spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

    Maatschappelijke vragen leidraad voor onderzoek op wereldniveau

    9 december 2010 - De TU/e bundelt een deel van haar onderzoek in de strategische onderzoeksclusters Energy en Health. Hiermee wil de universiteit krachtige onderzoeksconcentraties laten ontstaan die kunnen concurreren met de sterkste onderzoekscentra in de wereld. De oud-Philips-topmannen dr. Rick Harwig (Energy) en drs. Roel Fonville (Health) zetten de eerste lijnen uit. Ze vertellen over hun onderzoeksthema’s en de ambities.


    “Ik heb eens schertsend gezegd: wanneer ik in mijn Philips-tijd langs de TU/e reed, dacht ik: daar kun je elektrotechniek of natuurkunde studeren”, vertelt Roel Fonville, voorheen senior vicepresident en general manager van Philips Healthcare en nu voorzitter van brancheorganisatie Holland Health Tech. “Terwijl het voor de profilering van de TU/e juist belangrijk is dat mensen denken: aan de TU/e is men bezig met techniek die wordt toegepast, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg.”

    Een scherpe profilering is noodzakelijk om in de toekomst mee te doen met de besten in de wereld, is de overtuiging. Het brengt binnen de universiteit onderzoeksgroepen bij elkaar die hun krachten bundelen op maatschappelijk relevante terreinen. Deze focus en massa zorgen er vervolgens voor dat partners in het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid weten waar de TU/e in uitblinkt. Fonville: “Grote industriële partners willen samenwerken met partijen die top zijn - ongeacht waar op de wereld deze groepen zitten. Dankzij een goede profilering kan de TU/e zo’n partij zijn.” Daarnaast helpen de onderzoeksclusters bij het aantrekken van studenten, omdat het voor hen interessant is om te weten aan welke maatschappelijke vragen hun studie bijdraagt.

    Rick Harwig is bezig met het cluster Energy. Hij was chief technology officer van Philips en is momenteel onder andere president-commissaris van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij. Hij schetst de uitdagingen die er voor de TU/e liggen op zijn terrein. “De opgave is om in de komende veertig jaar volledig duurzaam te worden. Als dat niet gebeurt, loopt het met ons op de aarde dramatisch af.”

    In die periode moeten we de duurzaamheid met een factor vijf verbeteren, stelt hij vast. “Dat lijkt onmogelijk, maar het is gewoon jaarlijks een verbetering van vijf procent - en dat veertig jaar lang. Om groei van de wereldbevolking op te vangen, moeten er in de komende veertig jaar nog honderd Shanghai’s gebouwd worden, maar dan duurzaam. De hele infrastructuur die we nu hebben moet op zijn minst gereviseerd worden en voor een groot deel herbouwd. Hier liggen natuurlijk gigantische kansen voor sterke industriële onderzoeksclusters.”

    De opdracht bestaat uit het organiseren van een cluster dat in staat is een belangrijke positie te verwerven in de energievraagstukken. Inmiddels is in kaart gebracht met welke partners de TU/e een toppositie kan verwerven. “De Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM) verhuist haar plasma en fusie-energie naar de TU/e-campus en richt hiertoe een nieuw FOM-instituut voor fundamenteel energieonderzoek op. De fusietechnologie heeft zich zeer snel ontwikkeld en zou zomaar na 2050 een definitieve oplossing kunnen zijn voor het energievraagstuk. Bovendien past het goed bij de sterktes van de TU/e. Daarnaast is in de regio veel te doen rondom brandstoffen en de motoren waarin je die brandstof gebruikt. Er is veel kennis van brandstofconversie met biochemie. Ook het opslaan van energie, het transport en slim gebruik, meestal van elektriciteit, zijn een speerpunt. ECN Solar uit Petten beweegt zich richting Eindhoven om samen te gaan met de zonnecelindustrie in Zuid-Nederland. TNO Industrie is hier actief in apparaten voor deze solarindustrie. Holst Centre kijkt naar polymere zonnecellen die veel voordelen hebben. Het cluster zal dus enerzijds een verbinding vormen tussen de TU/e en TNO, FOM, ECN, Holst en klanten in de industrie. Anderzijds met organisaties voor toepassingen in onze gebouwde omgeving”, voorspelt Harwig.

    Het belangrijkste dat er moet gebeuren om te komen tot een cluster dat op wereldschaal opereert, is bewustwording, stelt Harwig. “Mensen moeten snappen dat we onze eigen grenzen moeten overstijgen. We moeten vanuit mooie, kleinschalige dorpen en steden in Nederland verbindingen aangaan over de hele wereld. We zullen onze vleugels moeten uitslaan naar grote steden in de wereld, zoals Sao Paolo en Shanghai. Dat zijn de plekken waar nieuwe concepten moeten worden opgepikt; daar wonen onze toekomstige klanten. Wanneer we niet ons dorp uitgaan, zijn we verdoemd tot een klein leven. Begrijp me goed: dat is nu een aangenaam leven, maar we zullen dan geen vindingen doen en producten maken die de energiehuishouding in de wereld veranderen. En dan ontstaat hier geen bruisende economie die in staat is ons welvaartniveau op peil te houden.”

    Het kan ook, vertelt de oud-Philips-topman. “De TU/e heeft steeds betere relaties met Chinese universiteiten die veel groter zijn. Je ziet dat TU/e-hoogleraar Jeu Schouten wordt gevraagd om in China een Design Academy op te zetten. Dat is een erkenning van zeer vooraanstaande Chinese universiteiten voor wat er in Eindhoven is gedaan. Het verkrijgen van een positie in de wereldtop is dus zeker geen luchtfietserij.”

    Een gevaar is volgens Harwig dat Nederland te weinig bereid is om nieuwe vindingen te gebruiken. “Het zou mooi zijn als we ook in de eigen omgeving technologieën kunnen toepassen, zoals dat nu al begint met energieneutraal wonen in Brainport. Maar Nederland is een conservatief land, en wanneer de bakker zijn eigen brood niet eet, hoeft de klant het ook niet. We zullen ons dus moeten verbinden met grote steden in Europa zoals Londen, Parijs en Berlijn om nieuwe technologieën toe te passen in de regionale economie om ons heen.”

    Roel Fonville is door het TU/e-bestuur gevraagd aan de slag te gaan met het cluster health. Het onderwerp sluit naadloos aan bij zijn verleden als topman van Philips Medical Systems, later omgedoopt tot Philips Healthcare, en zijn voorzitterschap van brancheorganisatie Holland Health Tech. Fonville ziet goede kansen voor onderzoek en industrie. “Er komen in dit onderwerp werelden bij elkaar, zoals techniek en gezondheidszorg, die eindeloos veel nieuwe mogelijkheden scheppen om de gezondheidzorg beter te maken.”

    We worden allemaal steeds ouder, voornamelijk door betere technologie, zegt Fonville. “Dat begon ruim honderd jaar geleden met beter sanitair, zoals riool en watersystemen. Allerlei infectieziekten kregen we onder controle. Daarna kwamen farmacie en techniek die mensen veel langer in leven houden. Als je de balans opmaakt, zie je dat we twee keer zo oud worden als honderdvijftig jaar geleden. Dat is natuurlijk een groot goed, maar het heeft ook tot gevolg dat we moeten nadenken hoe we de groter wordende groep ouderen zorg geven.”

    Om de vergrijzing het hoofd te bieden, heeft Nederland veel extra mensen in de zorg nodig. De schattingen lopen uiteen van ruim 100.000 tot 400.000 volgens de berekening van het CPB, voor over 20 jaar. ‘De conclusie is in elk geval dat we deze mensen niet hebben. We moeten dus slimmer met zorg omgaan - daar ligt de kans voor de TU/e.”

    Fonville ziet toekomst in concepten als self care en remote care. “Op de eerste plaats letten mensen zelf, preventief, op hun gezondheid. Techniek helpt ze om er een gezonde levensstijl op na te houden, door te wijzen op het belang van eten en lichaamsbeweging. Daarnaast meet je thuis bloeddruk, suikerniveau, et cetera. Een computer houdt deze gegevens in de gaten en op afstand kijkt een arts mee of er aanleiding is tot ingrijpen. Pas bij verontrustende waarden wordt iemand gevraagd naar het ziekenhuis te komen of in het ergste geval rijdt een ambulance voor.”

    De TU/e heeft voor deze nieuwe ontwikkelingen veel kennis in huis, is de overtuiging van Fonville. Om te beginnen in de faculteit Biomedische Technologie. Maar ook aan alle andere faculteiten wordt onderzoek gedaan op het gebied van gezondheidszorg of onderzoek dat kan worden gebruikt voor de gezondheidszorg, zoals sensoren of de analyse van logistieke stromen in een verzorgingshuis. Alles bij elkaar opgeteld zijn er aan de TU/e zo’n 350 mensen bezig met deze onderwerpen rondom zorg, zo blijkt uit een analyse.

    In de komende tijd gaat Fonville samen met onderzoekers en bestuurders van de faculteiten op zoek naar verbindende elementen in het onderzoek. “Ik ben op zoek naar onderzoeksthema’s die achteraf gezien wellicht ‘voor de hand liggen’, zaken waarvan andere zeggen: natuurlijk doet de TU/e dat! We ontwikkelen daarmee een herkenbaar profiel dat past bij de core competences van de universiteit.” Tegelijkertijd gaat Fonville ook op zoek naar mogelijke partners. Hij voert hiertoe gesprekken met onder andere met NXP, TNO, VDL, Philips, universitair medisch centra in Utrecht, Maastricht en Nijmegen, de ziekenhuizen in Eindhoven, zorgcentra, andere universiteiten en overheden. De derde invalshoek is de vraag: wat heeft de samenleving nodig? “De uitkomst van de profilering zullen dus onderzoeksthema’s zijn, gebaseerd op de kracht van de universiteit, die aansluiten bij de partners en antwoord geven op de noden van de samenleving.”


    Rick Harwig.


    Roel Fonville.

    Energy en Health | Chriz van de Graaf
    Foto’s | Bart van Overbeeke
    TU/e will combine part of its research in strategic research clusters Energy and Health. In doing so, the university wants to create powerful research concentrations that can compete with the world’s best research centers. Former Philips captains dr. Rick Harwig (Energy) and drs. Roel Finville (Health) will provide the initial outline. They talk about their research themes and ambitions.