Moors kijkt met veel plezier terug op het kunstproject, waarbij hij binnen een periode van drie maanden zijn houten kar steeds voor een week bij verschillende faculteiten zette . “Het was heel leuk om al die reacties te zien - zoals ‘wil je wat drinken?’ en ‘wat zit die kerel daar te doen?’. Op iedere locatie waren de reacties weer anders. Bij het sportcentrum was de sfeer bijvoorbeeld erg ontspannen. Soms zei ik helemaal niets en stond ik er gewoon. Mensen keken dan vaak nog eens om of stapten op me af om vragen te stellen. Ik zag in hoe mensen naar een kunstwerk kijken: zo moet een schilderij zich voelen.”
Moors betrok de voorbijgangers ook bij zijn project. Zo maakte hij voor medewerkers en studenten bij het IPO-gebouw een kunstwerkje van een voorwerp dat ze in hun zak hadden. Moors, die beeldende kunst heeft gestudeerd aan de AKV/St. Joost in ’s-Hertogenbosch, verkocht verder onder meer wiggen in Vertigo en verzamelde plankjes met daarop namen van medewerkers en studenten in het Sportcentrum. Hij geniet nog na van zijn ‘eindact’. “Bij het Auditorium heb ik het karretje geplaatst, met daarin een zelfgemaakt lijf, en een gekleid hoofd lag een stukje verderop. Het idee daarachter was dat ik een goocheltruc uitvoerde die is mislukt.”
Het mobiele loket is inmiddels ter ziele, slechts enkele onderdelen zijn bewaard gebleven. “Het had wel iets treurigs toen ik het loket op de aanhanger van mijn vader, die het loket mee heeft gemaakt, zag wegrijden”, blikt Moors terug.
De herinnering aan het project blijft nu in ieder geval bewaard door het boek dat Moors met de Kunstcommissie heeft samengesteld. Daarin zijn de verschillende activiteiten die de kunstenaar met zijn karretje ontplooide in woord en beeld vervat. (JvG)
|