/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 3 nummer 7

jaargang 42, 8juni 2000


Bestuur

Untitled Document Wat staat er in het achtertuintje van de TUE?

Vergunningenbeleid/Han Konings

De ramp met de vuurwerkfabriek in Enschede ligt al weer enkele weken achter ons. Wat bij deze catastrofale gebeurtenis al snel een heikel punt werd, was het door de gemeente verlenen van een vergunning aan een potentieel gevaarlijk bedrijf midden in een woonwijk. Ook de TUE heeft voor veel activiteiten op de campus vergunningen nodig. Om wat voor soort vergunningen gaat het hierbij en waarvoor worden ze afgegeven?

Op veel plaatsen op de TUE worden stoffen gebruikt of opgeslagen, die in verband met de veiligheid van studenten, medewerkers en bezoekers speciale aandacht behoeven. Ook werkplekken dienen zodanig ingericht te zijn, dat ze voor werknemers geen gevaar opleveren. Verantwoordelijk voor een veilige en gezonde werkomgeving is in eerste instantie het College van Bestuur. Het CvB heeft faculteiten en TUE-diensten een mandaat verleend om maatregelen te nemen die veiligheid, gezondheid en welzijn moeten garanderen. Voor veel van die activiteiten zijn vergunningen noodzakelijk. Verschillende gemeentelijke, provinciale en landelijke instanties houden zich bezig met de verstrekking van die vergunningen.


De twee grote lichtstraten in het dak van het BBC-gebouw (Berging Bijzondere Chemicali‘n) werken bij een eventuele explosie drukontlastend. Foto: Bram Saeys

Wet Milieubeheer

Arjen Ronner is werkzaam bij de Arbo en Milieu Service Organisatie (AMSO) van de TUE. Hij is belast met de coördinatie van de aanvragen van milieuvergunningen. Hij treedt op als contactpersoon voor de instanties die de milieuvergunningen afgeven en begeleidt de bezoeken van inspectieteams.

Ronner laat weten dat de TUE te maken heeft met een breed pakket van diverse soorten vergunningen. Zo zijn er de vergunningen met betrekking tot de Wet Milieubeheer. Voor alle processen en activiteiten die het milieu kunnen belasten of die voor het milieu gevaarlijk kunnen zijn, dient er zo’n vergunning te zijn. De gemeente Eindhoven, en dan met name de Milieudienst van het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE), is verantwoordelijk voor de verstrekking van deze vergunningen. In het kader van brandpreventie moet de Eindhovense brandweer voor alle gebouwen zogeheten gebruiksvergunningen Brandpreventie verlenen.

Ook beschikt de TUE over een complexvergunning waarop de Kernenergiewet (KEW) van toepassing is. Deze wordt afgegeven door een landelijke instantie (het ministerie van VROM). Waterschap De Dommel is de verstrekker van een complexvergunning in het kader van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren (WVO). Ook heeft de Eindhovense universiteit te maken met de bekende bouwvergunningen. Bijvoorbeeld voor alle projecten die momenteel uitgevoerd worden in het kader van het Masterplan Huisvesting. Daarnaast controleert de Arbeidsinspectie de inrichting van werkplekken in het kader van de ARBO-wetgeving. Veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemer dienen hierbij gegarandeerd te zijn. Namens de verzekeringsmaatschappijen controleert Sedgwick de TUE-gebouwen op veiligheidsaspecten.

BBC-gebouw

Al met al een heel woud van vergunningen, waarbij verschillende instanties vaak dezelfde zaken inspecteren, ieder vanuit zijn eigen expertise met eigen aandachtspunten. Maar waar vinden op de TUE-campus in potentie de gevaarlijkste activiteiten plaats? Ronner noemt het gebouw Berging Bijzondere Chemicaliën (BBC), dat gevestigd is achter Cascade. In juli 1999 is van dit gebouw, dat in september 1994 in gebruik werd genomen, nog een risicoberekening gemaakt door het ingenieurs- en adviesbureau SAVE. Die berekening werd uitgevoerd, omdat – zoals in het rapport staat – ‘een brand in een dergelijke chemicaliënopslag risico’s met zich kan meebrengen voor personen in de omgeving vanwege het ontstaan van toxische verbrandingsgassen.’ De risicoinventarisatie is er zowel voor individuen als voor groepen personen. Voor het BBC-gebouw mag de kans op een ongeval met minstens tien doden per jaar niet groter zijn dan 1 op de honderdduizend. Het BBC-gebouw wordt gezien als een state-of-the-art voorziening voor het opslaan van gevaarlijke stoffen. Het heeft een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van zestig minuten en is voorzien van extra ventilatiefaciliteiten en van een sprinklerinstallatie. Ook beschikt het pand over brand- en rookmelders met directe doormelding. Wettelijk gezien voldoet het gebouw aan de geheten CPR 15-2 norm, bedoeld voor de opslag van chemische stoffen boven de tien ton.

Zelfs met het risico van een explosie is rekening gehouden. De goede ventilatiecapaciteit verkleint de kans hierop al aanzienlijk, maar ook twee grote lichtstraten zouden bij een explosie drukontlastend werken. ‘In geval een explosie plaatsvindt worden de lichtstraten vernield en volgt er een (verticale) kortstondige steekvlam’, aldus het SAVE-rapport.

