spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
“Er zijn nog veel gaten te vullen bij de personeelsvereniging”
15 november 2007 - Vrije tijd teveel? Ga bloemschikken of bridgen bij de personeelsvereniging van de TU/e. Wie liever wat anders doet, is er des te meer welkom. Want volgens de nieuwe voorzitter, ir. Ruud van Vliet, is de vijftig jaar oude vereniging hard toe aan een frisse wind.

Knallende feesten met gerenommeerde artiesten. Dat, herinnert Ruud van Vliet zich, was wat de personeelsvereniging van de TU/e haar leden in de jaren zeventig te bieden had. “De personeelsvereniging was in die tijd ongelooflijk actief. Er waren droppings waarbij we ergens op de hei werden achtergelaten en dan moesten we maar zien hoe we thuiskwamen. Het hoefde toen nog niet zoveel te kosten. Het bestuur stond met de partners achter de bar en de artiesten werden voor een belangrijk deel betaald van de drankomzet.” Goede, oude tijd. Inmiddels bestaat de personeelsvereniging vijftig jaar en vanwege een contract tussen de TU/e en cateraar Albron mag de vereniging nog geen kopje koffie meer zelf schenken. En dus leveren de versnaperingen niets op dan torenhoge rekeningen. “Ik kan me voorstellen dat het TU/e-bestuur niet aan de personeelsvereniging dacht toen het contract met Albron werd opgesteld, maar ik hoop dat ik dit in de toekomst kan doorbreken.”
Er zijn nog meer verschillen. De personeelsvereniging wordt tegenwoordig ingekapseld door een enorme kluwen van regeltjes. “De spontaniteit gaat daardoor een beetje verloren. De fiscus is bijvoorbeeld onverbiddelijk. Je moet inkomstenbelasting betalen over de vrijwilligersvergoeding als die de drempel van vijftienhonderd euro per jaar overschrijdt. Maar sommige mensen leveren zoveel inspanningen dat dit bedrag niet toereikend is.” Niettemin telt de vereniging zo’n vijftienhonderd leden die met enige regelmaat samenkomen binnen een van de dertien secties. Het profiel van het gemiddelde verenigingslid laat zich gemakkelijk raden op grond van de activiteiten: bloemschikken, bridgen, filatelie, jeu de boules… Niet echt hobby’s waar veel jonge onderzoekers warm voor zullen lopen. “We hebben vrij veel gepensioneerde leden”, geeft Van Vliet toe. “Ook in het bestuur. Zij hebben daar ook veel tijd voor.” De niet-gepensioneerde leden zijn veelal werkzaam in de ondersteunende diensten. Het relatief geringe aantal onderzoekers en docenten wijt Van Vliet deels aan de krappe agenda’s van deze TU/e’ers. Maar ook interesses spelen volgens de voorzitter een rol. “Wanneer de vereniging bijvoorbeeld een voorstelling in de schouwburg reserveert, komen plotseling wél veel hoogleraren opdagen. We proberen alle smaken te pakken, maar ik heb het idee dat er nog wat gaten te vullen zijn. Sinds kort hebben we een sectie koorzang, CantaTU, maar een theater- of cabaretclub zou ook mogelijk zijn.”
Het vullen van die gaten is waar Van Vliet zich de komende tijd op gaat storten. Om zo meer jonge onderzoekers naar de vereniging te trekken, en in het bijzonder meer buitenlandse onderzoekers. “De TU/e heeft zo’n achthonderd buitenlandse medewerkers. Dat is een aanzienlijk percentage, wat je bij de vereniging niet terugziet. Uit een enquête van de Dienst Personeel en Organisatie blijkt echter dat veel medewerkers uit den vreemde wel behoefte hebben aan contacten met hun collega’s buiten het werk.” Om aan deze behoefte te voldoen, werkt de vereniging aan een Engelse vertaling van de website. Ook denkt Van Vliet aan de oprichting van een Engelstalig clubje dat zich richt op buitenlandse TU/e-medewerkers.
Niet alleen de onbekendheid van de personeelsvereniging bij niet-leden is Van Vliet een doorn in het oog. Dat veel sectieleden geen idee hebben van wat leden in andere secties doen, vindt hij net zo jammer. “Natuurlijk is onze pluriformiteit een sterk punt. Er is daardoor een behoorlijk groot aanbod aan cursussen. Maar de samenhang is daardoor af en toe wel zoek. Ik wil daarom als nieuwe voorzitter eerst bij alle secties langsgaan.”
Van Vliet wil meer samenwerking met de Faculty Club, het administratiesysteem van de vereniging is aan vernieuwing toe en op cultureel gebied kan de club ook nog wel een impuls gebruiken. De nieuwe voorzitter zit vol plannen. “Ik heb er ook erg veel plezier in. Voor mijn werk train ik docenten in het gebruik van visuele media. De vereniging geeft me de kans die mensen eens op een heel andere manier te leren kennen.”/.

Interview/Ruud van Vliet door Enith Vlooswijk
Foto/Bart van Overbeeke