spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

TU/e en Rode Kruis ontwikkelen betere noodtent

Een door de TU/e ontwikkeld noodonderkomen voor humanitaire doeleinden is onlangs door het Rode Kruis aangewezen als een nieuwe internationale standaard in ‘emergency shelters’. Het Rode Kruis zal de kleine en grote versie van de noodtent voortaan gaan gebruiken bij rampen en noodsituaties in de hele wereld. De TU/e heeft de simpele maar effectieve tenten in de afgelopen twee jaar ontwikkeld in nauwe samenspraak met het Rode Kruis. Vanuit de hele wereld is interesse voor dit project.
Eelko Brouwer, Mi-Sue Akkerman en Peter Erkelens (van links naar rechts). Foto: Bart van Overbeeke

Eelko Brouwer, disaster management advisor en coördinator international relief bij het Nederlandse Rode Kruis, is door zijn organisatie afgevaardigd om praktische adviezen te geven. Hij is één dag in de week aan de TU/e werkzaam als fellow. Bij de mensen van de faculteit Bouwkunde die aan het shelter-project werken, staat hij bekend als ‘het orakel’.

“Onze ideale noodtent moet voldoen aan een aantal zware eisen”, legt Brouwer uit. “Hij moet zonder veel training snel op te zetten zijn, liefst door de plaatselijke bevolking zelf met een beetje hulp van ons. Een noodtent moet de effecten van het weer buiten kunnen houden en minstens drie jaar meegaan”, legt hij uit.

Momenteel moet een team van tien getrainde mensen twee dagen werken om een groot ‘community center’ op te zetten, legt Brouwer uit. Hierin kan bijvoorbeeld medische hulp worden geboden. “De huidige tenten vragen langdurige training en gebruikmaking van machines om ze op te zetten”, zegt Brouwer. “De nieuwe tent die wij hier hebben ontwikkeld, kan in één dag door een medewerker, na een training van één dag, worden opgezet samen met mensen ter plaatse. De bogen van de tent kunnen in elkaar geklikt worden en met lieren overeind worden gehesen. Buiten de lieren zijn er geen andere machines voor nodig. Alles wordt vanaf de grond opgebouwd, dus kunnen er geen ongelukken ontstaan met mensen die van een hoog punt in de tent naar beneden vallen.”

Het projectteam dat hieraan werkt bij de faculteit Bouwkunde, gaat samen met het bedrijf Booghal BV dat de tent produceert, een prototype bouwen op het terrein van de universiteit. Dat gebeurt in maart. Dan zal blijken of de noodtent voldoet aan de verwachtingen. “We hebben het ontwerp natuurlijk goed uitgewerkt, maar in deze fase kom je altijd dingen tegen en zullen details gecheckt en soms aangepast worden”, vertelt Jelle van der Brugge, directeur van Booghal BV. Zijn bedrijf zal de productie van de noodtent uitvoeren voor het Rode Kruis.

Booghal is succesvol met een revolutionair soort goedkopere én betere stallen (zie daarvoor ook Cursor 19 van 11 februari - red.), die net als de noodtent gebaseerd zijn op een eenvoudige boogconstructie. De klimaatbeheersing voor verschillende dieren wordt op een geavanceerde manier aangepakt.

Momenteel kijkt het Rode Kruis ook naar de mogelijkheden van het gebruik van speciaal geprepareerd karton in plaats van het huidige tentzeil, zoals dat ook wel wordt gebruikt voor vrachtwagens. Brouwer: “Er is eigenlijk voortdurend tekort aan tentdoek, omdat het steeds langzaam vergaat door het product waarmee het wordt behandeld. De hele hoeveelheid tentdoek die we in de hele wereld hebben, zou in één week door een kartonfabriek geproduceerd kunnen worden. Karton is ook robuuster en goedkoper in gebruik.”

