spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB



Cursor in PDF formaatCursor als PDF
Special Cursor 50 jaarSpecial Cursor 50 jaar
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Veerman: “Als Plasterk wilde bezuinigen, had hij een ander moeten vragen”
10 december 2009 - Weg met het verschil tussen hogeschool en universiteit? Een brede bachelor voor alle studenten? Cees Veerman, voorzitter van de commissie die het hoger-onderwijsstelsel onderzoekt, sluit niets uit.

Eind augustus trok onderwijsminister Ronald Plasterk aan de bel. “Het huidige stelsel barst uit zijn voegen”, zei hij in een toespraak aan de Universiteit Twente en hij fantaseerde al over een “ander en breder stelsel”, zoals dat in de Amerikaanse staat Californië.

Nu is er een commissie die onder leiding van Cees Veerman, oud-minister van landbouw en oud-collegevoorzitter van de universiteit van Wageningen, het hoger-onderwijsstelsel onder de loep gaat nemen. SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan, hogeschoolvoorzitter Ron Bormans en oud-studentbestuurder Koen Geven nemen plaats in die commissie, die werd aangevuld met de buitenlanders Ellen Hazelkorn, een Ierse adviseur voor de OESO, en Robert Berdahl, oud-voorzitter van de universiteit van Berkeley en voorzitter van de Amerikaanse universiteitenvereniging.

Knelpunt
De Tweede Kamer reageerde in eerste instantie sceptisch. De VVD noemde het onderzoek “een oplossing op zoek naar een probleem” en ook voor het CDA ging het allemaal wat snel. “Plasterk heeft nog niet eens helder uitgelegd wat het knelpunt is”, zei Jan Jacob van Dijk, die eerst wilde onderzoeken wat er mis is met het huidige stelsel.

Vorige week kwam de commissie voor het eerst bijeen; in maart moet het advies af zijn. “Het is nu nog te vroeg om te zeggen wat er uit zal komen”, zegt voorzitter Veerman, “maar wat vast staat, is dat we enkele zorgwekkende signalen zien. Het aantal nieuwe studenten groeit snel, het rendement is laag, en we halen te weinig uit onze goede studenten. Om die redenen is ons gevraagd het Nederlandse stelsel tegen het licht te houden.”

Het binaire onderscheid -tussen hbo en wo- staat daarbij niet ter discussie, beloofde Plasterk, maar Veerman is minder stellig: “Het is niet onze opdracht een stelselwijziging teweeg te brengen, maar we zitten niet vast aan het binaire stelsel. De vraag is: kan het huidige systeem het aan of niet?”

Op basis van een vergelijking met buitenlandse stelsels -waar gaat het goed en kan dat ook bij ons?- gaat de commissie op zoek naar een alternatief. “Sommige landen hebben één soort universiteit met verschillende kwaliteiten, andere diepen het binaire verschil juist uit”, aldus Veerman. “Ieder land heeft natuurlijk een eigen cultuur en geschiedenis, maar we kunnen uit de ervaringen van andere landen wel lessen trekken.”

De commissie onderzoekt alle mogelijkheden, zegt Veerman, maar de minister heeft zijn voorkeur al laten blijken. Hij ziet wel wat in het ‘Californische model’: één hoger-onderwijsstelsel, met verschillende soorten instellingen: prestigieuze research universities, zoals die van Berkeley, maar ook laagdrempelige community colleges, met tweejarige opleidingen. Studenten die aan de colleges goede cijfers halen, kunnen alsnog doorstromen naar een vierjarige opleiding aan een state university of een onderzoeksgerichte universiteit. Zoals president Obama, merkte Plasterk op: “Hij deed een gewoon regionaal college, bleek een uitblinker en stroomde door naar Columbia University.”

Bredere instroom
Ook inhoudelijk lijkt Plasterk gecharmeerd van het Amerikaanse model. Ooit hekelde hij de brede bacheloropleidingen, nu denkt hij dat ze uitval kunnen voorkomen: “Mensen moeten te vroeg, op hun zeventiende, al kiezen of ze natuurkundige of historicus willen worden”, zei hij in Enschede. “Het zou veel beter zijn om een bredere instroom te hebben.”

Ideeën
Maar Veerman wil zich nergens op vastpinnen. “We zijn niet getrouwd met het Californische model. Het zou onverstandig zijn nu al andere mogelijkheden uit te sluiten.” De commissie staat zelfs open voor ideeën van studenten, docenten, onderzoekers, beleidsmakers en bestuurders: wie een goed voorstel heeft, mag het tot 1 januari insturen.

Met bezuinigingen heeft het onderzoek niets te maken, zegt Veerman nog. “Daar bemoeien we ons niet mee. Als Plasterk wilde bezuinigen, had hij een ander moeten vragen. Wij kijken louter naar de inhoud: hoe kunnen we de grote instroom en uitval het hoofd bieden? Maar vanzelfsprekend zijn daar financiële consequenties aan verbonden.” (HOP)/.

De commissie is benieuwd naar de mening van studenten, docenten, onderzoekers, beleidsmakers en bestuurders over de toekomst van het Nederlandse hoger-onderwijsstelsel. Schriftelijke bijdragen (maximaal twee A4) kunnen tot 1 januari gestuurd worden naar het volgende adres:

Secretariaat Commissie toekomstbestendig hoger-onderwijsstelsel
p/a Ministerie van OCW
Directie Hoger Onderwijs en Studiefinanciering / IPC 6800
t.a.v. de heer W.A. van Niekerk
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag