/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 2 nummer 4

jaargang 43, 8 maart 2001


Reportage

Untitled Document

Mogen we het concept mens herdefiniëren
Ethiek/Gerard Verhoogt
Illustratie/Paul Weehuizen
"Waarom zouden we, als iemand een oog verloren heeft, geen nieuw oog inzetten met ultrasone signalen? Dan kan hij voortaan, net als een vleermuis, in het donker zien. Maar, mògen we wel morrelen aan de natuur? Mogen we het concept 'mens' herdefiniëren?"
"Deze prangende vraag typeert waar het hier om gaat. Deze ontwikkeling heeft namelijk nogal wat maatschappelijke implicaties", stelt mr.dr.ir.ir Lambèr Royakkers van de capaciteitsgroep Filosofie en Ethiek van de Techniek van de faculteit Technologie Management. "Er zullen andere maatstaven komen voor wat gangbaar is en wat niet, of in hoeverre mensen niet-perfect mogen zijn. Studenten van een technische universiteit moeten deze consequenties kunnen doorzien en er op academisch niveau op kunnen reageren."

De colleges van de sectie Filosofie en Ethiek van de Techniek betreffen het leren reflecteren op de relatie van het eigen vak met de sociale en historische context. Deze reflectie is opgebouwd rond vier thema's: de wederzijdse interactie van het betreffende vak met de samenleving, de geschiedenis van het vak, wetenschapsfilosofie en ethische/normatieve vraagstukken. Royakkers (1967) besteedt in zijn colleges veel aandacht aan argumentatieleer en logica, vaak door praktijkvoorbeelden te behandelen. Royakkers: "Zie het debat over de vraag of de computer als rechter moet functioneren. Behalve de vraag of een computer kàn rechtspreken, is het ook de vraag of het màg. Studenten moeten hun mening met goede argumenten kunnen onderbouwen. Het gaat er ook om dat studenten een zelfstandig vermogen tot oordelen ontwikkelen en goed nadenken wat hun ontwerpen voor maatschappelijke gevolgen kunnen hebben."
Het vak is op maat gesneden voor alle faculteiten, er is bijvoorbeeld een curriculum Reflectie op Techniek voor Scheikunde naast Reflectie op Techniek voor Informatica. Royakkers geeft het curriculum Reflectie op Informatica. Vijf van de drie vakken zijn verplicht (6 studiepunten); de keuzevakken (4 studiepunten) kunnen studenten hier, maar ook op andere universiteiten volgen.

Waanzin
Over de vraag 'kunnen computers rechtspreken?' heeft Royakkers zelf een uitgesproken mening. "De vraagstelling alleen al is een teken van de waanzin onzer tijd. Hoe intelligent de computer ook moge worden, hij zal zich altijd verre moeten houden van authentieke menselijke aangelegenheden, zoals rechtspraak, opvoeding en politiek. Een zinvolle vraag zou wel kunnen zijn: 'In hoeverre kunnen computers ondersteuning verlenen bij juridische beslissingen?'".

Niet iedereen deelt zijn mening, maar het leidt tot veel discussie. De discussies vormen een vast onderdeel in de cursus Filosofische achtergronden van de ICT. De cursus concentreert zich op kunstmatige intelligentie met als centrale vraagstelling: 'Kunnen computers denken'? Naast het boek 'The Philosophy of Artificial Intelligence' van Margareth Boden gebruikt Royakkers ook krantenartikelen of tv-opnamen. Royakkers: "In het boek staat een aantal belangrijke werken van beroemde wetenschappers. Zo leren studenten ook om primaire bronnen te lezen in plaats van interpretaties en samenvattingen van anderen. Ook dat hoort bij reflectie op techniek." /.

"Maakt niemand van jullie zich dan zorgen?"
Het college Filosofische achtergronden van de ICT begint steevast met twee voordrachten. Eén student vat een artikel samen, de tweede bekritiseert het. Centraal staan twee tegengestelde visies binnen de kunstmatige intelligentie: computers als systemen om mentale symbolen te manipuleren versus systemen om het brein te modelleren, met andere woorden probleemoplossen versus leren. De eerste student licht de uitgangspunten en de theorieën toe. Duidelijk wordt dat de verwachting uit de beginjaren vijftig - 'in 2000 hebben we computers die het menselijk brein evenaren'- veel te optimistisch was.

