spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Eindhoven School of Education scoort goed bij tussentijdse beoordeling
17 juni 2010 - Het resultaat van de tussentijdse beoordeling door een internationale commissie die de Eindhoven School of Education onlangs ontving, stemt prof.dr. Wim Jochems tevreden. Wat niet wil zeggen dat de directeur van het gemeenschappelijk instituut van de TU/e en Fontys op zijn lauweren gaat rusten; er valt nog wel het een en ander te doen.
Prof.dr. Wim Jochems, directeur van de Eindhoven School of Education. Foto: Bart van Overbeeke

“Ik ben tevreden, behoorlijk tevreden. Er is in drie jaar veel gebeurd en veel bereikt”, zegt prof.dr. Wim Jochems. De hoogleraar onderwijsinnovatie begon in 2006 als directeur van de Eindhoven School of Education met één vaste medewerker. Nu is de ESoE ook internationaal gerespecteerd, gezien de lovende beoordeling in de tussentijdse beoordeling, de zogenoemde midterm review. Hoewel dezelfde criteria en procedures zijn gehanteerd, is er geen officiële visitatie gehouden. Bij de start van de ESoE was afgesproken om een midterm review te organiseren. De evaluatiecommissie, onder leiding van prof.dr. Friedrich Hesse van het Knowledge Media Research Centre in Duitsland, had grote lof voor de doelstelling en de bereikte resultaten op het gebied van onderwijs, onderzoek en innovatie. Deze drie gebieden zijn met elkaar geïntegreerd, een visie die de commissie Hesse van harte ondersteunt. De commissie rapporteert dat het curriculum coherent, uitgebalanceerd en consistent is en vervolgt met: “Alles bij elkaar heeft ESoE een hoog innovatieve aanpak geformuleerd. Al na twee jaar opereren alle secties succesvol en mag van de ESoE verwacht worden dat ze kan voldoen aan alle eisen uit dit rapport. De aanpak ten aanzien van het science- en techniekonderwijs is niet alleen innovatief, het is zo opgezet dat zowel de TU/e als Fontys ervan profiteert. De TU/e -op termijn- omdat er bijvoorbeeld beter onderwijs gegeven wordt in de bètavakken zodat er wellicht meer studenten naar de TU/e komen. Fontys kan een sterk toegepaste researchlijn incorporeren en zelfs PhD-studenten stimuleren om hun wetenschappelijke carrière bij hen voort te zetten.”

Desalniettemin ziet de commissie Hesse ook een aantal verbeterpunten. De meeste aandacht richt zich op studenten van de eenjarige opleiding (zie kader),die worstelen met de vraag ‘hoe overleef ik in de klas?’. Jochems: “Een terechte conclusie. Dezelfde problemen zien we bij ook de TU Delft en Universiteit Twente met wie wij samenwerken in de master Science Education and Communication. Nogal wat studenten combineren de opleiding met een deeltijdbaan als beginnend docent. Dat valt niet mee. Sommige scholen houden rekening met hun situatie, andere niet. Voor studenten met een onderwijsbaan is de klassensituatie leidend en ze hebben andere behoeften aan begeleiding. Zij willen meer praktische begeleiding en minder algemene theoretische kennis. We zijn al bezig aanpassingen te maken, zonder concessies te doen aan onze academische doelstellingen. Er komt meer praktische stof in het begin van de studie, de meer algemene theorie komt dan later in het jaar.”

Jochems constateert hier overigens een maatschappelijk probleem: “Er is een groot tekort aan leraren, vooral in de bètavakken. Docenten worden als het ware onder onze neus van de opleiding vandaan getrokken om maar zo snel mogelijk voor de klas te gaan staan. Daarom maakt het ministerie van Onderwijs het ook makkelijker dat zij-instromers sneller voor de klas kunnen. Die komen ook naar de ESoE en met hen maken we individuele afspraken voor een traject.”

Een ander punt van zorg van de commissie Hesse is de samenstelling van het docententeam. Alle docenten hebben een uitstekende achtergrond in hun vakgebied, maar door de vele parttime aanstellingen is er te weinig tijd om hun ideeën en ervaringen verder uit te dragen binnen de ESoE. Ze vinden het ook moeilijker om zich te identificeren met ESoE en hebben een hechtere band met de eigen faculteit.

