spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB



Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Maatschappelijke impact onderzoek meten met ERiC
25 maart 2010 - Het beoordelen van de maatschappelijke impact van wetenschappelijk onderzoek is voor de Nederlandse wetenschappelijke wereld onontgonnen terrein. Er is het Standaard Evaluatie Protocol (SEP), maar dit is voor faculteiten en visitatiecommissies onvoldoende om grip te krijgen op de effecten van het onderzoek op de samenleving. Onlangs presenteerde het Rathenau Instituut ERiC, het platform Evaluating Research in Context.

ERiC is voortgekomen uit een samenwerking tussen de HBO-raad, de universiteitenkoepel VSNU, de KNAW, NWO en het Rathenau Instituut. Er zijn pilots mee uitgevoerd aan de drie TU’s en aan de VU in Amsterdam om inzicht te krijgen in de interacties met de samenleving en in welke mate deze relevant zijn. Eén van de pilots vond plaats aan de TU/e-faculteit Electrical Engineering. Rathenau-onderzoeker dr. Barend van der Meulen en zijn collega Tilo Propp brachten hier in 2009 de interacties -voornamelijk met de industrie- in kaart en toetsten ze op hun relevantie. Dat leverde een lijst met interacties op, waarvan vaststaat dat ze bijdragen aan maatschappelijke relevantie. Op die lijst staan zaken als de uitwisseling van wetenschappers met de samenleving, de kenniswerkersregeling, de Casimir-regeling, onderzoeksconsortia, STW-projecten, valorisatie grants, et cetera.

Ook de interpretatie van de indicatoren is verbeterd. Er zijn indicatoren die de wederzijdse interesse tussen universiteit en industrie zichtbaar maken, indicatoren voor de verspreiding van kennis, en indicatoren die aangeven dat kennis ook daadwerkelijk door een bedrijf wordt gebruikt.

Van der Meulen benadrukt dat verschillende onderzoeken op hun eigen manier relevant zijn. “Dat is onder meer afhankelijk van de innovatie-ecologie: dat zijn de innovatiepatronen die je ziet in de industrie. Denk daarbij aan groepen die werken aan nano-onderdelen en daarom nog geen directe toepassing kennen, gewoonweg omdat er nog geen industrie voor is. Die hebben andere manieren van valorisatie dan vakgroepen die werken aan technologieën voor bestaande industriële sectoren.”

Het resultaat is een model waarin het doel van het onderzoek het uitgangspunt is voor de beoordeling, met evaluatiecriteria die aansluiten bij dat doel en bij de specifieke kenmerken van het onderzoeksgebied. De onderzoeksgroepen definiëren dat zelf voorafgaand aan een visitatie. Dat maakt ERiC volgens de onderzoekers geschikt voor alle vakgebieden. Van der Meulen is ervan overtuigd dat ERiC wetenschappers en beoordelaars een methode biedt waarmee zicht komt op de maatschappelijke relevantie van onderzoek. “Onderzoekers hadden moeite om dit aan te tonen, mede omdat het ze nooit werd gevraagd”, zo concludeert de Rathenau-onderzoeker. “Toen twintig jaar geleden de visitaties opkwamen, was er ook nauwelijks een overzicht van wat mensen publiceerden. Dat is nu helemaal veranderd, want alle informatie is voorhanden. Faculteiten zullen met deze handreiking heel snel inzicht krijgen in de maatschappelijke relevantie van hun onderzoek.” (CvdG)/.