/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 3 nummer 5

jaargang 43, 7 juni 2001


Reportage

Untitled Document

Dwalen in de onderwereld die Laplace heet
L'Orfeo/Chriz van de Graaf
Illustratie/
Henk Schut
Confronteren. Dat is waar het in het cultuurbeleid van de TU/e om gaat. In dit geval worden medewerkers en studenten geconfronteerd met de opera L'Orfeo van Claudio Monteverdi (1567-1643). En dat dankzij een bijzondere samenwerking tussen TU/e en Opera Zuid. Henk Schut is artistiek leider en regisseur. Laplace-gebouw is het theater en de inspiratiebron van Schut. Van donderdag 27 september tot en met woensdag 3 oktober is de voorstelling te zien.


Maandagmiddag in de kelder van het Laplace-gebouw. Henk Schut (1957) snelt vooruit. "Laten we even hier heengaan. Hier is het heel mooi. Moet je eens kijken hoe prachtig die dingen zijn." Hij wijst naar een stapel kabels in de hoek van een betonnen ruimte.
In het Laplace-gebouw wordt gewerkt. Het is halverwege de transformatie die een multi-purpose-gebouw moet opleveren. Bouwmaterialen liggen verspreid over de donkere gangen waar geen daglicht binnenkomt.
Elke deur die hij ziet, wordt door Schut geopend, elk bordje aan muren en deuren wordt gelezen en bijna elk metertje wordt bekeken. Alles is mooi, alles is bruikbaar.
"Dit is schitterend spul man. Ik ben blij dat iemand anders dat ook vindt, anders denk ik dat ik gek ben. Als je hier loopt, wordt je fantasie geopend. Fantasie komt niet vanuit binnen, maar van buiten."
Henk Schut is kunstenaar. In 1981 studeerde hij af aan de Kunst Academie in Amsterdam. Hij was ontwerper en maakte decors voor onder andere het Nationaal Ballet en het Nationaal Theater van IJsland. In 1984 ging hij theater studeren aan de Londense Royal Academy of Dramatic Art (RADA). Daarna speelde hij in voorstellingen, hij regisseerde en hij bouwde installaties. En nu is hij regisseur en decorontwerper van Monteverdi's L'Orfeo.

Slangenbeet
Dat Schut voor deze kelder koos, is geen wonder. De opera speelt zich voor een belangrijk deel in de onderwereld van de Griekse mythologie af.
Orpheus is een begenadigd zanger en muzikant. Door een slangenbeet is zijn geliefde Euridice gestorven en op een dag besluit hij haar op te halen in de onderwereld. Met zijn muziek weet hij deuren te openen die voor anderen gesloten blijven.
Hij krijgt het voor elkaar zijn vrouw mee terug te nemen naar het leven, op één voorwaarde: Zij zal achter hem lopen en Orpheus mag niet omkijken. Hij moet erop vertrouwen dat ze er is. Hij kan het niet laten en kijkt toch om. Vanaf dat moment is hij haar weer kwijt.
In de kelder van het Laplace-gebouw wordt de opera gespeeld. Publiek loopt door de gangen, net als de zangers en muzikanten. "Hier kun je de opera niet op een traditionele manier doen. In een theater heb je de neiging oplossingen te zoeken die al vaker zijn gedaan. Ook brengt de omgeving zelf heel veel aan. Ik heb net twee nieuwe ruimtes ontdekt die zeker gebruikt moeten worden. Zo zie je dat het verhaal zichzelf gaat vertellen. Maar ook de andere gebouwen die ik heb gezien op het TU/e-terrein zullen terug te zien zijn in deze voorstelling. De universiteit bestaat uit heel complexe gebouwen. Het heeft een afstand van de wereld. Dat is allemaal heel bepalend voor wat het publiek dadelijk gaat zien."
L'Orfeo van Claudio Monteverdi wordt gezien als één van de eerste opera's. Het is niet aan te wijzen wat echt de eerste is, omdat de overgang van gesproken tekst naar zang geleidelijk ging. Toch is het de oudste opera die nog uitgevoerd wordt. Bijna vierhonderd jaar geleden schreef Monteverdi het stuk, rond zijn veertigste levensjaar. In februari 1607 was de première in het Italiaanse Mantua.
Vanaf het eerste moment dat er gesproken werd over de opera had Schut een voorkeur voor L'Orfeo. "Monteverdi's opera is heel puur en heeft een duidelijk verhalende kracht waarmee het heel dicht bij theater staat. Omdat het toen een innovatief stuk was, leent het zich ervoor om nu ook innovatief aangepakt te worden. L'Orfeo wordt gezien als een van de beste opera's van Monteverdi en daarom wordt er meestal niet aan gesleuteld. Door de locatie moeten we er wel wat mee doen en dat geeft een opening."

