spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
    Utrechtse collegevoorzitter Yvonne van Rooy over alliantie
    “Wij missen de technologische component van de TU/e”
    24 februari 2011 - Het is voor haar universiteit een unieke samenwerking, de strategische alliantie van Universiteit Utrecht, UMC Utrecht en de TU/e. Het houdt volgens Yvonne van Rooy, collegevoorzitter van de UU, dan ook een mooie belofte voor de toekomst in: baanbrekende ontwikkelingen aan de grenzen van de onderzoeksdomeinen die worden samengebracht. Een enthousiaste bestuurder vertelt over haar ambities met de TU/e.

    Van Rooy schetst het speelveld waarop universiteiten in deze tijd acteren. Om te beginnen wordt van het onderzoek verwacht dat het internationaal in de top meedraait, dat publicaties in toonaangevende tijdschriften verschijnen. Dit kan alleen wanneer onderzoeksgroepen zich specialiseren. De relatief kleine Nederlandse universiteiten kunnen nu eenmaal niet op een breed terrein goed zijn. Tegelijk is er het onderwijs: uitstekende mensen opleiden voor de arbeidsmarkt. Dan is er de derde taak: valorisatie, het naar de samenleving brengen van kennis. Alles bij elkaar een flinke opgave voor de universiteiten, stelt Van Rooy vast. Daarom ontstaan er steeds meer samenwerkingen tussen instituten. Om het onderzoek naar de top te brengen, om dankzij het samengaan van disciplines tot innovaties te komen of om gezamenlijk na te denken over onderwijs, bijvoorbeeld over disciplineoverstijgende masteropleidingen.

    Wanneer ze de Universiteit Utrecht en de TU/e naast elkaar legt, ziet ze duidelijke parallellen tussen die specialisaties, maar met een heel verschillende insteek.

    “Wij zijn complementair en kunnen tot synergieën komen. Dat wisten we al langer, want we spraken in het verleden als bestuurders al vaker met elkaar”, vertelt Van Rooy. Onlangs werden deze gesprekken weer opgepakt. Het helpt daarbij dat UU-collegelid Hans Amman in het verleden CvB-lid was aan de TU/e. Zoals de vroegere rector van de UU, Willem Hendrik Gispen, nu lid is van de raad van toezicht in Eindhoven. “Wat ook helpt, is dat het tussen Eindhoven en Utrecht ‘klikt’, zoals je dat in een relatie noemt. We voelen dat we dezelfde ambities hebben. We zijn no-nonsense en doen het zonder dikke, ingewikkelde rapporten - we gaan liever gewoon aan het werk.” Het kon al met al niet uitblijven dat de universiteiten zich aan elkaar zouden verbinden, stelt Van Rooy.

    In januari van dit jaar kondigden de drie partijen verregaande samenwerking aan. De essentie van deze strategische alliantie van UU, UMC Utrecht en de TU/e is het versterken van bestaande contacten en het samenbrengen van kennis om tot synergieën te komen. De bestaande samenwerkingsrelaties liggen op het terrein van energieonderzoek (katalyse), klimaatonderzoek, biomedisch onderzoek en de gezondheidszorg. De kracht van de drie partijen is zeer verschillend: technologie en toepassingen van wetenschappelijke concepten aan de TU/e, fundamenteel onderzoek aan de Universiteit Utrecht en klinisch onderzoek en patiëntenzorg aan het UMC Utrecht.

    De twee universiteiten hebben al tal van samenwerkingsverbanden tussen de onderzoekers. Dat is de basis waarop de alliantie wordt vormgegeven. “Een samenwerking kun je niet topdown afdwingen: ‘gij zult met de TU/e samenwerken’. Dat bepalen de onderzoekers zelf wel. We gaan dus op de eerste plaats kijken welke samenwerking er al is en hoe we die kunnen versterken.”

    Een samenwerking als met de TU/e is nieuw, vertelt Van Rooy. “Dit is de eerste strategische alliantie waar we ook nog extra middelen voor investeren.” Nu de UU de alliantie is aangegaan met de TU/e komen ook andere universiteiten praten over wat er in Utrecht mogelijk is. “Dat is goed, want wij hebben natuurlijk opleidingen die uit deze samenwerking weinig voordeel halen, zoals de faculteit geesteswetenschappen, onze grootste faculteit. Voor hen zijn weer andere samenwerkingsverbanden relevant.”

    De belangrijkste winst voor de Universiteit Utrecht is het inbrengen van de technologische component van de TU/e. “Wij zijn sterk in delen van de lifesciences. We hebben een grote bètafaculteit, maar zonder technologische component. We zijn beide sterk in scheikunde, in Eindhoven technisch, bij ons de niet-technologische kant. Zo zie je vrij snel waar we complementair zijn.”

    De samenwerking biedt de universiteiten de mogelijkheid om met meer succes in te schrijven voor Europese projecten. Hierover is duidelijk nagedacht met de keuze voor thema’s als duurzame energie, medische beeldverwerking, stamcellen en regeneratieve geneeskunde. Hiermee sluiten de partners naadloos aan bij de onderzoeksspeerpunten van de Europese Unie.

    De universiteiten bekijken ook hoe ze het onderwijs kunnen vervlechten. “Dan moet je denken aan masteropleidingen”, aldus Van Rooy. “Medische technologie ligt daarbij voor de hand, ook in samenwerking met het academisch ziekenhuis. Wij hebben de topopleiding ‘Summa’, een researchmaster bij geneeskunde. Dat is een selectieve master voor studenten van de opleidingen geneeskunde, biomedische wetenschappen en het University College. Het is interessant om te kijken of we daar een technologische component kunnen inbrengen. Een ander onderwerp voor een master kan energie zijn. Dat is een voor beide universiteiten belangrijk thema. Op het gebied van biomassa doen de universiteiten al samen onderzoek.”

    Van Rooy ziet tevens mogelijkheden op het terrein van innovatiewetenschappen, een bèta/gammaopleiding aan de facul-teit Geowetenschappen. Ze benadrukt dat je vaak tot innovatie komt door er een technologische component aan toe te voegen. Daarnaast zouden er ook op het terrein van de gammawetenschappen mogelijkheden voor samenwerking kunnen zijn. Ze wijst erop dat psychologie steeds belangrijker wordt in de omgang van de mens met de technologie. Bij Philips zie je steeds meer dat het gaat om beleving, daar hebben psychologen een steeds belangrijker rol.

    Binnen de alliantie wordt ook bekeken of het mogelijk is om gezamenlijk hoogleraren aan te stellen. “Dat hoogleraren deels in Eindhoven en deels hier werken. Dat zijn handige bruggen om tot elkaar komen.”

     

    CV Yvonne van Rooy



    Yvonne van Rooy (Eindhoven, 1951) is sinds 2004 voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht, waar ze rechten studeerde. Ze bekleedde deze positie eerder aan de Universiteit van Tilburg. Als CDA-politicus was ze twee maal staatsecretaris van Economische Zaken in kabinetten Lubbers.

    Interview | Chriz van de Graaf
    Foto | Bart van Overbeeke
    The strategic alliance between Utrecht University (UU), UMC Utrecht and TU/e is a unique collaboration for Yvonne van Rooy’s university. According to van Rooy, UU’s Chairwoman of the Board, the alliance bodes well for the future: trailblazing developments on the fringes of different research areas will be united. An exited chairwoman talks to TU/e about her ambitions.