spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

Out of office
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

    Monique van de Ven
    Een wereldreis, ja - die ging ik maken. Een jaar in het buitenland studeren. En ooit emigreren natuurlijk, naar ‘een huis in Toscane’. Maar puntje kwam bij paaltje en ik kwam nergens. Home sweet home. Lang verlof, dat nam ik wel. Drie keer, ter ere van de geboortes van evenzoveel kinderen, van wie de derde momenteel nog wordt verwacht (terwijl Sjoukje Kastelein mij vervangt bij Cursor). Voor mij het allermooiste excuus - net als dat van de out-of-officemedewerkers hieronder.

    Out of office

    20 januari 2011 - Werken aan biomaterialen in een Amerikaanse toponderzoeksgroep, backpacken in Nepal, schrijven aan boeken in Wassenaar of duizenden kilometers rond de Noordzee fietsen: een langere periode van verlof kan uiteenlopende redenen hebben. Mails aan het adres van medewerkers ‘off-campus’ mogen dan met een automatisch ‘out of office’ worden beantwoord, maar echt los van hun TU/e-werk komen ze lang niet altijd. Cursor sprak een aantal TU/e’ers over hun sabbatical of andersoortig langdurig verlof.

    “Schrijven lukt mij aan de TU/e slecht”


    Johan Schot aan het werk op zijn kantoor in Wassenaar.

    Prof.dr. Johan Schot (49) is hoogleraar techniekgeschiedenis en transitiestudies, tevens wetenschappelijk directeur van de Stichting Historie der Techniek op het TU/e-terrein. Momenteel werkt hij een jaar op het NIAS, het Netherlands Institute for Advanced Studies in Wassenaar.

    Schot vindt het een eer om op het NIAS te werken: “Op het NIAS kom je pas door een aanvraag te schrijven die moet concurreren met die van anderen”. In Wassenaar werkt hij, samen met collega’s uit heel Europa, aan een groot project: het schrijven van zes boeken (en het, in samenwerking met diverse grote musea, opzetten van een virtuele tentoonstelling) over “de geschiedenis van Europa vanuit de lens van de techniek”.

    Schots verblijf in Wassenaar is geen officieel sabbatical; hij heeft geen verlof en doet evenmin een beroep op bepaalde regelingen van de universiteit. “Ik werk gewoon op een andere plek samen met collega’s aan een groot project.” Het NIAS betaalt de TU/e een vervangsubsidie voor het deel van zijn Eindhovense werkzaamheden dat Schot in die tijd niet kan uitvoeren. “Voor het grootste deel van mijn onderwijs is iemand ingehuurd, terwijl collega’s, voor zover nodig, de rest opvangen.” Maar sommige andere Eindhovense taken lopen gewoon door, aldus Schot: “Ik ben zo nu en dan ook gewoon op de TU/e en heb verder dagelijks telefonisch en per mail contact met de universiteit”.

    Volgens de hoogleraar reageerden collega’s positief op zijn uitstapje naar Wassenaar. “Ik ben enkele jaren geleden dan ook al begonnen met de voorbereidingen voor dit bezoek.” Het is overigens niet de eerste keer dat Schot voor wat langere tijd off-campus is: in 2007 en 2008 deed hij, mede dankzij een hiervoor gewonnen beurs, een tijdlang onderzoek aan het European University Institute in Italië.

    Schot is bovenal positief over zijn wat langere zakelijke uitstapjes, “vooral vanwege de continue contacten en samenwerking met onderzoekers uit verschillende landen. Daarnaast kan ik me hier in Wassenaar meer concentreren op mijn onderzoek. Historici schrijven boeken, daarvoor is veel rust en concentratie nodig. Aan de TU/e lukt mij dat slecht; daarvoor moet ik elders zijn”.

    Voor meer informatie over het project waaraan Schot in Wassenaar werkt: www.inventingeurope.eu.

     

    “Nooit eerder zolang op alleen mezelf aangewezen”


    Wieb Kingma na aankomst vanaf Orkney in John O’Groats, in Noordoost-Schotland.

    Wieb Kingma (57) is coördinator interne zaken van de faculteit Scheikundige Technologie. Afgelopen jaar nam hij vier maanden verlof, waarvan hij twee maanden solo fietsend rond de Noordzee doorbracht.

    Er eens voor langere tijd tussenuit gaan, bijvoorbeeld voor een langere reis: toen de TU/e een paar jaar terug de mogelijkheid van verlofsparen startte, was Kingma direct geïnteresseerd. In vijf jaar hamsterde hij zo vijftig dagen bij elkaar, aangevuld met nog wat reguliere verlofdagen. Afgelopen april ging hij eerst op vakantie naar Andalusië, waar zijn vrouw op dat moment al een paar weken Spaanse les volgde: “Zij had, deels met mij overlappend, een ‘sabbatical’ van drieënhalve maand en gaf daar haar eigen invulling aan. Zo was het ook niet moeilijk om ‘thuis’ los te laten”.

