spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

Stefan van Delft over Eureka!Cup

GTD weg uit het hart van de universiteit

Raceauto studenten verbeterd
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
TU/e wil vaker leiding nemen in Europese onderzoeksprojecten

28 januari 2008 - De TU/e wil vaker de coördinerende rol in grote onderzoeksprojecten naar zich toe trekken, vooral in de profilerings-gebieden van de TU/e. De universiteit gaat hiertoe een ‘project office’ oprichten. Deze nieuwe afdeling moet ondersteuning geven bij het binnenhalen van grote projecten en zorgen dat meer Europees en nationaal subsidiegeld binnenkomt.

x3_s.jpg

“Wij vinden dat we op bepaalde gebieden ‘top’ zijn, dus dan moeten we daarin ook de kar willen trekken”, vertelt Gerard Verschuren van Dienst Algemene Zaken die samen met drs.ir. Pieter de Bock van Innovation Lab het plan trekt.

Het College van Bestuur trekt voor de komende twee jaar ongeveer een miljoen uit voor de nieuwe afdeling. Het project office moet in de loop van dit jaar operationeel zijn. Bij elke faculteit wordt een halve fte gestationeerd; daarnaast komen er ‘centraal’ nog een fulltime subsidiespecialist en een halve fte aan extra juridische ondersteuning. Hoeveel dat team aan nieuwe medewerkers precies aan extra subsidie moet opleveren, kunnen de plannenmakers nog niet zeggen, behalve dat het om ‘miljoenen’ gaat.

De TU/e wil met het project office dichter bij het vuur komen zitten. Eerder op de hoogte zijn van grote projecten, invloed uitoefenen op de richting ervan en de leidende rol in de uitvoering proberen te bemachtigen. “Projecttrekkers worden over het algemeen erkend als toonaangevend in hun vakgebied”, verklaart Verschuren dit streven. “We willen de TU/e zichtbaarder maken in die projecten. Dat geeft een betere uitstraling, waardoor je een aantrekkelijkere projectpartner bent, meer internationale bekendheid krijgt en uiteindelijk ook beter wetenschappelijk personeel en studenten kunt aantrekken.”

Voorbeelden van organisaties die al op een dergelijke wijze werken zijn Philips en de Wageningen Universiteit. “Wanneer er professionele ondersteuning is, stijgt de kans flink om een project binnen te halen. Dat leert de ervaring”, meent De Bock.

Daarvoor is het wel nodig om proactief te zijn en goed te netwerken, stelt hij. Wie afwacht en pas reageert wanneer de tender er is, valt eerder buiten de boot. Wie een coördinerende rol wil, is zeker een half jaar aan voorbereiding kwijt, aldus De Bock. Die tijd is onder meer nodig om de juiste partners te selecteren. Ook gaat veel tijd op aan papierwerk, zoals het schrijven van voorstellen.
Een succesvol voorbeeld van de beoogde aanpak is het GRAPPLE-project uit het zevende kaderprogramma van de Europese Unie. TU/e-hoogleraar prof.dr. Paul de Bra heeft onlangs de centrale rol in dit project binnen weten te halen.

Faculteitsplannen
De faculteiten moeten nu eerst een plan op gaan stellen voor de concrete inzet van hun eigen project-officemedewerker. Pas als het plan er is, krijgen ze geld van het College van Bestuur. De enige faculteit die niet meedoet is Biomedische Technologie (BMT). “Die zijn al zeer succesvol”, zegt Verschuren. “BMT zit in heel actuele gebieden, die hebben nu al moeite om alles te draaien.”