/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursornummer 3

jaargang 42, 23 september 1999


Reportage


Vormgever Koos Staal houdt van helder en leuk

Grafisch ontwerp/Gertjan Harberink

Helder, eenvoudig, overzichtelijk ˇn leuk, zo omschrijft grafisch vormgever Koos Staal zijn werk. Staal bedacht het nieuwe gezicht van zoân veertien kranten en bladen. Hij ontwierp tientallen huisstijlen, logoâs, folders en andere grafische uitingen. Staal ontwierp eveneens het nieuwe uiterlijk van Cursor. Afgezien van de NRC heeft hij vrijwel alle bladen die op zijn deurmat belanden, ooit vormgegeven. Staal houdt zijn producten nog steeds nauwlettend in de gaten en schroomt niet om een fax te sturen wanneer de redacties het oorspronkelijke concept uit het oog dreigen te verliezen. 

Vormgever Koos Staal leunt achterover in de geriefelijke stoel van restaurant Wientjes, een vermaarde ontmoetingsplaats voor zakenmensen op een steenworp afstand van station Zwolle. De zon schijnt. Staal drinkt Spa Rood en cappuccino, op tafel ligt een draagbare telefoon. Zijn kantoor staat in Haren, een rustiek plaatsje in de buurt van Groningen. Telefoontjes die daar binnenkomen worden automatisch doorgeschakeld naar zijn mobiele telefoon. Het is rustig vandaag. De telefoon zal slechts ˇˇn keer piepen. 

ãIk vind het heerlijk in Harenä, zegt Staal. ãEr wordt gezegd dat je als vormgever in de Randstad moet zitten. Onzin. Als ik in Amsterdam langs de grachten loop, zie ik alleen maar naambordjes van collegaâs. Groningen ligt misschien wat ge•soleerder, maar dat gaf me wel de kans om mijn eigen pad te kiezen en me anders te ontwikkelen dan mijn collegaâs in Amsterdam.ä Het nadeel van deze werkwijze is wel dat Staal veel tijd in de auto doorbrengt. Zoân vijftigduizend kilometer per jaar om precies te zijn. 

Zijn werk brengt hem naar alle hoeken van Nederland. De afgelopen jaren werkte hij aan een restyling van zoân veertien titels. ãHet begon in â88 toen ik de opdracht kreeg om het Groninger Dagblad te restylen. Daarna ging het snel. Het is een klein wereldje, ze weten je allemaal te vinden.ä Na zijn vuurdoop bij het Groninger Dagblad volgde een hele rij titels. Cobouw, het Rotterdams Dagblad, het Gelders Dagblad, Dagblad de Limburger en het Utrechts Nieuwsblad huurden Staal in. Maar ook het Deense ingenieursblad Ingeni¿ren en Delta, het weekblad van de TU Delft wisten hem te vinden. 

Ambachtelijk

Staal is een ambachtelijk vormgever. Hij werkte in een drukkerij omdat hij naar eigen zeggen de pest aan school had en raakte daar gegrepen door het vak. Vervolgens doorliep hij kunstacademie Minerva in Groningen waar hij in â75 afstudeerde. ãHet is die combinatie van dingen doen met je handen en dingen met je hoofd die me zo aantrekt in dit vak. Misschien had ik ook wel architect kunnen worden. Het nadeel van een architect is dat de mindere dingen jarenlang blijven staan. Als vormgever heb je dat probleem niet. Je hebt te maken met een zekere vluchtigheid. Het is juist die vluchtigheid die je de ruimte geeft.ä 

De grafisch vormgever laat zich bij zijn werk vooral sturen door de idee‘n die een redactie heeft over de te bereiken doelgroep en de sfeer die het blad uit moet stralen. ãElk blad heeft zijn eigen benadering, zijn eigen concept. De opdrachtgever heeft daar een bepaald idee over en daar laat ik me door sturen. Het eindresultaat ontstaat tussen de opdrachtgever en mij. Het gaat erom dat we gezamenlijk iets uitdragen. De vorm staat helemaal in het teken van de functie en de inhoud van het blad.ä In het geval van Cursor stond er al vrij veel vast. ãDe nieuwe huisstijl was een vaststaand feit en de redactie had goed voor ogen wat ze met het blad wilden. De indeling lag daardoor zo goed als vastä, zegt Staal. 

