/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 3 nummer 7

jaargang 42, 8juni 2000


Voorpagina

Untitled Document Het was een heel karwei om het nieuwste kunstwerk -the Flying Pins- van de gemeente Eindhoven op de juiste plaats te krijgen. De enorme bal met een doorsnede van zeven meter kwam aan in de haven van Son om van daar met een dieplader naar de plaats van bestemming, de berm tegenover de TUE, te worden gebracht. De kegels waren al eerder aangekomen. Het bowlingspel heeft 2,4 miljoen gulden gekost. De Gemeente Eindhoven heeft zelf 750.000 gulden betaald, de rest van het bedrag komt van sponsoren waaronder de TUE. Op het lijstje staat de universiteit vermeld voor een bedrag van 150.000 gulden.


Foto: Bart van Overbeeke

Untitled Document Twee ton voor

aansluiting vwo

Alle opleidingen van de TUE krijgen voor een tot twee dagen in de week een docent uit het vwo. Deze persoon moet de communicatie tussen het voortgezet onderwijs en de TUE op gang brengen, zodat er een betere aansluiting komt tussen deze twee opleidingen. Het geld hiervoor komt van de Hoger Onderwijsprijs, die de TUE onlangs heeft gewonnen.

De prijs werd toegekend voor het project ‘Propedeusevakken aanpassen!’ van het Onderwijs Service Centrum (OSC). Het projectteam bestaat uit drs. Annemarie Moons, ir. Annemiek Kamp, ir. Patrick van Aarle en ir. Elise Quant van het OSC. Toen het team hoorde dat je kon inschrijven voor de Hoger Onderwijsprijs op het gebied van aansluiting voortgezet onderwijs op hbo en wo, werd een beschrijving gemaakt van één van de aansluitingsprojecten die het OSC de afgelopen drie jaar heeft gecoordineerd.’ Het gaat over het aanpassen van het propedeuse-onderwijs aan de TUE om beter aan te sluiten op de tweede fase in het studiehuis binnen het voortgezet onderwijs.

In totaal deden 12 universiteiten en 17 hogescholen mee aan de Hoger Onderwijsprijs, maar de TUE viel in de prijzen, samen met de Hogeschool Enschede.

Het juryrapport noemde beide projecten vernieuwend en inspirerend. “We hadden van tevoren wel gekeken wat de andere deelnemers hadden ingestuurd, maar daar zat voor ons weinig onbekends tussen”, zegt Annemiek Kamp. “De aansluitingswereld is een heel open wereld waar veel overleg is onderling.”

Volgens het team was het bezoek dat de jury begin mei deed aan de TUE doorslaggevend. “Wij hebben hen ontvangen op de werkvloer bij Natuurkunde in het leerlingenontvangstlokaal, om te laten zien hoe het er hier aan toegaat”, zegt Elise Quant.

Nu is het zaak bij alle opleidingen een leraar uit het voortgezet onderwijs aan te stellen die zich bezig houdt met een goede aansluiting. Binnen de faculteit Natuurkunde is sinds enige tijd een natuurkunde leraar uit het voortgezet onderwijs werkzaam. Deze heeft volgens opleidingsdirecteur prof. dr. ir. Frans Blom gezorgd voor een goed natuurkundelerarennetwerk. “Hij adviseert ons onder meer over de aansluiting en over de moeilijkheidsgraad bij ons. Ook weet hij wat leeft onder vwo’ers en wat ze verwachten van hun vervolgopleiding. Overigens heeft drs. Sonja Feiner, verantwoordelijk voor kwaliteitszorg van het onderwijs binnen Natuurkunde, veel voorwerk gedaan hiervoor. De aanwezigheid van een docent uit het voortgezet onderwijs is aan te raden voor alle faculteiten.”/.

Untitled Document TUE-medewerkers

publiceren in Nature

Het tijdschrift Nature publiceert vandaag een artikel van de hand van vier onderzoekers die verbonden zijn aan de TUE en de KUN. De auteurs hebben met behulp van computersimulatie een link gelegd tussen de architectuur, de celbiologie en de externe mechanische belasting van trabeculair bot waardoor nauwkeurige voorspellingen gedaan kunnen worden over de invloed van externe krachten op bot. Het onderzoek kan van belang zijn voor de optimalisering van protheses en de bestrijding van botontkalking.

De auteurs van het stuk zijn prof.dr.ir. Rik Huiskes, ir. Ronald Ruimerman, dr. Harry van Lenthe en prof.dr.ir. Jan Janssen. Het artikel is het resultaat van nauwe samenwerking tussen het Orthopaedic Research Lab van de Katholieke Universiteit Nijmegen en de Eindho-vense faculteit BMT.

Bot bestaat voor het grootste deel uit een open, poreuze structuur van bot-balkjes, trabekels, waartussen zich merg en bloed bevinden. Dit trabeculaire bot is sterk en licht. Bovendien past het zich aan aan de belasting op het bot. Wanneer het bot zwaarder belast wordt, worden de botbalkjes in de loop van de tijd dikker. En wanneer de richting van de belasting verandert, pas-sen de balkjes zich eveneens aan. De biologische processen die er voor zorgen dat de trabekels veranderen, zijn wel bekend. Onbekend was vooralsnog de manier waarop de balkjes ‘weten’ wanneer en waar ze bot moeten afbreken of opbouwen. De auteurs hebben ontdekt dat de botcellen reageren op vormveranderingen in hun eigen omgeving. De efficiënte vorm van de trabekelstructuur is dus niet iets wat genetisch bepaald is maar gestuurd wordt door mechanische prikkels.

De onderzoekers kunnen nu het gedrag van een tweedimensionaal vlakje bot van twee bij twee millimeter voorspellen. In de toekomst hopen de wetenschappers op deze wijze het gedrag en de kwaliteit van grotere stukken bot nauwkeurig te kunnen voorspellen. /.














Website Cursor