De samenwerking tussen het Rode Kruis en de TU/e is van start gegaan na een symposium over noodtenten in 2007. “De faculteit Bouwkunde heeft zeer specifieke kennis over allerlei soorten bouw in allerlei omstandigheden, maar niet over de bouw na een ramp. Op dat gebied zijn wij weer kundig”, aldus Brouwer. “De universiteit heeft de capaciteit om innovaties te ontwikkelen en te testen.”

Mi-Sue Akkerman, beleidsmedewerker aan de faculteit Bouwkunde: “Met een zak geld kun je alles. Maar aan deze tent worden hoge eisen gesteld, terwijl het budget zo laag mogelijk moet blijven om zoveel mogelijk mensen te kunnen helpen. Op dat vlak kunnen ervaren onderzoekers van onze universiteit het verschil maken.”

Aan de TU/e is een zogeheten ‘shelter research group’ met het project bezig. Momenteel bestaat uit die groep uit zeven stafleden en een afstudeerder. Het gaat om Peter Erkelens, Mark Cox, Eelko Brouwer, Tim de Haas, Vince Limpens, Roel Gijsbers en Mi-Sue Akkerman. De eerste twee afstudeerders die hierbij betrokken waren, Harm Hulsbergen en Peter Kok, zijn inmiddels afgestudeerd. Van der Brugge is intensief met het team in de weer. “We zitten middenin de prijsbepaling. Zonder concessies aan de noodtent willen we tóch een bouwwerk van goede kwaliteit leveren.”

De noodtent wordt geleverd in twee maten: het ‘community center’, een basismodel van twintig bij twintig meter, en de ‘family shelter’ van vier bij zes meter. Die afmetingen passen goed in zeecontainers. Brouwer gaat uit van een globale prijs van twintigduizend euro voor een community center voor vierhonderd mensen en vijfhonderd euro voor de family shelter voor vijf tot zes mensen, alles inclusief transport. Het grote basismodel kan door meerdere eenheden achter elkaar te zetten, vergroot worden tot ongeveer de lengte van een voetbalveld. “Het grote model kan gebruikt worden voor allerlei centrale voorzieningen en kan hergebruikt worden”, vertelt Brouwer. “Alleen de verankering van het community center blijft dan in de grond zitten. Het kleinere model dient als noodbehuizing, maar blijft over het algemeen staan. Hoewel het eigenlijk niet de bedoeling is dat dit permanente gebouwen worden, doen dit soort kleine onderkomens vaak dienst als bijgebouw, winkeltje, huisje voor oma, noem het maar op. Dat zie je bijvoorbeeld gebeuren in Atjeh en in Vietnam”, vertelt Brouwer. Ook kan zo’n onderkomen dienst doen als basis en verder worden uitgebouwd.

Het Rode Kruis is voorzichtig met massale invoer van bouwmateriaal vanwege het effect dat dit kan hebben op de lokale economie. Opvangkampen op zich creëren hun eigen problemen omdat het nieuwe gemeenschappen van getraumatiseerde mensen zijn, die behoefte hebben aan hulp maar tegelijk ook aan structuur en leiding. Brouwer: “Het is belangrijk om de mensen te betrekken bij de oplossingen en niet alles voor ze te doen. Ze moeten middelen krijgen om zelf hun leven weer op te bouwen. Naast gezondheidszorg krijgen scholen vaak als eerste aandacht.”
Brouwer is op allerlei plekken in de wereld betrokken bij hulpverlening. Zo heeft hij onlangs in het door een aardbeving getroffen Haïti meegewerkt aan een plan voor de komende jaren. De zaken die daarbij worden geregeld zijn behuizing, watervoorziening en sanitair, gezondheidszorg, voorbereiding op en beheersing van rampen en het versterken van het plaatselijke Rode Kruis. Wereldwijd is vanuit verschillende plaatsen al interesse getoond in de nieuwe noodtenten. Waarschijnlijk zal de innovatieve tent zijn vuurdoop krijgen in Zuid-Amerika. (PvdR)/.