ICT Labs is een netwerk dat vijf locaties telt. Het gaat om Berlijn, Helsinki, Parijs en Stockholm en de High Tech Campus in Eindhoven. De Nederlandse partners in het consortium zijn Philips, Novay en het Nederlands Instituut voor Research naar ICT (NIRICT), waarin de universiteiten Eindhoven, Delft en Twente hun ICT-onderzoek hebben ondergebracht. De coördinatie van de Nederlandse bijdrage is in handen van de Twentse hoogleraar Peter Apers.

De bijdrage van het EIT is voor minimaal zeven jaar en deze termijn kan worden opgerekt tot vijftien jaar. Hoeveel geld het EIT exact inbrengt, hangt af van het bedrag dat de Europese partners kunnen samenbrengen. Volgens Jos Baeten, zal dat waarschijnlijk tussen de 70 en 80 miljoen euro liggen. Met de bijdrage van het EIT komt de totale omzet jaarlijks neer op ongeveer 100 miljoen euro.

Met dat bedrag zullen innovaties in de ICT sneller tot stand komen en wordt ook de tijd tussen innovatie en verkoop op de markt sterk verkort. Dat is ook een van de doelstellingen van het EIT omdat Europa tot op heden wel voldoende kennis in huis heeft, maar door het Verre Oosten en de Verenigde Staten voorbij wordt gestoken als het gaat om het verzilveren van goede ideeën.

Prof.dr. Jos Baeten, vice-decaan van de faculteit Wiskunde en Informatica, noemt de cijfers ‘nog vrij ruw’. Het is volgens hem zaak om snel het businessplan af te ronden want in 2010 moet het project op volle kracht draaien. “NIRICT heeft al ruim twintig promovendi zitten op de High Tech Campus en er was al besloten om er een 3TU-kantoor te openen. De keuze voor de co-locatie lag dus bijna voor de hand.”

De focus van het Nederlandse aandeel zal liggen op gezondheid en welzijn. Daarbij zal academische kennis worden gecombineerd met diepgaand onderzoek, ontwikkeling en innovatie door het bedrijfsleven. Er worden tussen de Europese partners zogeheten multidisciplinaire netwerken gevormd van onderzoekers, ingenieurs, economen, sociale wetenschappers en industrieel ontwerpers. Doel is om de innovaties beter af te stemmen op de zeer diverse Europese markt. Het is ook de bedoeling dat de groei van spin off-bedrijven toeneemt en internationaal toptalent wordt behouden en aangetrokken voor Europa. (FvO)