Iedereen die via het Limbopad het TU/e-terrein betreedt, kent de vijver met de zwarte eieren en de Boeddha; de bijnaam voor het zwarte beeld dat middenin de vijver gevangen zit in een perspex capsule. De 88 eieren zijn voorzien van zonnepanelen en moeten ervoor zorgen dat het beeld op zonnige dagen omhoog wordt geduwd. Om het beeld zit in een langwerpige, vierhonderd kilo zware perspex capsule, die een dikte heeft van tweeënhalve centimeter. Videobeelden hebben uitgewezen dat donderdagochtend vijf voor zes de capsule spontaan in stukken uit elkaar is gespat.
“Onverwacht, naar en lastig”, zijn de kernwoorden van de reactie van de voorzitter van Stichting Natuurkunst die het kunstwerk beheert. De kunstenaar, Alex Vermeulen, reageerde volgens Vader nogal laconiek. “Hij beschouwt deze tegenslag op boeddhistische wijze. Daarbij bestaat het negatieve naast het positieve en moeten wij er maar het beste van maken. Vermeulen stelt zich voor dat Boeddha nu op retraite is in de Himalaya.”
Maar ondertussen ligt Boeddha op de bodem van de vijver. Hij zit nog om de afgebroken paal en in de perspex bak. Wim Peters, hoofd van de GTD, heeft niet zo snel een verklaring voor het spontane barsten van het perspex. “Het zou kunnen dat de invloed van de zon er iets mee te maken heeft, maar dat is op dit moment nog niet te zeggen. We gaan de brokstukken opvissen uit de vijver en ook navraag doen bij de producent van de capsule.”
Het College van Bestuur wil het kunstwerk graag laten herstellen, zo zegt universiteitssecretaris ir. Harry Roumen. “Dat is natuurlijk wel afhankelijk van de kosten, daar hebben we nog geen indicatie van gekregen.” (HK/NS)/.
|