/Voorpagina /Nieuws /Mensen /Achtergrond /Academie /Onderzoek /Opinie /Reportage /Bestuur /Cultuur /Studentenleven /Ruis /Harmpje /Colofon |
/Vacatures /Mensa /Oude cursors /pdf formaat /Faculteits Berichten /Zoeken /TUE |
jaargang 42, 4 november 1999 Reportage |
“Reflectie invoeren op de TUE
is missiewerk” Ontwerpen/Brigit Span Er wordt nog niet genoeg nagedacht over ontwerpen binnen de TUE. “Ontwerpen is een speerpunt van de TUE, maar een degelijke ondersteuning van het ontwerponderwijs met ontwerponderzoek ontbreekt”, zegt promovenda Isabelle Reymen, die als AIO werkzaam is bij het Stan Ackermans Instituut en onderzoek doet naar ontwerpen binnen de disciplines bouwkunde, informatica en werktuigbouwkunde. Toen de Belgische Isabelle Reymen (25) afstudeerde als ingenieur-architect aan de universiteit van Leuven leek haar car- ričrepad voor haar uitgestippeld. Ze zou aan de slag gaan bij het architectenbureau van haar vader, met wie ze van jongs af aan al mee over de bouwwerf liep. Het balletje rolde anders; drie jaar geleden werd ze aangetrokken als AIO bij het Stan Ackermans Instituut om onderzoek te doen naar ontwerpen over de grenzen van de verschillende disciplines heen. Reymen is nu in de afrondende fase van haar onderzoek.
Voorbestemd
De opdracht die Reymen als AIO meekreeg was het maken van een multidisciplinair raamwerk voor ontwerpen. Een hele mond vol en vrij vaag, erkent Reymen, die probeert haar opdracht te verduidelijken. “Ontwerpen gebeurt overal, bij architecten, door iemand die een computerprogramma schrijft, iemand die een machine maakt. Het doel van het onderzoek was te zoeken naar overeenkomsten en verschillen tussen verschillende ontwerpdisciplines. Er schort echter nogal wat aan het proces van ontwerpen hier op de TUE. Het is een belangrijk punt, de TUE wil zich profileren als een ontwerpersopleiding, maar er wordt niet genoeg gereflecteerd”, is de mening van de Belgische promovenda.
Groot gat
De onderzoekster keek daarop welke factoren het product en het proces beďnvloeden van een ontwerper. “De ontwerpsituatie dus, en dat is meteen het belangrijkste woord uit mijn onderzoek. Deze wordt gevormd door drie onderdelen: het product, het proces en de context, ofwel de factoren die invloed hebben. Vaak kijken ontwerpers niet naar alledrie deze zaken, terwijl dat wel zou moeten. Ik heb daarom een methode ontwikkeld die ontwerpers bewust moet maken van de hele situatie. Dus niet meer alleen het product voor ogen hebben, maar ook het proces en de context.” Klinkt simpel en logisch, maar volgens Reymen wordt dit in de praktijk binnen de TUE te weinig geleerd en toegepast. “Een techneut is vaak maar op een ding gericht en dat is zijn product. Die andere zaken worden nogal eens uit het oog verloren. Om te kunnen leren van een proces, moet je je er ook bewust van zijn. Dan pas kun je het verbeteren.” Als voorbeeld voor de invloed van factoren op de context haalt de Belgische de afmetingen van de deuren van het nieuwe gebouw van Natuurkunde op het TUE-terrein aan. De deuren in dat gebouw waren te smal om rolstoelen door te laten. “Omdat er geen rekening was gehouden met de belangrijke factor ‘wettelijke bepalingen over afmetingen van deuren’, werden alle bestaande deuren onlangs voor veel geld hersteld. Dat had veel eerder in het ontwerpproces meegenomen moeten worden, maar daar is niet aan gedacht.” Volgens Reymen moeten veel mensen dit probleem binnen het ontwerpproces herkennen. “Vaak komen mensen het pas tegen als ze aan het werk gaan bij een bedrijf. Dan blijkt dat veel meer dingen het te ontwerpen product beďnvloeden dan enkel de kennis van de ontwerpers en een aantal vage eisen.”
Sleutelwoord
Reymen realiseert zich dat ze een moeilijk terrein betreedt van de Technische Universiteit. “Het is meer ‘zachte’ wetenschap die ik bedrijf; het is niet met harde bewijzen te stoelen.” Ze sterkt zich met de gedachte dat ze niet alleen staat: “Er bestaat een hele onderzoeksdiscipline die zo werkt, namelijk het ontwerponderzoek. Alleen gaat de TUE hier nog niet echt in mee. Wat dat betreft is het echt missiewerk wat ik hier doe. Een dankbare taak. Ik wil hier in Eindhoven via het onderwijs de reflectie erin zien te krijgen en verder gaan met mijn onderzoek in Delft, waar ze al wat verder zijn met het ontwerponderzoek. Daar kan ik me sterker maken voor Eindhoven, want ik voel me nu nog te jong om de kar hier te kunnen trekken. /. |