Prostaatkanker is de meest voorkomende vorm van kanker onder mannen. In ons land krijgen jaarlijks tienduizend mannen de diagnose prostaatkanker, en overlijden 2.500 mannen aan de ziekte.
De opsporing is echter nog rudimentair. Na vaststelling van een verhoogde PSA-waarde (Prostaat Specifiek Antigeen) in het bloed, wordt een stukje van het weefsel weggenomen (biopsie), om te kijken of er een tumor zit in de prostaat. Maar de PSA-waarde is geen bijzonder goede indicator: tweederde van alle biopsies blijkt achteraf niet nodig te zijn geweest. Omgekeerd wordt een aanwezige tumor bij een derde van de tests niet gevonden.
Bij de nieuwe techniek worden microbubbels ingespoten, een contrastmiddel zonder bijwerkingen. De minuscule bubbels reageren anders op ultrageluid dan menselijk weefsel of bloed, waardoor ze van buitenaf te volgen zijn, tot in de kleinste bloedvaatjes toe. Tumoren zijn herkenbaar doordat de bloedvaatjes in de tumoren een ander patroon hebben dan in gezond weefsel. Ook hoe agressief de tumor is, kan in principe worden afgeleid.
De techniek is onder meer ontwikkeld door TU/e-onderzoeker dr.ir. Massimo Mischi, die vorig jaar een Vidi-beurs kreeg voor dit onderzoek. Vanuit het AMC is ook prof.dr.ir. Hessel Wijkstra betrokken, hoofd van het urologisch onderzoek aldaar en sinds 1 november deeltijdhoogleraar aan de TU/e.
Onlangs maakte Mischi de eerste, veelbelovende resultaten bekend op een wetenschappelijke conferentie in Chicago. Bij de vier onderzochte patiënten bleek de plaats van de tumoren precies te kloppen met de beelden.
Komend jaar gaat het onderzoeksteam een pilot doen met gerichte biopsies en in een volgende stap wordt de ultrageluidtechniek gebruikt om te kijken of een biopsie wel of niet nodig is. Hierdoor zal het aantal biopsies naar verwachting flink afnemen. De onderzoekers verwachten dat de techniek hiervoor over vijf jaar beschikbaar is in het ziekenhuis. Uiteindelijk moeten artsen geheel op basis van de beelden kunnen beslissen welke ingreep nodig is, zonder biopsies. (IJ/TJ)
|