet aan bij: als je in die positie zo’n voorspelling doet, wordt het vanzelf werkelijkheid. Je kunt het ook zien als een klap in het gezicht van de mensen die in krimpgebieden wonen en daar ook willen blijven wonen; ze worden als het ware afgeschreven.
Er is wel degelijk een probleem, dat wil ik ook niet ontkennen. Laten we eens naar Zuid-Limburg kijken. Toen de mijnen in Zuid-Limburg opengingen, zijn ontzettend veel mensen naar de regio gehaald, niet alleen uit de rest van Nederland, maar ook uit Tsjechië en Polen. Nu die werkgelegenheid is weggevallen, trekken veel jonge mensen naar steden op zoek naar werk. Die kun je alleen maar voor de regio behouden door te zorgen voor werkgelegenheid. In Zuid-Limburg kan bijvoorbeeld het Avantisterrein bij Heerlen, een grensoverschrijdend industrieterrein met een focus op duurzaamheid, daarin een belangrijke rol spelen. Daar redden we het echter niet mee nu de regering qua ontwikkeling de focus op de randstad heeft gelegd.
Je moet proberen om de krimpgebieden op een andere manier in de markt te zetten, door bijvoorbeeld wonen met zorg of met recreatie te combineren. Daarvoor is het mooie Zuid-Limburg zeker aantrekkelijk. In tegenstelling tot wat Bijleveld zegt, moet je wel blijven bouwen: je moet alleen geen extra woningen toevoegen, maar je moet wel een kwaliteitsslag maken. Er zijn gewoon veel huizen die niet meer van deze tijd zijn, zoals de ‘gezellenwoningen’ in Limburg. Daar wil niemand meer in wonen omdat ze te klein zijn. Je moet dus juist in krimpgebieden doorgaan met het vervangen van het woningenbestand, op zoek naar nieuwe niches in de markt. Op dat vlak zijn echt nog wel mogelijkheden.” (TJ)/.
Ir. Leonie van de Ven. Foto: Paul Bloemen
|