Vrouwen halen hun achterstand in de wetenschap gestaag in, heeft de VSNU berekend. De instroom van vrouwen in wetenschappelijke functies is beduidend groter dan de uitstroom. Eind 2006 was 10,5 procent van de Nederlandse hoogleraren vrouw. Een jaar eerder bedroeg dit percentage 9,9 en in 1998 slechts 5,5. Ook het aandeel universitaire hoofddocenten (16,5 procent), docenten (28,9) en promovendi (39,2) nam licht toe toe. De VSNU erkent dat het aandeel vrouwen met een universitaire wetenschappelijke functie (32,1 procent) nog flink achterblijft bij het aandeel academisch opgeleide vrouwen dat elders werkzaam is (40,1). Wel wijst ze er op dat het ‘glazen plafond’ tussen de verschillende wetenschappelijke functies dunner begint te worden. Dat geldt echter vooral voor promovendi die docent willen worden. De carrièrestap van docent naar hoofddocent zou het meest problematisch zijn. (HOP)
|