spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Wetenschap op tv: van schreeuwerige lolbroekerij tot serieuze informatie
8 november 2007 - Waar Chriet Titulaer en Wubbo Ockels nog pioniers waren met tv-programma’s over wetenschap, zo lijken die tegenwoordig in ruime mate aanwezig met ‘Brainiac’ en ‘Het Lab’ en series als ‘CSI’. Welk beeld geven die programma’s van de wetenschap en de wetenschapper? Klopt het beeld en, zo nee, hoe erg is dat? Drie TU/e’ers -prof.dr. Bert Meijer van de faculteiten Biomedische Technologie en Scheikundige Technologie, prof.dr. Mark Peletier van de faculteit Wiskunde & Informatica en Jelle de Jong van de Stichting Techniekpromotie- bekeken enkele programma’s en geven commentaar.
‘Numb3rs’

De meeste opmerkingen worden gemaakt over programma’s als ‘Brainiac’ en ‘Het Lab’. Peletier: “Wetenschap komt er nauwelijks in voor, er wordt geen moeite gedaan om meer te weten te komen over de ‘waarom’-vraag. In deze aflevering van ‘Het Lab’ is er sprake van onbreekbaar glas. Waarom is dat glas eigenlijk zo sterk, hoe heeft de fabrikant het ontwikkeld, wat komt daarbij kijken, hoe lang heeft het geduurd, hoeveel gekost? Gaat het glas ook kapot als je het verhit? Die vragen komen niet aan de orde. Eigenlijk is het alleen een excuus om lekker met een vorkheftruck te raggen. Het ‘ontkoken’ van het ei in deze aflevering heeft wel een wetenschappelijk tintje, maar op Bob de Bouwer-niveau.” De Jong ondersteunt deze kritiek: “‘Brainiac’ was het eerste programma dat wetenschap als ‘fun’ zag. Er is weinig onderbouwing. Er wordt alleen gekeken naar het verschijnsel en wat voor leuke dingen je daarmee kunt doen.”
Peletiers belangrijkste kritiek op deze programma’s betreft het onrealistische beeld van wetenschap en wetenschappers: “Wetenschappers worden neergezet als ‘mad professors’. Dat is onterecht als je naar de werkelijkheid kijkt. Feiten bestaan nauwelijks in deze programma’s, meningen en interpretaties worden op één hoop gegooid. Al zal niemand van de kijkers het helemaal geloven, toch wordt dat stereotype weer bevestigd.” Hoe kwalijk is dat? De Jong: “Het probleem is dat wetenschap zo ‘leuk’ wordt gemaakt dat het echte werk alleen maar kan tegenvallen. Wie bètavakken gaat studeren, komt er dán pas achter dat er je heel veel moet leren en sommetjes moet maken voor je leuke proefjes kunt doen.” Peletier: “Als je wetenschap associeert met de verkeerde dingen kan het zeker kwaad. Vergelijk de volgende situatie maar eens: als je in een semi-realistisch programma rechters laat zien die een orgie in hun kleedruimte houden zogauw ze hun toga uit hebben, geef ik je op een briefje dat ze daartegen protesteren. Zo is het hier ook. Ook al is het entertainment.”
Meijer heeft niet zo’n sterke mening over de afzonderlijke programma’s, wel over het geheel: “Je hebt de serieuze en de spectaculaire programma’s. Als ze allemaal als ‘Het Lab’ zijn, is het niet goed, maar als er enkele dieper gaan, bereiken die hun eigen doelgroep. Met dit totaal aan programma’s wordt een breed scala aan doelgroepen bediend. Sommige programma’s vind ik flauw en het wetenschappelijke gehalte is laag. Maar: ik ben hun doelgroep ook niet. Het is alleen jammer dat er zo weinig in het Nederlands is. ‘Het Lab’ is prachtig, het enige vervelende vind ik dat het allemaal TU Delft is en niet bijvoorbeeld 3TU.”


‘Dat willen wij ook’: glassponzen blijken een superieure architectuur te hebben.

Lolbroek
‘Dat willen we ook’ van de VPRO is een serieus programma over wetenschap. Peletier: “Je ziet wetenschappers in hun natuurlijke habitat als normale mensen. Hij of zij kan rustig vertellen hoe hij op het idee kwam en hoe het een en ander zich ontwikkelt. Er is een rustige cameravoering, geen opgewonden stemmetje en er is oprechte interesse bij de interviewer, die niet de lolbroek wil uithangen. Je ziet ook een glimp van de passie voor de wetenschap, iets dat altijd moeilijk is over te brengen.”
In het algemeen spreken de serieuze programma’s Meijer meer aan. “Maar”, zo betoogt hij, “het grote publiek niet. Dat heeft liever proeven, ziet liever iets gebeuren. Dat is ook de basis van uitzendingen op Discovery Channel, waar veel jongeren naar kijken om iets van te leren. Die willen weten wat er precies gebeurt als er een kogel wordt afgeschoten.”
Zit er wel wetenschap in die ‘schreeuwerige’ programma’s? Meijer: “Wat is wetenschap? Veel van die programma’s willen mensen iets leren. Niet over relaties of over emoties, die de media toch al beheersen, maar over technisch wetenschappelijke onderwerpen. Zelfs kleine beetjes helpen.” De Jong: “Ik mis aangrijpingspunten voor jongeren om zelf aan de slag te gaan. Terwijl er interessante activiteiten genoeg zijn. Bij de FIRST LEGO League bijvoorbeeld (die georganiseerd wordt door de Stichting Techniekpromotie, red.) bekijken deelnemers een gebouw uit hun omgeving op energiegebruik, doen voorstellen voor bezuiniging en communiceren dat aan anderen door een stukje in de krant of presentatie aan de gebruikers. Iets dergelijks mis ik eigenlijk bij alle tv-programma’s over wetenschap.”

Verhaalstructuur
Een speciale plaats in het scala aan (semi-) wetenschappelijke tv-programma’s nemen programma's als ‘Numb3rs’, ‘CSI’ en ‘Bones’ in, waar de wetenschappelijke component is ingebed in een verhaalstructuur. Meijer noemt zichzelf geen CSI-fan, maar vindt het format wel de fraaiste manier om wetenschap te populariseren: in combinatie met verhaal en human interest. “Dat lukt ziekenhuisseries ook goed. Ik heb de Nederlandse Vereniging van de Chemische Industrie wel eens geadviseerd om sponsor te worden van de soap Goede Tijden Slechte Tijden om andere dingen in de chemie te laten zien dan de ontploffingen, milieuvervuiling en andere negatieve associaties die veel mensen met chemie hebben. Het is ook goed dat de wiskundige formules in ‘Numb3rs’ kloppen.” Ook Peletier looft het realistische gehalte van de wiskunde in ‘Numb3rs’. “De serie kent een goed intro, namelijk dat wiskunde wordt gebruikt bij het voorspellen van het weer, de (geld)-handel, het reguleren van verkeersstromen, et cetera. Ook de formules lijken grotendeels te kloppen. Er is duidelijk over nagedacht, het is geen Star Trek.” Een aantal wiskundige claims noemt hij terecht, anderen zijn onrealistisch. Peletier: “In een aflevering wordt mensen gevraagd willekeurig een aantal puntjes te zetten. Je ziet dat er dan toch een regelmaat zichtbaar wordt, meer dan dat het echt random zou gebeuren. En dat is in het echt ook zo. Wat niet klopt in deze aflevering, is dat je gasstromen in een metro na een terroristische aanval kunt detecteren met dispersietechniek. Die claim is overdreven, maar zou wel weer kunnen met een vloeistof.”
De Jong: “CSI heeft de trend gezet met de combinatie met wetenschap. Op zich is daar niets mis mee, alleen wordt het wel gesimplificeerd. Sommige claims gaan te ver, DNA kun je niet in een paar uur tijd bepalen en het tijdstip van overlijden is in de realiteit lang niet zo exact aan te geven. Maar het is op zich niet onwaar. En misdaden worden in de realiteit echt niet zoveel en snel opgelost.”
Belangrijk bij deze series is volgens Peletier dan ook dat de filosofie wordt geloofd als die plausibel klinkt. Het grote publiek is minder geïnteresseerd of details kloppen, als de filosofie maar zou kúnnen kloppen.


‘Dat willen wij ook’: vliegen als een meeuw.

Criteria
Dat brengt de discussie op de vraag welke -impliciete- criteria de geïnterviewden hanteren als ze naar deze programma’s kijken. Meijer: “Veel kijkers zien liever iets gebeuren dan dat ze alleen verbale uitleg krijgen. Daarom ben ik voorstander van de sandwichformule, zoals in programma’s als ‘Hoezo’ of de wetenschapsquiz. Aan de hand van een vraag of stelling worden er proeven gedaan of een filmpje gedraaid en geeft een gerenommeerde wetenschapper als Robbert Dijkgraaf een toelichting. En die kan dat ook ongelooflijk goed.”
Voor Peletier is integriteit, serieus omgaan met de wetenschapper en de wetenschap, het belangrijkste criterium voor een goed programma. “Het hoeft niet altijd volledig te zijn, dat kan ook haast niet. Wel vind ik het belangrijk dat duidelijk wordt wat de drijfveer en de passie van de wetenschapper is. Vragen stellen is belangrijk in de wetenschap en daar wil ik dingen van terugzien. Niet zoals in ‘Brainiac’ of ‘Het Lab’ waarbij de quasi-wetenschappelijke vraag alleen maar een excuus is om leuke dingen te doen.”
Voor De Jong geldt dat het jongeren moet uitdagen en moet stimuleren om zelf aan de slag te gaan. “Die programma’s zijn er zeker, bijvoorbeeld op Zapp TV, waar ik laatst een spelprogramma zag over wetenschap waarbij kinderen op ontdekkingstocht gingen. Ik zou mensen vanuit hun verwondering over dingen in hun dagelijkse leven op ontdekkingstocht laten gaan, afgewisseld door presentaties of filmpjes, een beetje vergelijkbaar met de wetenschapsquiz. Vaak wordt de fase van de verwondering, die aan het onderzoek ten grondslag ligt, overgeslagen en dat is jammer.”

Coherent verhaal
Het meest mist Meijer de wetenschap(per) bij de algemene nieuwsberichtgeving en achtergrondprogramma’s in de media. “Ik verwijt het mezelf en andere wetenschappers dat we te weinig doen aan het wetenschappelijke karakter bij de berichtgeving in de media. Sociologen, juristen, economen, en psychologen lijken zich veel beter te ‘verkopen’, maar geven vaak een persoonlijke mening in plaats van een wetenschappelijke verhandeling. Bèta’s kunnen op zich goed klinisch, rechtlijnig denken en tegenstrijdige dingen met elkaar verenigen tot een coherent geheel -in ons onderzoek doen we haast niets anders- toch mengen we ons zelden in het debat. Een wetenschappelijke analyse zou een goed tegenwicht zijn voor de emotie-tv, waarbij het meer om meningen dan om feiten gaat. Zo heb ik me geërgerd aan de media bij het proces over die handelaar die grondstoffen aan Saddam Hoessein verkocht. Een (goede) eerstejaars bij ons weet dat die twee grondstoffen vooral gebruikt worden voor mosterdgas. Dat die handelaar doet alsof hij dat niet weet, wat ik overigens zeer betwijfel, is tot daar aan toe. Maar dat daar in de media nog twijfel over bestaat, is van de gekke. Op die momenten mis ik de wetenschapper echt.”/.

De geïnterviewden

De drie geïnterviewden zijn op hun eigen manier betrokken bij de popularisering van de wetenschap. Jelle de Jong is oprichter en interim-directeur van de Stichting Techniekpromotie (www.techniekpromotie.nl), een aan de TU/e gelieerde stichting die wetenschap promoot en interessant maakt voor jongeren, onder andere door het organiseren van scienceshows als het Natuurkundecircus en de FIRST LEGO League. Thema’s variëren van fundamentele vragen tot de productie aan de draaibank. De stichting wil jongeren de bètavakken laten ervaren, zodat ze weten waarom ze daarvoor kiezen, niet op basis van een imago.

Hoogleraar Mark Peletier deed onder meer online onderzoek naar de verspreiding van euromunten in Europa, toen die werd ingevoerd en er alleen Nederlandse euromunten in Nederland waren, Duitse in Duitsland, enzovoorts. Vijfduizend mensen werkten hieraan mee en keken wekelijks welke buitenlandse munten ze hadden. Zo werd achterhaald welke munten hoe vaak op neer en reisden (interessant detail: die van één en twee euro reisden sneller dan de andere). Later werd een soortgelijk onderzoek gehouden over griepverschijnselen; mensen vulden een half jaar lang wekelijks een vragenlijst in of ze verkouden waren, snotterig, keelpijn hadden et cetera. Peletier: “Ook factoren als leeftijd, manier van wonen en reizen werden verdisconteerd. Helaas leverde dat geen eenduidige resultaten op. Tegenwoordig heb ik geen tijd meer voor dat soort dingen, ik besteed nu veel tijd aan het Nederlandse onderwijs.”

Hoogleraar Bert Meijer is als tijdelijk adviseur betrokken bij Nemo, het wetenschapscentrum voor kinderen in Amsterdam, voor het opzetten van een tentoonstelling over leven. Hij is regelmatig te horen bij Noorderlicht, het radioprogramma over wetenschap (dinsdagmorgen, Radio 1). Eerder schreef hij columns voor het Eindhovens Dagblad. Reden is een deel geldingsdrang, maar ook -en vooral- om met anderen te delen wat hem bezighoudt en om de passie voor wetenschap te delen met anderen. Ook Meijer heeft er te weinig tijd voor, vindt hij. “Maar wanneer een aantal bestuursfuncties zijn afgelopen, ga ik daar zeker weer meer aan doen. Ik kan nog veel leren van wetenschappers zoals Vincent Icke, Govert Schilling en Robbert Dijkgraaf. Hierbij moet je ook durven te herhalen; je moet het wel kunnen om elk jaar met evenveel enthousiasme hetzelfde verhaal te vertellen bij bijvoorbeeld de zonsverduistering.”

Foto’s: Bart van Overbeeke

De programma’s

In totaal hebben Meijer, Peletier en De Jong zeven programma’s bekeken. Dat waren afleveringen van ‘Brainiac’, ‘Het Lab’, ‘Mad Labs’, ‘Dat willen wij ook’ en ‘Numb3rs’. ‘De nationale wetenschapsquiz’ en ‘Hoe?zo!’ worden in het artikel wel genoemd, maar zijn niet opgenomen in de selectie omdat de programma’s op dat moment niet werden uitgezonden. Hieronder volgt een kleine typering en samenvatting van de inhoud.

De makers van ‘Brainiac’ noemen het programma een wetenschappelijke stuntshow. Presentator Richard Hammond (bekend van ‘Top Gear’) en zijn team verzinnen de gekste stunts om ‘de wetenschap vooruit te helpen, zonder het spektakel te schuwen’. Ze behandelen vragen als: ‘kun je een kebab gaar krijgen met explosieven? Kun je met een mobiele telefoon een caravan opblazen?’ (Discovery zaterdag 20.00 uur).

‘Mad Labs’ lijkt op ‘Brainiac’, maar heeft een meer serieuze toon en onderwerpen. Zie: http://madlabs.proboards40.com/index.cgi.
(National Geographic, dagelijks om 23.30 uur)

‘Dat willen wij ook’ (VPRO) heeft een documentair karakter en gaat over technische verschijnselen in de natuur (bij vogels, vlinders, sponzen). Bijvoorbeeld een item over Nicholas Franceschini, die een minuscuul robotje net zo wil laten manoeuvreren als een vlieg. Ook een item over glassponzen, die een superieure architectuur blijken te bezitten, steviger dan mensen momenteel kunnen maken.
Zie voor meer informatie http://noorderlicht.vpro.nl/dossiers/34750150/.

‘Het Lab’ is gebaseerd op ‘Brainiac’. Volgens de makers worden bizarre, idiote en wetenschappelijke experimenten gedaan, theorieën worden getoetst en psychologische testen worden uitgevoerd.
(KRO, Nederland 3, tweewekelijks, op dinsdagavond om 21.30 uur. Zie: www.hetlab.kro.nl/)

‘Numb3rs’: Serie over een wiskundig genie die met zijn kennis de FBI helpt met het oplossen van misdaden.
http://veronica.sbs.nl/modules.php?name=special&site=televisienieuws&sid=4973
(Veronica, maandagavond, 21.30 uur)

Wetenschap en media/Gerard Verhoogt
Foto’s/SBS/VPRO