Heerlijke druppel
Als Schut een ruimte inloopt, is het duidelijk dat de uitvoering in zijn hoofd al bestaat. Achter een 'Heras'-hekwerkje staan kasten in rijen met daarin archiefmappen en aan het plafond hangen tl-bakken. "Als je hier drie mensen in overalls in zet, en één staat in een boekje te schrijven, dan ben je in een andere wereld", zegt Schut terwijl hij het hek vastpakt. Hij glimlacht, draait zich om en loopt een gang in. Dan blijft hij staan en kijkt omhoog. Uit het plafond valt een druppel op de vloer. "Kijk hier. Dit is een heerlijke druppel. Die is goed, hè? Dat kun je niet bedenken."
Al zeker tien keer zwierf Schut door de kelder van Laplace. Elke deur die hij ziet, trekt hij open. "Ik word altijd geprikkeld als ik een bordje zie waarop staat: deur gesloten houden." Door de drukke werkzaamheden is het gebouw elke keer anders. Spullen worden verplaatst, verdwijnen in een container of worden opgeborgen achter gesloten deuren. Schut heeft hierdoor de voorstelling al drie keer gemaakt. Toch hoopt hij dat de bouwmaterialen en oude spullen bewaard kunnen worden zodat de ruimtes in september weer de ruige aanblik geven die het ze nu hebben.
"Kijk, die dingen liggen hier fantastisch. Het publiek gaat hier ook naar kijken; ze zullen denken dat dit voor hen is neergelegd. Ik ben doodsbang dat dit weggaat. We moeten die spullen echt zien te behouden. Je kunt het aan een decorbouwer laten zien en die maakt het na van karton en beschildert het. Dat slaat nergens op. Dit is veel beter. Toch is het gek hoe je hier aan gaat hechten. Maar ja, we zullen ons moeten blijven aanpassen."
Technische universiteiten zijn geen bekend terrein voor Schut. Tijdens zijn rondleidingen op de TU/e is hij onder de indruk geraakt van de techniek die hij zag. "Ik heb natuurlijk een hele romantische kijk op techniek: hoe meer kranen en meters, hoe beter."

Met een klap slaat de deur achter Henk Schut dicht. Zonlicht valt in de betonnen kuil aan de oostzijde van het Laplace-gebouw. "Dit zou een mooie ingang zijn", zegt hij. "Hier voel je het echt: je was daarbeneden in een wereld die hier voorbij is. De omgeving prikkelt je zintuigen. Dat zal het publiek ook gebeuren."/.

Kaarten voor de voorstelling zijn vanaf 11 juni te koop. Studenten kunnen zich vanaf die dag wenden tot Studium Generale. Zij betalen 20 gulden. Medewerkers krijgen een uitnodiging en verkrijgen hun kaarten à 40 gulden via de Stadsschouwburg met een kortingsbon die thuis wordt gestuurd.

Oproep
Schut is op zoek naar studenten die willen meespelen in de opera. Hun taak is als gids dienen in de onderwereld. Ze zitten echt in de voorstelling en spelen zeven keer. Daarnaast zijn er vier repetitiedagen. Meer info: Vivian van Gaal, Auditorium 2.15, telefoon 4992.

[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor