spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB

Eerste editie
Kinderuniversiteit

Wetenschap op TV

GLOW 2007
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
ESK haalt kapel en studentenwerk uit elkaar én knoopt ze aan elkaar vast
8 november 2007 - Sinds kort is rond de campus een nieuw, oranje-wit logo te zien, met de letters TINT. Onder deze noemer vallen de activiteiten die de Eindhovense Studenten Kerk (ESK) tot voor kort onder de vlag ESKafé organiseerde. De ESK wil potentiële bezoekers niet meer afschrikken met de term ‘kerk’. Tegelijk gaat ze de bezoekers van de vieringen in de studentenkapel -niet-studenten- inzetten om de TINT-activiteiten te ondersteunen.

‘De ESK is in turbulente tijden beland’, zo begint het advies dat de Werkgroep Toekomst ESK dit voorjaar uitbracht. Had de ESK vijf jaar terug nog zo’n drie fte aan pastores, nu is dat anderhalf. En zelfs dat is onzeker, want in de discussie met de achtergrondkerk over in hoeverre de positie van het onlangs vertrokken boegbeeld pastor Wim de Leeuw wordt ingevuld, is het laatste woord nog niet gezegd, vertelt pastor Elisabeth Fricker. Tel daarbij op dat studenten bij het horen van het woord ‘kerk’ tegenwoordig al rechtsomkeert maken, dat er vrijwel geen student de zondagse vieringen in de kapel bezoekt, en dat de mensen die de diensten wel bezoeken eigenlijk geen echte ‘gemeenschap’ vormen. Het enige dat wel goed loopt, zijn de niet-kerkelijke activiteiten.
Pastor Fricker verwachtte bij het begin van het heroriëntatieproces dan ook dat de twee poten van de ESK -de kapel en het studentenwerk- gesplitst zouden worden. Waarom zou je als studentenkerk immers diensten organiseren als er geen studenten op af komen? Toch heeft de ESK precies voor het tegenovergestelde gekozen. Ze gaat de kapelbezoekers als vrijwilliger inzetten in het doordeweekse, niet-kerkelijke studentenwerk. De kapelbezoekers worden daardoor meer een gemeenschap en tegelijkertijd geeft het de ESK meer handjes om TINT-activiteiten te organiseren. En daar blijkt behoorlijk veel animo voor te bestaan, vertelt Fricker. Vijftien mensen die al actief waren rond de kapel, hebben inmiddels ook taken op zich genomen in het studentenwerk, en er zijn ook een handvol nieuwe actieve vrijwilligers bijgekomen. “De reacties uit de kapel zijn heel positief. De helft van de bezoekers is zelf ooit student geweest. Het zijn allemaal mensen die zich willen inzetten om nieuwe generaties op het menselijke vlak iets mee te geven.”

Inbreng studenten
Ook op andere manieren zoekt het TINT-team naar samenwerking om meer te organiseren in het studentenwerk. Er is bijvoorbeeld een overlap tussen TINT en de activiteiten van Studium Generale, de studieverenigingen en de TU/e en Fontys, vindt de werkgroep. Ook op dit terrein is al een eerste stap gezet: voor komend voorjaar staat een lezing gepland die samen met SG is georganiseerd, vertelt Fricker.
Overigens blijft het doel van het studentenwerk -lees: TINT- hetzelfde. Zaken als ethisch besef, volwassen worden als mens, verantwoordelijkheid nemen, daar gaat het om. Nieuw is dat de ESK duidelijk stelt dat je daarvoor geen ‘kerk’ nodig hebt, en dat ook onderstreept door de nieuwe naam TINT, met als ondertitel ‘ontmoetingsplek voor inspiratie en verdieping’. Fricker: “We zijn hier met ‘het leven’ bezig, niet met ‘de kerk’.” Behalve in de studentenkapel dan, waarvoor de naam Eindhovense Studenten Kapel nieuw leven ingeblazen wordt, compleet met een nieuw logo. De naam ESK verdwijnt naar de achtergrond.
Verder is het de bedoeling dat TINT meer studenteninbreng krijgt. Zo zaten er studenten in de Werkgroep Toekomst en kozen studenten mee de nieuwe naam. Ook zijn studenten verantwoordelijk voor het TINT-programma, waar voorheen de pastores de programmering deden. “Het goede nieuws aan het feit dat we minder pastores hebben is dat we meer met studenten móeten gaan samenwerken”, vertelt Fricker. En ze hoopt natuurlijk door de veranderingen meer studenten te bereiken. “Er is een onderzoek gedaan en daaruit blijkt dat vijftien procent van de studenten wel geïnteresseerd is in wat we doen.”/.