/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 1 nummer 6

jaargang 42, 23 december 1999


Cultuur

Untitled Document Ooit een kerk, nu een buurthuis

Als er een kerk wordt gesloopt, betekent dat veel meer dan een gebouw dat dichtgaat. Zo verandert bijvoorbeeld het beeld van de buurt. Een nieuwe bestemming, waar ook de buurt wat aan heeft, zou dan ook het beste zijn.

In de Eindhovense wijk Stratum stonden vier kerken op de nomi-natie om gesloopt te worden. Inmiddels blijft er één, de Gerarduskerk, behouden, de drie andere gaan dicht. De Stichting Eindhovens Religieus Erfgoed (ERE) organiseerde dit jaar een symposium en een tentoonstelling van studentenplan-nen voor deze gebouwen. In 2000 komt er een prijsvraag voor architecten. Die moeten met reële plannen voor herbestemming van deze kerken komen. De eerste ideeën (maquettes, tekeningen) zijn te zien op de expositie ‘Oh my God’.


De maquette voor de Don Boscokerk. Foto: Bram Saeys

Buurthuis

Jaques Valk, arch. HBO, werkt bij de faculteit Bouwkunde (capaciteitsgroep Stedenbouw) en is bestuurslid van de ERE. Hij was vanaf het begin betrokken bij het studentenproject Qerk. Dat project startte dit voorjaar op de faculteit Bouwkunde nadat bouwkundestudente Sandra Janssen een inventarisatie had gemaakt van bedreigde kerken in Eindhoven. Qerk presenteerde in juli van dit jaar de studentenplannen en nodigde alle betrokkenen, het bisdom, de overheden, monumentenzorg en de Bond voor Nederlandse Architecten uit voor het symposium. Iedereen betreurde de voorgenomen sloop. Maar de harde werkelijkheid is dat kerkbesturen, als eigenaar, met de kerken kunnen doen wat ze willen. En dat is voor zoveel mogelijk geld verkopen om met de opbrengst pastorale zorg te kunnen blijven verlenen.

Valk: “Dus moet je de kerken die dichtgaan een zo goed en reëel mogelijke herbestemming geven. Zo goed dat een projectontwikkelaar zegt: ‘Daar wil ik graag in investeren’. De meeste kerken staan in vooroorlogse wijken met kwalitatief minder goede woningen, vaak in sociaal arme buurten en hebben vaak een gemengde, multiculturele bevolking. We willen ook graag dat die kerken voor de buurt een goede functie krijgen. Zo heeft één van de kerken, de Don Boscokerk, nu de functie van buurthuis en opslagplaats. Naast de kerk ligt een volkstuin en graast een paard. Dat voor elkaar krijgen was een moeilijke opgave en leverde pittige discussies op, maar het was wel boeiend. In dat kader vonden we het een goed idee om de studentenplannen nog eens te laten zien. Zeker omdat de plannen en maquettes in de bibliotheek komen staan, waar je een heel ander publiek trekt dan de vakgenoten en direct betrokkenen die een half jaar geleden kwamen kijken.”/. /.

Untitled Document Hedendaagse religie volgens Theo van Keulen

‘Mijn vader hield absoluut niet van rode kool, maar heel veel van vis. Dat vond mijn moeder weer ontzettend stinken en wilde ze niet klaarmaken. Dus dat deed hij zelf en volgens mij was vis het enige dat hij kon bereiden. Daarom heb ik het woord ‘schelvis’ bij de installatie opgenomen.”

De vader van Theo van Keulen (1937) was elektricien in Nuenen, overigens, ruim voordat daar elektriciteit was. Eén van zijn kinderen werd beeldend kunstenaar en hij is een van de kunstenaars die een installatie maakte voor de tentoonstelling ‘Oh my God”. Rake typeringen en associaties begeleiden de beelden bij dit familieportret.

“Voor het eerst heb ik geschilderd toen ik als 12, 13-jarige pleuritis kreeg en drie maanden thuis moest blijven. Maar ik ben pas echt gaan schilderen in mijn diensttijd. Toen ik uit dienst kwam, ging ik fulltime als elektricien werken, tot 1975. Ik werkte toen al met andere kunstenaars in een gezamenlijk atelier in Gerwen en daarnaast ben ik parttime bij Studium Generale gaan werken. Daar maakte en bouwde ik tentoonstellingen, tot ik een slijmbeursontsteking in mijn rechterschouder kreeg, die verkalkte door het sjouwen met al die schotten.” Vervolgens werd Theo van Keulen fulltime beeldend kunstenaar, na de nodige cursussen. Hij kwam in de regeling voor Beeldend Kunstenaars, de BKR. Tot die in 1987 opgeheven werd. “Toen moest ik de bijstand in en kon ik de overwaarde van mijn huis opeten”. Makkelijk was het kunstenaarsbestaan dus niet altijd, ook al krijgt hij nog een kleine uitkering van de TUE naast de beurzen en subsidies. “Die kosten je ook een paar maanden tijd per jaar”, voegt hij daar veelbetekenend aan toe.


Theo van Keulen bij zijn installatie die hij maakte voor ÔOh my GodÕ. Foto: Bram Saeys

Kinderwagens

Van Keulen begon als schilder en tekenaar. Zijn schilderijen groeiden uit met allerlei attributen: een been, stukken meubel, schoenen. Eén schilderij bestond alleen uit een lijst met koffers, schoenen en brillen. Het platte vlak bevredigde Van Keulen duidelijk niet meer en de laatste jaren maakt hij vooral installaties met foto’s en video. In 1996 en 1998 maakte Van Keulen een enorme installatie met twaalf kinderwagens en vijftien doodskisten. Het was een portret over zijn familie waarin de familieleden op video vertelden over hun jeugd. Daarvoor dook hij 1500 foto’s bij de familie op.

Voor ‘Oh my God’ put Van Keulen nog steeds uit deze voorraad. In zijn atelier in Sterksel bouwde hij een altaar met foto’s van zijn vader, broer en zus, van hun jeugd tot hun overlijden. Hij bouwde een manshoge kelk en daarop staan de drie monitoren met de videobeelden van het altaar en de foto’s. Een stem begeleidt de opnamen. Maar waarom een kelk? Van Keulen: “Je kunt daar allerlei associaties bij hebben: een bittere drank, mijn broer en zus zijn echt helemaal weggeteerd-, de beker die iedereen moet leegdrinken, de kerk of het altaar, en een kelk past bij het thema van de tentoonstelling, hedendaagse religie.” Toch werd het geen sombere installatie, getuige de associaties die hij zijn broer Frans meegaf. Die was niet alleen vogelhandelaar, maar ook een flierefluiter en feestnummer. En zo wordt hij óók onthouden. /. /.

Untitled Document /Over domheid

Volgens koningin Beatrix regeert de leugen, maar misschien is het wel de domheid. Matthijs van Boxtel is domgeer en weet er alles van. Hij vertelt er bij Studium Generale over en legt het accent op blunders in de wetenschap en technologie. 5 januari, 11.45 uur, Blauwe Zaal, Auditorium.

/Millennium-party

Voor de kerst is de AOR nog één avond open, de 23ste. Daarna is het wachten op de Millenniumparty met gratis drinken en eten. Tenminste als je een kaartje hebt.

/Hans Dulfer

Voormalig autoverkoper, jazz- en cultheld in Japan en de vader van: dat moet Hans Dulfer zijn. Op maandag 27 december speelt hij ‘s avonds in jazzcafé Wilhelmina.

/Indische

vertelling

In de voorstelling ‘Senja Kala’ moet de held Rama zijn geliefde Sita verstoten nadat ze door demonen werd ontvoerd. Het stuk kwam tot stand met spelers, zangers, muzikanten, bewegers en kunstenaars uit de regio. Theater Het Klein, 23, 28, 29 en 30 december, 20.30 uur.

/Toekomstvisies

In Millennium Zone draaien de films ‘Future Shock’ (met Orson Welles die fantastische voorspellingen doet over technologische, wetenschappelijke, culturele en sociale doorbraken), ‘Christmas 2025’ (hoe liefde en geluk verboden worden in een steriele fascistoïde en zielloze wereld) en ‘Year 1999 A.D.’ (met de familie van de toekomst). De Effenaar, 29 december, 21.00 uur.

/Westcoast music

Westcoast music (à la Crosby, Stills, Nash, Bufffalo Springfield) van de driemansformatie Static; tweede Kerstdag, Kaffee De Groot, 17.00 uur. Op 1 januari, vanaf 18.00 uur speelt daar Let’s Quit, compleet met hun skamuziek en kater. Blues uit de vorige eeuw (de jaren ‘40 -’60) door Driving Wheel is te horen op zondag 2 januari om 17.00 uur.

/Zigeuner-muziek

De documentaire ‘Lacho Drom’ maakte filmer Tony Gatliff voor hij bekend werd met ‘Gatjo Dilo’. In ‘Lacho Drom’ (1993) volgt hij een groep zigeunerdansers en -muzikanten een jaar op hun reis door Spanje, India, Egypte, Slowakije en Hongarije. Zondag 2 januari, Plaza Futura, 12.15 uur.

/Musical ‘Pippin’

Dirk Postma, vijfdejaars student Elektrotechniek, speelt de hoofdrol in de musical ‘Pippin’. Elk jaar produceert de stichting Theaterplan een musical voor en door jongeren en dit jaar is dat ‘Pippin’. De try out is op 3 januari, de première op 4 januari en daarna is Pippin te zien t/m 23 januari in de Stadsschouw-burg. In Cursor 18 zal een interview met Dirk Postma staan. /.














Website