spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
    PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
    Maaike Kroon | “Je kunt beter spijt hebben van wat je wél hebt gedaan”
    24 februari 2011 - Komende week begint de jongste vrouwelijke hoogleraar van Nederland aan de TU/e. Prof.dr.ir. Maaike Kroon (30) begrijpt de belangstelling, maar voor de ambitieuze scheikundige zijn leeftijd en geslacht bijzaak. “Ik ben trots op mijn benoeming, maar uiteindelijk gaat het erom dat ik mijn functie goed uitoefen.”

    Ja, ze blokte hard voor tentamens, maar je trof haar ook om drie uur ’s nachts in de kroeg aan. Hoewel Kroon altijd een hardwerkende student en later onderzoekster is geweest, zorgde ze er tegelijkertijd voor dat haar privéleven niet ondersneeuwde. “Ik vind het een verrijking om iets naast mijn studie of werk te doen.” Ook nu lukt dat nog, mede dankzij haar man: “Hij zorgt ervoor dat ik me ontspan en doet veel in het huishouden.” In haar vrije tijd speelt ze saxofoon en ze gaat graag een stukje fietsen. Bewust heeft de dertigjarige, opgegroeid in het Zuid-Hollandse plaatsje Numansdorp, er altijd voor gekozen om op fietsafstand van haar werk te wonen. De vijf kilometer van thuis naar de TU/e overbrugt ze vanaf begin maart per fiets.

    Het is geen toeval dat ze hoogleraar is geworden. “Tijdens mijn studie scheikundige technologie wist ik al dat ik onderzoeker wilde worden. Toen ik bij bedrijven stage liep en werkte, kwam ik erachter dat ik graag zélf wil bepalen wat ik onderzoek. Daarbij heb ik het altijd leuk gevonden om les te geven - ik gaf al bijles op de middelbare school. Het is mooi om uit te leggen wat je doet en om te zien dat mensen groeien in kennis.”

    De passie voor techniek zat er van jongs af aan in. Lachend: “Als kind speelde ik uren met lego. Ik moest niets hebben van het poppenhuis dat ik van mijn oma kreeg.” Serieuzer: “Ik vind het interessant hoe de natuur werkt. Ik was goed in de exacte vakken, alhoewel de talen me ook prima af gingen.”

    Tijdens haar promotie schiep ze de voorwaarden om weer hogerop te komen. Haar kracht: “Ik denk voortdurend vooruit.” Normaal gesproken bepaalt een hoogleraar het onderzoeksonderwerp en zoekt daar geld en promovendi voor. Kroon draaide het om door zelf een onderzoek aan te dragen en daar subsidie voor te regelen. Dat lukte, met hulp van haar twee promotoren. Kroon was echter zo snel met haar promotie dat andere onderzoekers van het onderzoeksgeld konden profiteren. Waar de meeste promovendi minstens vier jaar besteden aan onderzoek, rondde de hoogleraar scheidingstechnologie het traject in twee jaar af. “Ik had me al in het onderwerp ingelezen voor mijn afstuderen en ik had de appa-ratuur al. De proef bleek snel te lukken.”

    Kroon ziet meer voor- dan nadelen van haar leeftijd voor het uitoefenen van haar functie. “Ik sta dicht bij de studenten. Ik kan met aansprekende voorbeelden komen en ben net als hen opgegroeid met gsm’s en laptops.” Over de keerzijde: “Ik heb soms het idee dat ik me meer moet bewijzen. Dat mensen eerder geneigd zijn een oudere collega te geloven. Een oudere, grijze man straalt een ander beeld uit dan een jonge vrouw als ik.”

    Op de weg naar het hoogleraarschap verbreedde ze zich op allerlei manieren en deed ze gericht ervaring op. “Ik heb kansen gecreëerd en gegrepen. Ik vind dat je beter spijt kunt hebben van wat je wel hebt gedaan, dan dat je spijt krijgt omdat je het níet hebt gedaan.” Zo belandde ze in Athene, waar ze kennis opdeed over statistische thermodynamica en in Maryland leerde ze veel over quantumchemische methoden. Ze deed verder buitenlandervaring op in Barcelona, Stanford en Tokio. In vijf jaar tijd pakte de hoogleraar zes keer haar spullen. Ook deze week is ze weer druk bezig met dozen uitpakken. Kroon heeft haar werk als universitair docent aan de TU Delft ingewisseld voor het hoogleraarschap aan de TU/e, waar ze zich vanaf maart gaat richten op nieuwe technieken voor het scheiden van stoffen. Ze legt uit: “Met deze technieken, die gebruikmaken van een hulpstof, kun je heel selectief één bepaald stofje aan een mengsel onttrekken. De hulpstoffen die dat het best kunnen, hebben als nadeel dat het veel energie kost om ze te regenereren. De kunst is om hulpstoffen te vinden die beide eigenschappen in zich verenigen.”

    De scheikundige heeft het al ver geschopt, maar daarmee is het einde van haar carrière nog lang niet in zicht. “Dit is pas het begin. Ik ga een groeiende en bloeiende onderzoeksgroep starten die internationaal naam gaat maken.” Over haar gedrevenheid: “Die zit gewoon in mij. Ik doe iets goed, of ik doe het niet.”

    Foto | Bart van Overbeeke
    Interview | Judith van Gaal