spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
De vogel en de kerstboom
20 december 2007 - “Dag mevrouwtje, op zoek naar een mooie boom?” De kerstbomenverkoper van tuincentrum ‘Aan de andere kant van de stad’ verwelkomt me hartelijk. “Nee meneertje, ik zoek de lelijkste”, denk ik bij mezelf. Ik knik slechts. Ik kan de arme man onmogelijk verwijten dat mijn kerst er ineens heel anders uitziet dan een week geleden. Dat er niets meer terecht zal komen van mijn ‘sprookjesachtige kerst in Parijs’. En dat het ernaar uitziet dat het merendeel van de ‘gezellige dagen’ met mijn ouders versleten gaat worden. Van binnen groeit opnieuw het ongenoegen over de hele situatie.

Dit jaar zal er echter een ‘mereldeel’ zijn! En bij dit deel hoort ook een kerstboom, heb ik bedacht. Een echte, welteverstaan. In gezelschap van mijn eigen opgetuigde boom, een stapel romans en de maaltijdsalade met geitenkaas van Albert Heijn zal ik een hele kerstdag met mezelf doorbrengen. Meer heb ik toch niet nodig? En al helemaal geen ex als N. met wie ik naar Parijs zou gaan.
De verkoper lijkt me echter niet de geschikte persoon om het daar eens over te hebben. Ik volg hem gedwee en hij leidt me met zichtbare trots langs naaldbomen van allerlei pluimage. Uitvoerig wijst hij mij op de fijne nuances tussen de verschillende soorten spar en den en vertelt hij me hun Latijnse namen. Ik dacht dat een kerstboom gewoon een kerstboom was, maar dat is blijkbaar niet het geval.
We eindigen bij de afdeling met kunstkerstbomen waarover hij onverminderd enthousiast vertelt. Hij wijst naar een paars exemplaar en zegt: “Een eigentijdse vervanging voor de echte, te verkrijgen met versiering in hetzelfde kleurenpalet. In alle soorten en maten en jaren te gebruiken.” Mijn vertrouwen in de verkoper verdwijnt als sneeuw voor de kerst. Ik haal mijn wenkbrauwen op, zeg dat ik mijn keuze al heb gemaakt en maak rechtsomkeert naar de afdeling ‘echte bomen’. De verkoper snelt achter me aan.
Het moge duidelijk zijn dat de beste man niet op de hoogte is van de oorsprong van de kerstboom als heidens vruchtbaarheidssymbool, waarbij de groen blijvende boom de vernieuwing van het leven vertegenwoordigt. Logischerwijs weet hij ook niet dat juist deze betekenis voor mij de doorslag heeft gegeven om een kerstboom aan te schaffen. Deze kerst vier ik immers de vernieuwing van het leven! Met nieuwe kapsels, nieuwe hobby’s en nieuwe laarzen. Een groene en levende boom als symbool is daarbij onmisbaar. Nadat ik hem hierover heb ingelicht, daalt zijn enthousiasme aanzienlijk.
Met grote passen steven ik af op een groene fijnspar, de Picea abies, met de verkoper in mijn kielzog. “Een heel goede keuze en erg populair bij het volk”, zegt hij wanneer hij mij de boom tussen alle andere uit ziet tillen. Intens tevreden verlaat ik het tuincentrum, behorende tot de massa. Ik was al bang dat ik anders zou zijn. Het moment van verrukking is echter al gauw voorbij. Terwijl ik de anderhalve meter lange boom naar mijn fiets sleep, denk ik weer aan Ex. Dat hij me een week geleden nog liefkozend vogeltje noemde. Dat hij zei dat hij nog wel van me houdt, maar dat hij het niet meer weet en tijd voor zichzelf nodig heeft.
Gisteren had hij mij via een afstandelijk sms’je laten weten dat het echt over is. Hij wilde vandaag langskomen om ‘het één op te halen en het ander terug te geven’. Een beter kerstcadeau kan ik me niet wensen: mijn sleutels terug. De klootzak. Ik pakte een vuilniszak en begon in een razend tempo alles wat van hem was erin te mikken. Toen ik het Senseo-apparaat erin smeet, hoorde ik het plastic kraken. Ik haalde mijn schouders op en zette de zak bij de voordeur. Ik drink geen koffie.
De fietstocht terug met de boom blijk ik enigszins onderschat te hebben. Slingerend fiets ik naar huis met de stam van de spar in mijn rechterhand en de massale kluit op het stuur. De naalden van de boom prikken venijnig in mijn handpalm door mijn wollen handschoen heen. Ook de plastic zak die om het uiteinde van de stam is gebonden, houdt ze niet tegen. Elke keer wanneer ik voor een rood verkeerslicht sta te wachten, groeit het ongenoegen over de hele situatie verder. Steeds sneller trap ik de pedalen van mijn fiets naar beneden alsof met elke trap een beetje woede uit mijn lichaam verdwijnt. De boom prikt in mijn nek.
Met de kerstboom slepend aan mijn rechterzijde strompel ik mijn huisje binnen. Ik struikel over de vuilniszak die in de hal staat en geef er nog een extra trap tegenaan. De spar laat ik ter plekke vallen. In de kamer plof ik op de bank naast de versiering die ik gisteren al heb ingeslagen. Ballen, slingers en vogeltjes in paars, rood, blauw en goud. “De kerstboom versieren in één kleur is zo passé”, zei de verkoopgay. Op de grond liggen de nieuwe kerstlampjes klaar om ontward te worden. Blijkbaar leggen de Chinezen ze eerst in de knoop voordat ze verscheept worden naar de rest van de wereld. Met frisse tegenzin kom ik overeind en sleep de boom de kamer in om met het optuigspektakel aan te vangen.

Evenwicht
Het hout van de oude stoel onder mij kraakt en steunt. “Nog even volhouden”, spreek ik hem vermanend toe. De spar is bijna af. De stoel blijkt echter ongevoelig voor mijn verzoek en het gekraak neemt toe. Ineens vliegt de hak van mijn nieuwe rechterlaars door de zitting. Onhandig met de piek in mijn ene hand en de top van de boom in mijn andere hand probeer ik mijn evenwicht terug te vinden. Kansloos. De zitting knalt naar beneden. Ik zak door de stoel en neem de boom, compleet versierd, mee. Daar liggen we gedrieën. De fijnspar bovenop. De bel gaat. “F*ck, is hij er nu al?”, denk ik bij mezelf. Snel duw ik de groene boom van me af, krabbel overeind en loop naar de deur.
“Vogel heeft Picea excelsa in haar haar”, zegt Ex neutraal als ik hem binnenlaat. Ik volg zijn blik naar de kleurige scherven op de grond. In het midden ligt de boom. “Picea abies, sukkel”, zeg ik kortaf. De brok in mijn keel slik ik zo goed mogelijk weg. Hij gaat door zijn knieën en pakt de enige versiering die nog heel is van de grond. “Kijk, dit vogeltje leeft nog”, zegt hij met zijn flauwe glimlach. Ik slik nog een keer en zeg met een overslaande stem: “Ja. Vogeltjes breken niet zomaar.”/.

Kerstverhaal/Merel Pit
Illustratie/David Ernst