spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
De verkiezingskoorts aan de TU/e
15 november 2007 - De verkiezingen voor alle geledingen -zowel studenten als personeel- in de universiteitsraad, faculteitsraden en de Dienstraad van de TU/e staan op woensdag 28 en donderdag 29 november weer voor de deur. De TU/e kende tijdens de vorige verkiezingen een, landelijk gezien, opvallend hoge opkomst van 47 procent. Hoe flikt de TU/e ‘m dat?

“Het is een interessante vraag, maar het antwoord erop weet ik niet, want er is nooit onderzoek naar gedaan”, zo reageert drs. Fred Lammers MIM (Master of Information Management), secretaris van het Centraal Stembureau van de TU/e. De vraag was waarom de TU/e en de Universiteit Wageningen landelijk gezien zo’n hoge opkomst hebben bij de verkiezingen ten opzichte van de andere universiteiten, ook over een langere periode. In 2000 was de opkomst aan de Universiteit Wageningen 33 procent en de TU/e 29 procent; in 2006 respectievelijk 43 en 47 procent. Maar een eenduidig antwoord lijkt moeilijk te geven. Wat Lammers als eerste opvalt, is een hogere opkomst als de verkiezingen voor studenten en personeel samenvallen, zoals dit jaar het geval is met de verkiezingen voor de universiteitsraad, de faculteitsraden en de Dienstraad op 28 en 29 november aanstaande. “Studenten kiezen jaarlijks vertegenwoordigers voor de universiteitsraad en de faculteitsraden, terwijl de verkiezingen voor het personeel eens in de twee jaar zijn. Als die samenvallen, zie je een hogere opkomst. Er lijkt dan toch een soort ‘verkiezingskoorts’ te heersen. Een lagere opkomst zie je daarentegen als het aantal kandidaten voor meerdere raden lager of gelijk is dan het aantal zetels; die kandidaten zijn dan al zeker van hun plaats. Helaas trekken ze daardoor ook hun kiezers vaak niet meer ‘over de streep’ om alsnog voor de overige verkiezingen hun stem uit te brengen”, zegt Lammers.
De hoge opkomst aan de TU/e en de Universiteit Wageningen wordt volgens Lammers mogelijk verklaard door hun karakter: het zijn relatief kleine universiteiten. Dat maakt het makkelijker om alle studenten en medewerkers te bereiken met campagnes. Wanneer kandidaten voor de U-raad uit verschillende faculteiten komen, is ook de campagne beter verdeeld, wat bijdraagt aan een hogere opkomst. De U-raad van de TU/e kent twee studentenpartijen. Dus moet er campagne worden gevoerd, wat de motivatie om te gaan stemmen bevordert: er is immers iets te kiezen. “Maar wat vooral een grote rol heeft gespeeld, is dat we sinds 2004 elektronisch stemmen. Toen kwamen we meteen boven de vijftig procent. Het eerste jaar was het digitale stembureau drie etmalen open om te stemmen, maar studenten lieten weten dat ze het campagne voeren na twee dagen wel een beetje moe waren en dat het niet zo veel zin meer had. Nu zijn we twee etmalen open. Studenten en medewerkers met een pc en netwerkaansluiting kunnen overal stemmen. En dat gebeurt dan ook vanuit de hele wereld”, is de ervaring van Lammers.

Resultaten
Ronald Beekhuizen, voorzitter van UR-studentenfractie Groep-één, heeft evenmin een pasklaar antwoord voor de relatief hoge opkomstcijfers. “Ik denk dat het mede te danken is aan een gezamenlijke U-raad; andere universiteiten kennen een aparte raad voor studenten en voor medewerkers. Verder kent Eindhoven een goed georganiseerd verenigingsleven. Die verenigingen vinden de verkiezingen belangrijk en dat werkt door op hun leden. Sommige verenigingen besteden speciale aandacht aan de verkiezingen, zoals studievereniging Van der Waals van Technische Natuurkunde, die de Verkiezingskoerier uitgeeft.”
Als andere verklaring noemt Beekhuizen het feit dat de studentenfracties goed kunnen laten zien wat ze voor studenten bereikt hebben. “Groep-één heeft er bijvoorbeeld mede voor gezorgd dat de mailbox voor studenten is vergroot, dat studenten met een lichamelijke beperking gratis kunnen parkeren op de campus en dat de TU/e-fiets en de onderwijsprijzen er zijn gekomen. Dat soort concrete resultaten motiveert studenten om te stemmen”, meent Beekhuizen. Sander van Wijk, voorzitter van de concurrerende studentenfractie PF, vult hem aan: “De studentenfracties bereiken absoluut nuttige zaken voor studenten. Dit jaar is op aandringen van de PF onder andere een start gemaakt met het Studentportal en is besloten tot het invoeren van een TU/e-mailadres voor alumni.”
Ook Van Wijk ziet meerdere redenen voor de hoge opkomst. “Het komt vooral door het elektronisch stemmen. De tweede oorzaak is mijns inziens dat de studentenfracties bijna even groot zijn. Daardoor is het nog leuk en spannend om te stemmen, want er valt iets te kiezen. De TU Delft heeft ook twee partijen; maar de ene heeft twee zetels, de andere acht en die houdt de overhand. Dus maakt het daar weinig verschil of je wel of niet stemt.” Van Wijk noemt nog een derde reden; de TU/e en Wageningen zijn kleine universiteiten. “Daardoor is de kans groter dat je iemand op de verkiezingslijst kent en daarom makelijker op hem of haar stemt.”