ãTijdens de eerste presentatie van de huisstijl vroeg ik me af wat ik in godsnaam met die schuine streep aanmoest. Op weg naar huis borrelden de eerste idee‘n al bij me op. Natuurlijk, dacht ik, dat wordt de Îcursorâ in de titel van het blad. Vervolgens moet je dat visualiseren. Ik maak voor mezelf wat schetsen op een papiertje op de hoek van de tafel en werk dat vervolgens uit met een tekenprogramma op mijn Mac. Je kunt immers niet met een papiertje bij je opdrachtgever aankomen. Die Mac is alleen een hulpmiddel om duidelijk te maken wat ik bedoel, ik ontwerp niet op dat ding. Ik stond jarenlang achter een tekentafel. Schuivend, knippend en plakkend. Dat is toch heel anders dan achter zoân glazen schermpje waarop de kleuren ook nog eens anders uitpakken dan in het echt. Ik doe het nog steeds, dat knippen en plakken. Ik zweef nog tussen twee werelden, denk ik.ä Of wat hij in zijn atelier knipt en plakt ook technisch allemaal 

haalbaar is, maakt hem niet uit. ãDat kunnen andere mensen beter dan ik. Ik hou me daar verre van. Dit maakt het werk wel overzichtelijk. Samen met mijn partner-in-business, vormgeefster Geja Duijker, kan ik daarom veel naast elkaar doen. Zoân dertig projecten tegelijk kunnen we makkelijk behappenä. 

De hand van Koos Staal is erg herkenbaar. Wie de kranten die hij restylde naast elkaar legt, ziet veel overeenkomsten. Logischerwijs wordt daar inmiddels ook alweer rijkelijk uit geput door anderen. ãEen blad als Metro had ik vormgegeven kunnen hebbenä, erkent hij desgevraagd. Staal voelt zich erg aangetrokken tot het vormgeven van kranten. ãVormgeven voor kranten is anders dan het maken van regulier drukwerk. Ik lever geen kant en klaar product maar een raamwerk. Een set regels waarbinnen de opmakers aan de slag kunnen. Dat raamwerk moet ook bestand zijn tegen slechte lay-outers. De uitwerking van mijn idee‘n is dus iedere dag anders. Er heerst bovendien een andere mentaliteit. Er mag bijvoorbeeld best iets fout gaan want je hebt immers de kans om het morgen opnieuw te doen.ä 

Staal houdt niet van moeilijk doen. ãIk pretendeer absoluut niets ingewikkelds. Ik vind dat de vormgeving van een krant helder, eenvoudig, overzichtelijk en eigenlijk ook wel een beetje leuk moet zijn.ä 





Warenhuis

Een krant is als een warenhuis, vindt Staal. ãAlles schreeuwt om aandacht. Een goede krant geeft daarom een hi‘rarchie in de verschillende artikelen. Je hebt bovendien te maken met verschillende soorten artikelen; nieuws, achtergrond, analyse, columns. Die verschillen in hi‘rarchie en soort moeten duidelijk ge-maakt worden met heldere, grafische signalen. De structuur van de krant ligt dus voor het grootste deel vast. Daar moet ik afblijven. Daarnaast heeft een krant heel veel Îvast materiaalâ. Logoâs, lijntjes, dat soort dingen. Met deze elementen kun je je krant Îsmoelâ geven. Daarmee kun je leuke dingen doen.ä 

Een goed voorbeeld hiervan is Delta, het weekblad van de TU Delft. In het logo van dat blad staat de god Prometheus. Het godje duikt in de rest van het Delta voortdurend op waardoor iedere willekeurige pagina van het blad onmiddellijk te herkennen is. ãEen studentikoos blad als Delta leent zich daar uitstekend voor. Het geeft het blad een knipoog, iets relativerends.ä 

De uitwerking van Staals idee‘n is in handen van de vormgevers van een krant. Als Staal ziet dat de vormgeving een ander pad inslaat dan hij bedoeld heeft, stuurt hij een fax. ÎIk blijf betrokken bij mijn product. Maar ook bij dat van anderen. Toen het NRC enige tijd gelden een andere broodletter nam, vond ik dat een slechte beslissing. En dat heb ik ze laten weten ook. Natuurlijk. Gewoon een faxje ge-stuurd.ä/.

Gerestylde titels

1988 Groninger Dagblad/Drentse Courant DGD 

1989 Cobouw 

1990 Rotterdams Dagblad 

1991 Gelders Dagblad, Arnhemse Courant c.s. 

1992 De Limburger 

1994 Utrechts Nieuwsblad 

1995 Dagblad de Limburger 

1997 Delta, TU Delft 

1998 Ingeni¿ren 

1998 Nieuwsblad van het Noorden 

1998 Zwolse Courant/Arnhemse Courant 

1999 De Gooi- en Eemlander 

1999 Cursor /.


 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

Website