Hoe spelen kinderen, hoe reageren ze op elkaar, nemen ze elkaars gedrag over en welke rol spelen speelattributen daarin? Op die vragen hopen vijf studenten Industrieel Ontwerpen van de TU Delft de antwoorden te vinden. De vijf, allen afgestudeerd bachelor aan de TU/e-faculteit Industrial Design, observeerden deze week twee ochtenden spelende peuters bij de TUimelaar.
Met instemming van de ouders en verzorgers maken de studenten video-opnames en aantekeningen, om het gedrag van de kinderen achteraf nauwgezet te kunnen analyseren. Met het onderzoek hopen ze patronen in het speelgedrag te ontdekken, legt masterstudente Lisa op ’t Hof uit. “Specifiek voor kinderen van twee, drie jaar is imitatiegedrag. We gaan onder meer kijken hoe dat tot uitdrukking komt, hoe kinderen op elkaar en op speelgoed reageren en in hoeverre het speelgoed zich voor dit gedrag leent.”
Haar eigen zoontje Maikel en vriendje Mick spelen ‘volgens het boekje’. Ze trekken continu met elkaar op en houden elkaar scherp in de gaten, kopiërend wat de ander doet. Auto op, auto af, ballenbak in, ballenbak uit - en dat in een moordend tempo. Eén van de Delftse studenten wordt weggestuurd als hij zich even op de blauwe mat waagt: “Néé, dit is de módder!”. De Delftse studenten, allen overigens ook nog ingeschreven aan de Eindhovense ID-faculteit, hopen hun bevindingen te vertalen in twee of drie concepten voor nieuwe speelmogelijkheden.
|