Volgens Peter van Dam, woordvoerder van het College van Bestuur, heeft het College van Promoties op advies van het bestuur van de faculteit Wiskunde & Informatica de promotie van Cabbolet opgeschort. Het faculteitsbestuur zou hebben geconstateerd dat buitenlandse leden van de promotiecommissie geen hoogleraar waren. Op grond daarvan zouden ze niet in staat zijn een goed oordeel te geven over de natuurkundige kant van het proefschrift. Er moesten natuurkundigen bijgezocht worden, die daar wel toe in staat zijn.
Op 9 januari kreeg Cabbolet de mededeling dat de promotie werd opgeschort. Van Dam zegt nadrukkelijk dat het gaat om opschorten en niet om het uitstellen ervan. Die term zou impliceren dat de promotie in de toekomst alsnog doorgaat aan de TU/e. En zelfs die zekerheid is op dit moment niet te geven, aldus Van Dam. Nobelprijswinnaar Gerard ’t Hooft, hoogleraar Theoretische Natuurkunde aan de Universiteit Utrecht, aan wie het proefschrift ook ter beoordeling is voorgelegd, vertelt echter dat de promotie volgens zijn laatste informatie helemaal wordt afgeblazen. Ook Cabbolet zelf is ervan overtuigd dat de TU/e zal afzien van de promotie.
In zijn open brief verklaart hij dat bij zijn promotie de gangbare weg is gevolgd, en dat de kerncommissie, die de TU/e zelf heeft goedgekeurd, het proefschrift uitgebreid heeft bestudeerd én heeft goedgekeurd. Hij reageert ook op de kritiek die op het proefschrift is geleverd door de TU/e-hoogleraren Jos Baeten en Andries Brouwer van de faculteit Wiskunde & Informatica, en op de kritiek van ’t Hooft. Volgens Cabbolet betreft het ‘veel geschreeuw, maar weinig - of eigenlijk helemaal geen - wol’. Daarnaast hekelt hij het beledigen van de buitenlandse commissieleden, die op het natuurkundige vlak ‘te licht’ zouden zijn bevonden. Hij noemt het besluit een paniekreactie, onacceptabel voor een instelling als de TU/e. Hij vindt dat de TU/e ook de geschillenregeling niet heeft gerespecteerd. Cabbolet: “Daarin is sprake van het recht op een weerwoord van de promovendus als er een geschil over de promotie ontstaat. Ik heb nergens op kunnen reageren. Via een omweg heb ik toch nog inzage gekregen in de kritiek.” Volgens Van Dam is dat recht op wederhoor alleen van toepassing als er een geschil is tussen de promotor of de promotiecommissie en de promovendus. “Hier is echter sprake van een uitzonderlijke situatie, waarbij de rector gerechtigd is om een beslissing te nemen. Dat staat ook in de geschillenregeling”, aldus Van Dam.
Lees hier verder.
Voor de open brief zie Opinie/En ik vind. |