spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


“Al consumerend eten we de wereld langzaam op.”
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Zestig procent van de wereldbevolking woont in steden die steeds verder dichtgeslibd raken. Dat kan anders: stapel verkeer, woningen, kantoren, hotels en zelfs parken bovenop elkaar en er blijft flink wat ruimte over voor omliggend groen. Volgens Bouwkundestudent Rick ten Doeschate vereist ruimtebesparend bouwen vooral een onconventionele manier van denken.

“Het is een onhoudbare situatie”, vindt Ten Doeschate. “Al consumerend eten we de wereld langzaam op. De bouw is goed voor een belangrijk deel van die consumptie, dus moeten we oplossingen zoeken om zowel ruimtebesparend als duurzaam te bouwen.”

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Want ‘duurzaamheid’ heeft niet alleen een ecologische betekenis, maar impliceert onder andere ook een hoge kwaliteit van leven. En wie wil er nu hutje mutje wonen? Op zoek naar een antwoord ondernam een groep van tien Eindhovense Bouwkundestudenten een ontwerpend onderzoek in Arnhem. Daar ligt, naast de Nelson Mandelabrug aan de Rijnkade, een gebied van honderdduizend vierkante meter aan betonnen infrastructuur. Een uitstekende plaats om prettig te wonen, onthult Ten Doeschate. “Vroeger ontstonden steden vaak rondom infrastructurele knooppunten. Tegenwoordig wordt het verkeer juist strikt gescheiden van woonruimte.”

Dat heeft niet alleen te maken met het feit dat zware trucks en personenauto’s de koetsen en trekboten van weleer hebben vervangen. Vooral het modernisme, de architectonische stroming uit het begin van de vorige eeuw, schreef een strikte scheiding voor van infrastructuur, woon-, werk- en recreatieruimte. De actualiteit vraagt echter om een meer flexibele benadering. Geïnspireerd door de zestiende-eeuwse maniëristen, die met inventieve ontwerpen braken met de conventies uit de renaissance, legden de Eindhovense studenten starre opvattingen over langsrazend verkeer even naast zich neer. Ten Doeschate zelf ontwierp een stukje architectuur waar allerlei functies met elkaar zijn vervlochten. “Bovenop een distributiecentrum staat een markthal. Op het dak daarvan ligt een groen park met woningen, kantoren en hotelkamers. Daarbovenop ligt weer een stadskas, waarvan de restwarmte ‘s winters kan worden afgedragen aan de andere gebouwen. Het voedsel kan direct naar de hotels. Doordat alles dicht bij elkaar ligt, hoeft er minder worden gereden en ontstaat er een levendige stedelijke dynamiek.”

Het Arnhemse verkeersknooppunt zou dus zomaar kunnen veranderen in een bruisend centrum van woon- en werkplezier. Toch ziet Ten Doeschate het niet snel zo ver komen. “Onze ideeën zijn vooral bedoeld om de politiek te prikkelen. We wilden laten zien dat een grotere woondichtheid niet per se gepaard hoeft te gaan met torens zoals in Manhattan. Maar voor gewone bewoners is het ontwerp waarschijnlijk iets te heftig.”

Tekst: Enith Vlooswijk
Fotomontage: Rien Meulman


Heeft u tips voor deze serie; mail ze dan naar cursor@tue.nl .