TIW en Bedrijfskunde
Een speciale situatie doet zich dit jaar voor bij de faculteit Technologie Management, waar twee partijen meedoen aan de faculteitsraadverkiezingen: een lijst Technische Innovatiewetenschappen (TIW) en een lijst Technische Bedrijfskunde. Maurice Smedts, lijsttrekker van de Bedrijfskundelijst: “Die situatie verwijst naar het verleden toen het nog twee aparte opleidingen waren. Ook nu is het nog een faculteit met twee verschillende studierichtingen. Onderling contact tussen de studenten is er weinig, we hebben ook maar enkele gemeenschappelijke colleges.” Lisanne Saes, lijsttrekker bij TIW, beaamt dat: “Onderling contact is er weinig, zo hebben we ieder een eigen borrelruimte. Het is toch een ander soort studie. Daarom kunnen bachelor- of masteronderwerpen over TIW in de faculteitsraad het beste door TIW-studenten behandeld worden.”
Voor de faculteitsraad is het dus van belang dat beide studies vertegenwoordigd zijn. De verhouding is circa driehonderd studenten TIW, tegen elfhonderd bij Technische Bedrijfskunde. Studenten stemmen vooral op hun ‘eigen’ lijst. In de faculteitsraad resulteert dat meestal in twee zetels voor TIW en drie voor de Bedrijfskundestudenten. Saes: “Ik vind dat een goede verdeling. Als enige TIW’er in de raad heb je het moeilijk, nu kun je overleggen. De lijst stellen we samen door nieuwe kandidaten te benaderen en door zelf langer dan een jaar in de raad te blijven. Mijn collega en ik blijven dit werk zeker twee jaar doen. De andere kandidaten op de lijst benaderen we met het oog op de toekomst. We proberen van alle studiejaren iemand te hebben. Dat bevordert de opkomst, want dan is de kans dat studenten mensen van de lijst kennen het grootst.”
“Bij Bedrijfskunde”, vervolgt Smedts, “hebben we afgesproken dat wie het langst in de raad zit daar ook blijft, mits men dat zelf wil natuurlijk. Zij komen bovenaan de lijst te staan. Die afspraak hebben we gemaakt voor de reorganisatie die hier al bijna twee jaar duurt, dan is continuïteit heel belangrijk. De lijst wordt met studievereniging Industria opgesteld om de meest geschikte studenten te selecteren die vertrekkende leden kunnen opvolgen.”
Smedts vermoedt dat er, voorafgaand aan de verkiezingen, weinig interesse is voor informatie bij studenten. Campagne voeren gebeurt alleen op verkiezingsdagen, bijvoorbeeld door een kan koffie, een schaal cake en een pc bij een collegezaal neer te zetten, geflankeerd door een van de kandidaten die studenten motiveert om te gaan stemmen. “De faculteitsraad staat ver van studenten af, zeker voor eerste- en tweedejaars. Die beslissen op de dag zelf of ze gaan stemmen en kiezen vooral op basis van de kandidaten die ze kennen. Ik denk niet dat ze partijprogramma’s of uitgangspunten lezen. De echte interesse en inzicht beginnen toch pas in het derde jaar, als studenten weten dat ze hier blijven studeren. Wie hier net drie maanden rondloopt, denkt daar nog niet aan”, zegt Smedts.
Ook de lijst-TIW voert vooral campagne op de verkiezingsdagen zelf, vooral om ervoor te zorgen dat studenten gaan stemmen. Saes: “Want we willen onze twee zetels heel graag behouden. We benaderen studenten in de collegezalen en leggen uit waarom het belangrijk is dat ze stemmen. Dat de studierichting vrij klein is en dat iedereen elkaar zo’n beetje kent, verklaart de hoge opkomst grotendeels. Ook de studievereniging speelt daar overigens een rol in. Ze hebben ons bijvoorbeeld een klein budget gegeven om reclame te maken, maar zijn zelf ook bezig om studenten te informeren.”/.

Voor exacte uitslagen van verkiezingen voor de U-raad, faculteitsraden en Dienstraad zie: http://w3.tue.nl/nl/diensten/daz/verkiezingen/uitslag.

Voor een overzicht van de landelijke opkomstpercentages en verdeling van zetels onder studentengeledingen in de universiteitsraden, zie: http://www.lofnet.nl/actueel/nieuwsitem.php?nieuws_id=238

Verkiezingen/Gerard Verhoogt
Illustraties/David Ernst