Studium Generale en Asselbergs zijn oude bekenden; vanaf 1991 werkte hij er zeven jaar als programmamaker. Daarna werd hij studentadviseur bij het Onderwijs en Studenten Service Centrum, om in 2003 aan de slag te gaan bij de toen kersverse faculteit Industrial Design.
Asselbergs ziet zijn overstap naar SG, dat in samenwerking met studenten onder andere allerlei culturele activiteiten organiseert, niet als een terugkeer. “Het voelt als een heel nieuw avontuur, al is het maar omdat de wereld er destijds heel anders uitzag, met amper nog internet, e-mail en dergelijke. Maar de basisconstanten zijn hetzelfde. Ik vind dat de TU/e veel energie moet steken in het opleiden van zo breed mogelijke, competente ingenieurs, die kunnen meepraten over wat er speelt in de wereld en daarin proactief kunnen handelen. Voor SG is daarin een mooie taak weggelegd.”
Asselbergs wil nog niet uitweiden over zijn ideeën bij SG, maar het nog nadrukkelijker betrekken van studenten bij het programma, behoort zeker tot zijn doelen. “De eeuwige valkuil is dat je een podium wordt, terwijl SG veel méér is; we moeten ons echt actief bemoeien met de academische vorming van studenten.” Het ECTS-label (studenten kunnen één studiepunt krijgen voor het volgen van bepaalde SG-activiteiten) is daarin volgens het nieuwe bureauhoofd een belangrijke stap geweest, “maar dat kunnen we nog meer uitbouwen. SG moet worden gezien als iets wat je niet wilt en mag missen.”
Maarten Pieterson kijkt tevreden terug op zijn vijftien jaar als hoofd van SG, waarin volgens hem met name de publiciteit en faciliteiten, mede door het Gaslab en De Zwarte Doos, enorm verbeterd zijn. Van zijn opvolger hoopt hij bovenal dat deze goed zorgt voor de grotere erkenning, maar ook grotere verantwoordelijkheid die SG volgens hem heeft gekregen voor het aanbod op het vlak van academische vorming. “Bovendien zijn we hier de énige structurele aanbieder van dit soort activiteiten. Daarmee is SG van groot belang voor de kwaliteit van leven op de campus.”
Pieterson luidt het einde van zijn werkende bestaan in met een voettocht naar Rome, waaraan hij 8 juni begint. “Als ik één dag nadenk, heb ik direct voor een week werk. Straks kan ik drie maanden nadenken en niks uitvoeren; dat lijkt me erg vruchtbaar.”/.
|