spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook

Minder CO2 door de TU/e

10 december 2009 - In Kopenhagen is deze week de VN-klimaattop van start gegaan. Wereldleiders en regeringsdelegaties uit bijna tweehonderd landen zijn in Denemarken bijeen om afspraken te maken over forse terugdringing van broeikasgassen. Cursor vroeg TU/e-wetenschappers hoe de CO2-uitstoot binnen hun vakgebieden de komende jaren fors kan worden verminderd.

Prof.ir. Wim Zeiler, hoogleraar Building Physics and Systems (Bouwkunde)

“In de bouw kan een enorme slag gemaakt worden. Veertig procent van alle energie in Nederland is terug te voeren op de gebouwde omgeving. Op dit terrein kan de meest efficiënte en verantwoorde investering voor CO-reductie worden gerealiseer, met bestaande technieken. Huizen kunnen energieneutraal worden gebouwd of gerenoveerd. De grootste winst kan worden behaald door woningen te renoveren en energieneutraal te maken. Dit gebeurt bijvoorbeeld al in Roosendaal. Dit kost gemiddeld twintigduizend euro per woning, maar zo’n gerenoveerd huis verbruikt ongeveer een tiende aan energie van een gemiddelde woning nu. Als we in Nederland de komende tien jaar jaarlijks vierhonderdduizend huizen renoveren en zestigduizend energieneutrale woningen bijbouwen, dan kunnen we de totale CO2-uitstoot met ruim een derde verminderen. Die forse reductie kan dus worden gerealiseerd door hoogwaardige woningisolatie, het gebruik van warmtepompen en door goed rekening te houden met het gedrag van mensen. Ook slimme systemen in huis zijn van belang, zoals een energiezuinige thermostaat.

Het bouwen en renoveren van huizen is veel doeltreffender dan bijvoorbeeld CO2-opslag. Daarmee schuif je de problemen alleen maar vooruit. Ook de bouw van meer kerncentrales is niet zo efficiënt. Bouwen en renoveren is ideaal in deze economische tijden. De nieuwbouw ligt namelijk stil. Via deze weg kun je in heel Europa dergelijke CO2-reducties bereiken. Maar ook in tropische gebieden kun je de uitstoot op die schaal reduceren, onder meer door efficiënt gebruik van duurzame energiebronnen.”


Prof.dr. Cees Midden, hoogleraar Cultuur en Techniek (Industrial Engineering & Innovation Sciences)

“In onze vakgroep houden wij ons al geruime tijd bezig met de vraag hoe je energiezuinig gedrag van mensen kunt stimuleren. Op het gebied van milieuvriendelijk gedrag in de woon- en werkomgeving is nog veel winst te boeken. Met de inzet van robotica, displays en interfaces geven we gebruikers van elektronische apparatuur eenvoudige adviezen, kritisch commentaar, feedback of sociale waardering. Zo kunnen we hen aansporen om zuiniger om te springen met energie. Deze methoden en technieken leveren pas over tien á vijftien jaar CO2-winst op. Maar uiteindelijk kunnen deze systemen in de woon- en werkomgeving zorgen voor een reductie van zo’n twintig procent. Deze afname wordt vooral gerealiseerd door interactieve systemen en slimme systemen, waarbij mensen sociaal beïnvloed worden. Dergelijke systemen zijn ook steeds geavanceerder. We kunnen de kwaliteit van de informatie naar gebruikers verbeteren en deze overdracht nog persoonlijker maken. Die reductie van twintig procent is eigenlijk alleen haalbaar in rijkere landen of in opkomende economieën. Het duurt lang voordat de technologie betaalbaar is. Bovendien is de bewustwording bij mensen van hun energieverbruik een traag proces.”

 

Prof.dr.ir. Ronald van Zolingen, emeritus hoogleraar duurzame energie (Werktuigbouwkunde)

“In de komende jaren mogen we geen forse CO2-reductie verwachten door het gebruik van zonne-energie. Voor de eerstvolgende mijlpaal in Europa op dit gebied moeten we denken aan het jaar 2020. De met zonnecellen opgewekte energie als onderdeel van de totale elektriciteitsvoorziening is op het continent dan tussen de vier en twaalf procent.

Voor een forse toename aan opgewekte energie uit zonnecellen moet er meer geld naar onderzoek en ontwikkeling en moet de markt voldoende worden gestimuleerd. De kosten voor het opwekken van energie uit zonnecellen zijn nu stevig aan het dalen. In 2018 zouden de opwekkosten gelijk kunnen zijn aan de kosten die je hebt als kleinverbruiker. In dat geval is er geen subsidie meer nodig. Om dat punt te bereiken, heb je een terugverdienvergoeding nodig die kostendekkend is. In Duitsland is deze ingevoerd. Daar is een grote duurzame energiesector ontstaan, waarin zo’n 250.000 mensen werkzaam zijn. In Europa is een forse CO2-reductie met behulp van zonne-energie dus haalbaar. Daarnaast wordt in China, Japan en Californië op dit gebied flink aan de weg getimmerd.

Zonne-energie kan vooral op lange termijn een substantiële bijdrage leveren aan de vermindering van het CO2-probleem. De technologie gaat hard, de emissies zijn laag en de zonnepanelen hebben een korte terugverdientijd. Zonne-energie heeft daarom veel potentie. Zo biedt de totale hoeveelheid zonlicht op aarde achtduizend maal zoveel energie dan de mensheid aan energie verbruikt. Maar in het geval dat de wereldleiders harde afspraken maken, duurt het zeker nog tot 2050 voordat de helft van de gehele energievoorziening duurzaam is.”

 

Prof.dr. Rutger van Santen, hoogleraar Katalyse (Scheikundige Technologie)

“De CO2-uitstoot kan op korte termijn alleen worden gereduceerd door energie te besparen. Het gebruik van duurzame energie verloopt daarvoor te langzaam. We zullen dus efficiënter moeten omspringen met onze fossiele brandstoffen. Daarvoor moeten we op korte termijn gebruik maken van bestaande technologieën. Het kost immers nogal wat jaren voordat innovatieve technologieën helemaal zijn uitgekristalliseerd.

Op tal van terreinen kan energie worden bespaard. Enkele daarvan zijn: gebouwen meer zelfvoorzienend maken, betere logistieke netwerken, efficiëntere verlichting en aansturen op een afname van de vleesproductie. Ook zijn verbrandingsmotoren voor verbetering vatbaar. Deze kunnen worden ingebouwd met sensoren, waarmee de druk en temperatuur wordt verlaagd. Daarnaast bespaar je energie door auto’s van kunststof te maken. Verder moeten we af van kolencentrales, want die zijn zeer milieubelastend.

Binnen de katalyse kan een aantal processen worden verbeterd, om zo CO2-winst te boeken. Dit geldt vooral voor het omzetten van ruwe olie naar diesel en aardgas. Met name het gebruik van aardgas in plaats van olie kan zorgen voor een CO2-reductie van pakweg dertig procent. Aardgas heeft een betere waterstofverhouding dan olie en is daarom schoner. De huidige installaties zijn helaas niet ingesteld op aardgas. Daaroor moet eerst wel fors geïnvesteerd worden.

De overstap naar duurzame energie is echt een kwestie van lange adem. Een mooi tussenstation van fossiele brandstoffen naar zonne-, wind- en waterenergie is biomassa. Dat is op korte termijn een redelijke oplossing. Hiervoor is wel veel kunstmest nodig, wat weer leidt tot de nodige uitstoot van broeikasgassen.”
Klimaattop/Tjeerd Adema