    Dat loslaten begon op 6 mei, toen hij op de fiets stapte om de North Sea Cycle Route te gaan rijden: een circa zesduizend kilometer lange route die grotendeels de kustroutes van de landen rond de Noordzee volgt. Onderweg overnachtte hij onder meer in jeugdherbergen en op campings.

    Kingma reed de route bewust alleen: “Bij zo’n lange tocht is het niet zo praktisch voor vrienden om delen ervan mee te fietsen. Bovendien was ik nooit eerder zolang op alleen mezelf aangewezen; het trok mij wel om dat eens te doen, om die kant van mezelf een keer te ontmoeten. Om zelf mijn dagindeling te bepalen, met niemand te hoeven -en kunnen- overleggen of je nu links- of rechtsaf gaat, hoe vroeg of laat je opstaat…”.

    Grote moeite had hij niet met het alleen-zijn, maar de aanspraak miste hij zo nu en dan wel. Het echte terugverlangen naar huis kwam na de vlucht van Noorwegen naar Schotland: “Het was prachtig fietsen op Shetland en Orkney (Schotland, red.), maar die tochten gaven me ook het gevoel: ‘ik leg wel kilometers af, maar kom geen stap dichterbij huis’. Ik had geen rust meer om ergens nog langer te blijven, had elke dag het gevoel dat ik naar mijn eindpunt aan het rijden was”.

    Contact met het thuisfront was er gedurende de hele tocht trouwens wel regelmatig: via zijn weblog, telefonisch of per sms. “Op een gegeven moment heb ik zelfs gezegd: ‘Nu wil ik even alleen maar fietsen; even geen telefoontjes’.”

    Aan het begin van de zomervakantie kwam hij thuis, waar familie, vrienden en buren hem feestelijk onthaalden en aanmoedigden bij zijn laatste meters.

    Zijn verlof, de ervaring en herinnering gaven hem volop energie om daarna weer aan de slag te gaan aan de TU/e, zegt Kingma. “Thuis heb ik eerst de reis nog eens kunnen nalopen en herbeleven, heb ik foto’s bekeken en op internet gezet. Terug op de TU/e was het een rustige periode waarin ik een maand goed kon acclimatiseren. Mijn taken waren in de tussentijd bovendien prima opgevangen; bij terugkomst lag er geen achterstallig werk te wachten. Ik had zin om weer te beginnen.”

     

    “Het gaat in Amerika soms hard tegen hard”


    Patricia Dankers in Chicago, met op de achtergrond de beroemde Willis Tower (voorheen Sears Tower).

    Patricia Dankers (32) is universitair docent, verbonden aan de faculteit Biomedische Technologie en het Instituut voor Complexe Moleculaire Systemen. Van april tot december werkte ze in de onderzoeksgroep van prof. Sam Stupp aan de Northwestern University in Chicago.

    Het maken van peptide amfifielen (oftewel een bepaald soort moleculen) die als biomateriaal gebruikt kunnenworden in tissue engineering en drug-deliverytoepassingen, is waarmee Dankers zich in Chicago vooral heeft beziggehouden. Een ander doel van haar verblijf daar was het opzetten van een samenwerking tussen de groepen van Stupp en die van haarzelf en Bert Meijer in Eindhoven, om de uitwisseling van aio’s en studenten te vergemakkelijken.

    Na haar tweede promotie aan de Universiteit Groningen, die ze in 2011 overigens nog moet verdedigen, was haar uitstapje naar het buitenland “eigenlijk niet meer dan logisch”. Het onderwerp was aan de TU/e dan ook al besproken voordat Dankers er in oktober 2008 als UD begon. “Ik ben voornamelijk naar de VS gegaan om buitenlandervaring op te doen en eens een kijkje in de keuken te nemen van een Amerikaanse toponderzoeksgroep. Het is mooi om te zien dat men hier bijvoorbeeld tegen dezelfde problemen met moleculen en metingen aanloopt als wij in Eindhoven.”

    Amerikaanse onderzoekers zijn bovendien, zonder uitzondering, maximaal gedreven, constateert Dankers: “De meesten willen professor worden, terwijl veel Nederlandse onderzoekers uiteindelijk een andere baan ambiëren en vaak niet in de academische wereld blijven. Daarbij gaat het in Amerika soms hard tegen hard, dat heeft wel mijn ogen geopend. Niet iedereen is aardig tegen elkaar”.