Cyclotron

Niet ver verwijderd van het BBC-gebouw staat naast de faculteit Technische Natuurkunde het Cyclotron-gebouw. Bij de deeltjesversneller die hier staat opgesteld, en in het Athene-gebouw dat naast de faculteit Scheikundige Technologie staat, werkt men met radioactief materiaal. De Stralingsbeschermingsdienst (SBD) draagt de zorg voor een verantwoorde toepassing van stralingsbronnen bij het wetenschappelijk onderzoek en onderwijs binnen de TUE. Het ministerie van VROM verleent hiervoor de vergunning in het kader van de Kernenergiewet (KEW). Volgens ir. Chris Huyskens, hoofd van de SBD, heeft deze vergunning in principe een onbeperkte geldigheidsduur. Zo gemiddeld eens in de twee jaar vinden er vanuit VROM en de Arbeidsinspectie controles plaats. Daarnaast is er volgens Huyskens regelmatig overleg met deze instanties.

Er bestaat een Regeling Stralingshygiëne TUE, die op dit moment wordt aangepast om aan te sluiten bij de Europese richtlijnen op dit gebied. Huyskens noemt het de TUE-spelregels, die aangeven hoe men hier omgaat met radioactieve stoffen en ioniserende straling uitzendende toestellen. In de cursussen en praktijkinstructies die de SBD geeft aan studenten en medewerkers is volgens Huykens ook nadrukkelijk aandacht voor wat men moet doen als er iets fout dreigt te gaan. Een speciaal calamiteitenplan bestaat er niet. Volgens het SBD-hoofd is dat alleen verplicht voor installaties die in de zware categorie vallen, zoals bijvoorbeeld kerncentrales. Op de universiteit zijn de activiteiten niet van dien aard dat een apart calamiteitenplan noodzakelijk is. De kans op een ongeval is volgens Huyskens zeer klein. En mocht er onverhoopt straling vrijkomen, dan is de intensiteit daarvan zo gering dat er geen gevaar bestaat voor de gezondheid.

Giftige gassen

Bij de faculteit Elektrotechniek bevindt zich in E-hoog op de achtste etage het laboratorium van prof.dr-ing. L.M.F. Kaufmann. Met gebruikmaking van giftige gassen wordt hier onderzoek uitgevoerd om chips te optimaliseren. Het is de bedoeling dat dit laboratorium over twee jaar verhuist naar een nieuw laboratoriumgebouw, dat zal verrijzen achter de faculteit Technische Natuurkunde.

Volgens Willem van den Eijnden, ARBO-medewerker bij Elektrotechniek, is voor dit laboratorium in E-hoog tien jaar geleden een zeer nauwgezet veiligheidsplan ontwikkeld, dat de vestiging ervan toestond onder een groot aantal voorwaarden. Eventuele calamiteiten binnen het laboratorium worden via het Gebouw Beheer Systeem (GBS) direct gemeld bij de brandweer van de TUE. Vier medewerkers van het laboratorium zijn volgens Van de Eijnden continu stand-by om informatie te verschaffen en assistentie te verlenen.

Aanvalsplannen

Op algemeen, overkoepelend niveau wordt op dit moment door de Bedrijfshulpverlening (BHV) van de TUE gewerkt aan aanvals- en ontruimingsplannen voor de faculteiten. Volgens BHV-hoofd Ad van Veen zijn enige tijd terug bij de faculteiten risicoinventarisaties gemaakt, waarbij aangeven werd hoeveel hulpverleners en BHV’ers men per faculteit dacht nodig te hebben. Volgens Van Veen is het aan de directeuren bedrijfsvoering of men deze adviezen wil opvolgen. “Iedere directeur bedrijfsvoering heeft de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van zijn eigen faculteit”, aldus Van Veen.

De volgende stap is het opstellen van een aanvalsplan. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de TUE-brandweer en de brandweer van de gemeente Eindhoven. Van Veen: “De naam zegt het al. Deze plannen geven aan hoe we een calamiteit, bijvoorbeeld een brand, te lijf willen gaan. Dat zal voor iedere faculteit anders zijn, omdat de activiteiten per faculteit zeer verschillen.” Afgeleid van de aanvalsplannen volgen dan de ontruimingsplannen. Die zijn bedoeld voor de bewoners en de hulpverleners en geven concreet aan op welke manier mensen een gebouw moeten verlaten bij een calamiteit. Op dit moment zijn binnen de gebouwen al bordjes te vinden met het alarmnummer en pictogrammen, die onderdeel uitmaken van deze ontruimingsplannen. Uiteindelijk wil Van Veen dat de plannen van de TUE naadloos aansluiten op het rampenplan van de gemeente Eindhoven.

Over de voortgang van zijn plannen is het BHV-hoofd niet tevreden. Van Veen: “We hebben eigenlijk meer financiële middelen - lees mankracht - nodig om deze plannen te kunnen uitwerken. Daarbij komt dat je ze ook moet bijhouden, als ze klaar zijn. Maar ik zou hierbij zeker niet willen refereren naar de ramp in Enschede. Dat vind ik paniekvoetbal.” /.














Website Cursor