Als Royakkers het overneemt verwijst hij naar open en gesloten systemen en op (niet) monotoon redeneren. Gesloten systemen (zoals de spelletjes schaken en vier-op-een-rij) maken gebruik van duidelijke en vastomlijnde regels; open systemen doen dat niet of minder, zoals bijvoorbeeld ons rechtsysteem.
Monotoon redeneren komt uit de klassieke logica, maar speelt ook een rol in de kunstmatige intelligentie. Het principe is: 'als P dan Q', dan volgt logisch ook 'als P en R dan Q'. Maar zo'n systeem houdt geen rekening met onverwachte gebeurtenissen of uitzonderingen: het is niet mogelijk dat het toevoegen van nieuwe informatie een ander licht werpt op de zaak. Algemeen aanvaard is de regel 'alle vogels kunnen vliegen'. Echter, bij toevoeging van het gegeven dat het hier een pinguïn betreft, maakt logisch gezien de regel onwaar: één tegenvoorbeeld maakt de stelling onwaar. In het dagelijks leven (een open systeem) stellen we minder strenge eisen aan het redeneren.

Tegenstrijdig
Royakkers: "Twee aspecten van niet-monotoon redeneren zijn het redeneren met uitzonderingsgevoelige informatie en met tegenstrijdige informatie. Mensen kunnen daar in de praktijk goed mee om gaan, een logisch systeem niet. Iemand zegt bijvoorbeeld na een verkeersongeluk: 'Maar ik kwam van rechts!'. Hij bedoelt: 'Dus ik had voorrang.' Alleen geldt dat niet als de ander op een voorrangsweg zat of als het een ambulance was."
Volgens Royakkers heeft de klassieke logica zijn beperkingen en is het minder geschikt voor het modelleren van redeneringen in open systemen vanwege het open, onvoorspelbare karakter van de werkelijkheid. Daarnaast is het de vraag of mensen zich wel iets aantrekken van logisch ongeldige argumentaties. Royakkers: "Zo zijn drogredenen zeer gangbaar in de politiek. Kritiek op deze drogredenen wordt afgedaan met de opmerking 'politiek is retoriek, geen logica'. Als je deze retoriek in een computer kunt stoppen, kom je dicht bij de argumentatievaardigheden van de doorsnee politicus. De vraag is of we dat willen; computers zijn juist zo goed omdat ze zich zo strikt aan de logische argumentatieregels kunnen houden, en ons zo kunnen waarschuwen voor ongeldige argumentaties of drogredenen."

Techniekpessimist
De studenten moesten ook een essay schrijven over de vraag: 'Kan een computer denken?', waarin ze ook de gevaren van de technische ontwikkelingen moesten verwerken.
Royakkers: "Plato had het over 'het democratisch beest', waarmee hij op de gevaren wees van een democratie. Ik gebruik in die zin het begrip 'het technologisch beest'. Jullie wisten al dat ik een techniekpessimist ben, echter weinigen heb ik kunnen overtuigen van de gevaren voor technische ontwikkelingen blijkens jullie essays. Maakt niemand van jullie zich dan zorgen?"
Reactie uit de zaal: "Ja, voor de afhankelijkheid van (computer)systemen."
Andere student: "Privacy. Ze kunnen tegenwoordig alles van iemand nagaan."
Royakkers: "Terug naar de vraag: kunnen computers denken? Eerst zeiden we dat een computer kan denken als hij op een hoog niveau kan schaken. Nu dit bereikt is, hebben we het over het moment waarop hij kan praten. Later zullen we de grens wel weer verleggen. Niemand van jullie zegt voluit 'ja' of 'nee'. De meesten hebben deze vraag terecht omzeild door eerst stil te staan bij de vraag 'wat is denken?' Daaraan verwant is de vraag 'Wat is begrijpen, wanneer begrijp je iets?' Begrijp je iets, als je het kunt beschrijven en (dus) kunt formaliseren?"
In het essay gebruiken de studenten regelmatig termen als 'De ziel', 'God' of 'Het bewustzijn'. Royakkers vertoont een video waarin een hersenwetenschapper vertelt: "Ik zie geen ziel in de hersenen zitten, geen vakje met 'bewustzijn' erop. De vraag is waar het bewustzijn in de hersenen zit."
Hersens sterven af als ze geen zuurstof krijgen, dus als de bloedtoevoer stopt. De wetenschapper voerde een experiment uit met een aap: hij maakte diens kop los van zijn romp. Via een externe bloedtoevoer wist hij de hersens in leven te houden en te laten functioneren. Royakkers: "Dat betekent dus dat je in de toekomst iemands persoonlijkheid en bewustzijn kan transplanteren?! Mag dat?"

[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor