/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 2 nummer 0

jaargang 42, 27 januari 2000


Studentenleven

Untitled Document Het hartverscheurende geluid van een brekende boot

Het pijnlijkste moment voor de Thêta-leden die het ongeval op de A2 bij Den Bosch van dichtbij meemaakten, was niet de klap, niet het scharen van de enorme botenwagen of de angst voor de klap. De pijn werd pas echt voelbaar toen het bergingsbedrijf de combinatie met een zware ketting overeind trok waarbij een van de pronkstukken van de vereniging krakend en splinterend ten onder ging. “Het geluid van een boot die gekraakt wordt, dat doet héél, héél veel pijn”, zegt Paul Scholtes, Thêta-materiaalbaas en bijrijder op het moment van het ongeval.

Er hangt op maandagochtend, drie dagen na het ongeval, een wat wezenloze, verstilde sfeer in de roeiloods aan de Kanaaldijk Noord. Het is bijna tien uur. Langzaam druppelt de ene na de andere Thêtaan binnen. Op de bar liggen kranten waarin het voorval en de gevolgen breed uitgemeten worden. De Telegraaf heeft het, tot groot ongenoegen van de Thêtanen, over kano’s. In de loods liggen de restanten van wat ooit vier trotse, ranke roeiboten waren. Nu resten er slechts stukken versplinterd hout. De skiff waarmee de voor de Olympische Spelen genomineerde Gerard Engelmeers zich de komende maanden moest gaan bewijzen, ligt gebroken op de grond. De 55.000 gulden kostende SER-pentijn, een van de pronkstukken van de vereniging, staat in de werkplaats. De punt van de ‘acht’ is gebroken. In het glimmend gelakte houtwerk zitten onherstelbare scheuren.

Noodstop

Vrijdagavond reed de bijna 22 meter lange combinatie richting Tilburg waar zaterdag een kwalificatie wedstrijd gevaren zou worden. In de rekken van de botenwagen lag naast de eigen boten ook materiaal van de Utrechtse verenigingen Triton en Orca. “Ze hadden in de file gestaan en trokken op”, zegt Vincent Bothé. “De chauffeur, één van onze meest ervaren bestuurders, moest plotseling een noodstop maken omdat de auto’s voor hem plotseling remden. Waarschijnlijk omdat er op de andere weghelft een dieplader stond met zwaailichten. Mensen wilden zien wat daar gebeurde.”

Het ongeluk duurde een paar seconden. Twee, misschien drie. Door de abrupte remmanoeuvre ging de combinatie scharen. De veel zwaardere aanhanger haalde de cabine als het ware in. “Ik zag hem voorbij komen”, vertelt bijrijder Paul Scholtes. “Wat er achter ons gebeurde, kon ik niet zien. We draaiden, ik zag de vangrail. Als we er door de klap maar niet uitvliegen, dacht ik op dat moment. Het volgende moment stonden we stil.”

Niemand van de drie inzittenden raakte gewond. Die opluchting maakte snel plaats voor verbijstering. De aanhangwagen was gekanteld en tegen de vangrail geklapt. Door de klap waren sommige boten zwaar beschadigd.

Pronkstuk

De politie en Rijkswaterstaat boden de studenten de mogelijkheid om te redden wat er te redden viel, alvorens de bergers hun werk zouden doen. Boten die nog zichtbaar heel waren, mochten van de botenwagen gehaald worden. Daarna bracht het bergingsbedrijf een kabel aan om de aanhangwagen recht te trekken. Een deel van de kabel liep over de romp van een van de pronkstukken van de vereniging: de 17 meter lange SER-pentijn. De boot raakte bij het aanspannen van de kabel onherstelbaar beschadigd.

Geldprobleem

Terug naar de Kanaaldijk Noord nummer 13. Iedereen in de loods is blij dat er geen gewonden of doden gevallen zijn. Toch overheerst op dit moment de verslagenheid. “De opluchting was van korte duur. Nu zitten we met de nasleep”, zegt voorzitter Bothé. “Die is gigantisch.” De vereniging ziet zich geconfronteerd met een aantal problemen. Zo is door de crash één van de drie botenvervoerders weggevallen waardoor de overige roeiverenigingen die van die Thêta-dienst gebruik maakten, een groot probleem hebben. Verder moeten de boten vervangen worden. Die zijn handgemaakt en peperduur. Bovendien is de levertijd minstens vier maanden. Tijdelijk lenen is nu de enige optie. Verder moet de botenwagen vervangen worden. De plannen voor een nieuwe waren er al wel, maar ook daarop is het lang wachten. Voor de gecrashte botenwagen krijgen ze niets terug van de verzekering. De vrachtwagen en aanhanger waren beperkt casco verzekerd. Verder kan bijna-olympisch roeier Gerard Engelmeers niet trainen. Blijft over het geldprobleem. Voor de nieuwe boten hebben ze al minstens een ton nodig. “We hopen op krediet van de bond en de universiteit”, zegt Bothé. “Zelf kunnen we dit nooit financieren. En dat in een jaar waarin we 25 jaar bestaan en een nieuwe loods krijgen. Ik had me eerlijk gezegd heel wat anders voorgesteld van dit lustrumjaar.”/.














Website