    Afgezien van haar onderwijstaak liep Dankers’ TU/e-werk gedurende de maanden in Chicago feitelijk gewoon door, zoals de besprekingen (via mail en Skype) met aio’s, postdocs en studenten en het schrijven van rapporten, artikelen en subsidieaanvragen. “Soms had ik het idee dat ik eigenlijk twee banen had. Ik had er experimenteel méér uit kunnen halen als ik, voordat ik UD werd aan de TU/e, als postdoc in de groep van Stupp was begonnen.”

    Hoewel ze terugblikt op “een leerzame en fantastische ervaring”, ook als tijdelijk inwoner van het bedrijvige Chicago, kijkt ze ernaar uit om weer in Eindhoven aan de slag te gaan. “In onze groep is een aantal nieuwe aio’s begonnen en ons biomaterialenonderzoek begint erg goed te lopen. We zijn volop bezig met de ontwikkeling van supramoleculaire polymeren voor nierregeneratie, met als doel om een deel van een bioartificiële kunstnier te maken.” Ze is ervan overtuigd dat ze snel weer op haar plek is aan de TU/e: “Mijn agenda begint in elk geval alweer aardig vol te stromen, net alsof ik niet weg ben geweest.”

     

    “Goed om eens even afstand te nemen”


    Houwen wilde zelf liever niet op de foto in Cursor. Deze foto maakte ze tijdens haar verblijf in Londen: een concert van Van Morrison in de Royal Albert Hall.

    Anna Houwen (55) is grafisch ontwerper en programmamaker bij het bureau Studium Generale. Ze liep negen weken stage in Londen, was daarna even terug in Nederland, om half november voor anderhalve maand naar Nepal te vertrekken.

    Ook in haar vorige banen maakte Houwen al regelmatig dankbaar gebruik van de mogelijkheden voor betaald en onbetaald verlof. “Na een aantal jaren werken in eenzelfde omgeving is het goed om even afstand te nemen van je werk, heel andere dingen te doen en te kijken hoe ik verder wil. Het levert je nieuwe inzichten op”, vindt ze. “Daarbij kan ik na afloop echt denken: wat hebben we het goed in Nederland, wat heb ik een fijn huis, een geweldige baan en een goed leven met vrienden.”

    Dit keer wilde ze onder meer graag haar Engels verbeteren, “omdat het Engels aan de TU/e steeds meer de voertaal wordt”. Houwens verblijf in Londen, vanaf begin augustus, begon dan ook met twee weken Engelse les aan een taleninstituut. Daarna liep ze zeven weken stage bij Candlestar: een kunstorganisatiebureau waarmee Studium Generale eerder samenwerkte voor de tentoonstellingen ‘Water’ en ‘Earth’. “Het was geweldig om negen weken in Londen door te brengen; om de stad te verkennen, te genieten van alle mooie musea en parken, te zien hoe mensen daar wonen, werken en leven en daar voor een korte tijd deel van uit te maken.”

    Half november pakte ze haar rugzak voor een trektocht door Nepal. Daags voor haar vertrek vertelt ze: “Het reisseizoen is in oktober/november en in maart/april; in die tijd kan ik normaliter nooit weg, maar nu wel. Ik heb zin om, na negen weken in een stedelijke omgeving, lekker te lopen naar ongeveer vijfduizend meter hoogte, met om me heen al die prachtige bergen en andere natuur”.

    Haar collega’s reageerden volgens Houwen erg positief op haar internationale ambities. Haar werk werd in de tussentijd deels opgevangen door collega’s en deels uitbesteed. De ontwerpster spaarde voor haar verlof, van 1 augustus tot eind december, flink wat vakantiedagen bij elkaar. Haar salaris werd in de tussentijd dan ook gewoon doorbetaald. Voor haar stage in Londen kreeg ze financiële steun van de Erasmus-toelage voor staftraining en vanuit het Employabilityfonds van de TU/e. “Ik heb veel hulp gehad van Marjo van der Valk (van het regionaal Leonardo Bureau, red.) bij het aanvragen van een bijdrage in de onkosten in Londen. Alleen de huur daar bedroeg al driehonderd pond per week.”

    Ze heeft zin om in het nieuwe jaar weer ‘back in business’ te zijn aan de TU/e - “om weer met een frisse blik te kijken naar de dingen die ik doe en de inspiratie die ik tijdens mijn verlof heb opgedaan, in te zetten op het werk”.

     

    Tekst | Monique van de Ven
    Beeld | iStockphoto en privéfoto’s
    They’re either working on biomaterials in a US top research team, backpacking in Nepal, writing a book in Wassenaar, or cycling thousands of miles around the North Sea: long-term leave can have all kinds of reasons. And although e-mails addressed to any of these off-campus staff members may return with an automated out-of-office reply, many of them can’t really let go of their TU/e jobs. Cursor interviewed several TU/e people about their sabbatical or other type of long-term leave.