Jochems: “We zijn nu een grote netwerkorganisatie. Dat veroorzaakt bij veel medewerkers, die gemiddeld één dag per week of iets meer bij ons werken, minder betrokkenheid bij onze organisatie en onze studenten. We denken erover om meer vaste medewerkers aan te stellen, zonder dat we het goede contact met de faculteiten verliezen. Want we willen wel een netwerkorganisatie blijven.”
Tevens is Jochems in overleg met het College van Bestuur om de expertise van ESoE voor de TU/e te benutten. Jochems: “In de houtskoolschets voor de TU/e, het beleid op hoofdlijnen dat de basis is voor de ‘Strategie TU/e 2020’, wordt geconstateerd dat het huidige onderwijsconcept enigszins gedateerd is. Bij die onderwijskundige veranderingen kan de ESoE een rol spelen. Dan zou het mes aan twee kanten snijden. ESoE kan de TU/e helpen bij de onderwijsvernieuwing en tegelijk hebben we meer werk voor de deeltijdmedewerkers. Maar gesprekken hierover zijn nog maar in de beginfase.”

De evaluatiecommissie heeft ook haar zorgen geuit over het aantal studenten in de verschillende disciplines van de masteropleiding. Als groepen te klein worden, kan dat problemen geven voor vakdidactische onderdelen. De commissie noemt in dit geval specifiek Scheikunde. De commissie pleit voor een intensievere samenwerking met andere partijen. In totaal studeren er nu zo’n honderd masterstudenten aan de ESoE, maar vooral de instroom vanuit het hbo valt erg tegen. Hun aantal bedraagt nu nog geen vijf procent van het totaal. De TU/e en Fontys zijn hierover al in gesprek.

Een laatste punt van zorg van de evaluatiecommissie is de regeling rond het leren op de werkplek, het pedagogische uitgangspunt van de ESoE. Werkcontracten en dergelijke zijn goed geregeld, scholen maken een leeromgeving met ruimte voor supervisie en begeleiding. Vaak vindt dit plaats in academische opleidingsscholen, waar men gewend is om beginnende docenten te begeleiden. Maar in de niet-academische scholen is dit minder het geval. Met name studenten van de eenjarige opleiding vinden de opdrachten niet altijd toegespitst op hun werk en willen vaker en meer feedback op de werkplek zelf. De commissie adviseert om de coördinatie en integratie met alle partners te verbeteren, dus meer contact van de staf en vakdocenten van ESoE met de school waar de student-docenten werken. Ook daaraan wordt gewerkt, zo verzekert Jochems: “We zijn bijvoorbeeld in overleg met de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs, waar we professionaliseringsactiviteiten en gemeenschappelijke projecten uitvoeren, onder meer in de sfeer van evaluaties.”/.

 

Eindhoven School of Education

De ESoE heeft een zelfstandige, tweejarige masteropleiding die onder meer opleidt tot leraar voorbereidend hoger onderwijs in wiskunde, natuurkunde, scheikunde of informatica. ESoE profileert zich door de samenwerking tussen het wetenschappelijk onderwijs en het hoger beroeps onderwijs (i.c. Fontys Hogescholen) en door de hele opzet. Jochems: “Bij ons werken hbo en wo voor het eerst samen op een bijzondere manier omdat we praktijk, onderzoek en onderwijs nauw op elkaar afstemmen. In het buitenland zie je zo’n samenwerking wel meer, maar voor Nederland is het nieuw. In het begin waren alle ogen dan ook op ons gericht: “Wordt het wat? Voldoet men wel aan alle criteria?’ Die vragen hebben we positief beantwoord, ook omdat we goed wetenschappelijk onderzoek doen. ESoE is een volwassen instituut geworden dat ook internationaal gewaardeerd wordt.”

De opleiding is oorspronkelijk opgezet voor bachelorstudenten van de TU/e en voor studenten van Fontys, die hieraan kunnen beginnen na een schakelprogramma, zodat hun vakkennis op universitair niveau is. Inmiddels melden zich ook zij-instromers aan en is er een educatieve minor. Wie een TU/e-masteropleiding heeft gevolgd, kan een eenjarige studie volgen, omdat hij/zij bijvoorbeeld al onderzoeksvaardigheden heeft.

Eindhoven School of Education/Gerard Verhoogt
Foto/Bart van Overbeeke