/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 1 nummer 0

jaargang 42, 11 november 1999


Cultuur

Untitled Document Jean Leering: mijn optimisme ben

ik gelukkig niet kwijtgeraakt

“Ik had allang dood moeten zijn”, zei prof.ir. Jean Leering in 1993 al tegen Cursor, toen hij een hartoperatie en een beroerte achter de rug had. Die zin kan zes jaar later gewoon blijven staan, maar krijgt nu een extra lading. Leering is namelijk twee infarcten en een hartoperatie verder.

Desondanks is hij zijn optimisme absoluut niet kwijtgeraakt. De hoogleraar Kunstgeschiedenis en oud-directeur van het Van Abbemuseum is nog steeds actief, onder meer met het schrijven van een boek. Daarin verenigt hij zijn vakgebieden en interesses: architectuur en beel-dende kunst. Morgen, 12 november, neemt de aimabele Leering na 23 jaar officieel afscheid van de TUE in verband met zijn pensioen.

“Het is mijn langste baan geweest, van 1976 tot 1999, dus ze hebben het aardig met me uitgehouden. En andersom ook natuurlijk”, zegt Leering. Naast het geven van colleges werkte hij mee aan de kunstcommissie van de TUE, in het bijzonder aan de grafiekcommissie, en organiseerde hij activiteiten voor Studium Generale. Leering: “Ik heb al die dingen altijd leuk gevonden om te doen. Toen ik wegging bij het Tropenmuseum vroeg professor Jan Slobhouwer me of ik college wilde geven. Ik ben zestien jaar lang tijdelijk benoemd voor één, twee of drie jaar. Toen ik als hoogleraar mijn inaugurele rede hield, zeg maar je ‘eerste les’, had ik er al zeker 300 gegeven. Maar dat heeft het engagement niet gedrukt.”

“Ik heb een bouwkunde opleiding in Delft gehad en hier kon ik kunstgeschiedenis afstemmen op het vak van de studenten. Ik gaf een eerste collegereeks over kunstgeschiedenis voor bouwkundigen, wat vooral over de ontwikkeling van het begrip ‘ruimte’ ging. Een tweede reeks betrof de samenwerking tussen kunstenaars en architecten. Ik vond het belangrijk om studenten te laten zien hoe je ècht kunt samenwerken en dat er vroeger andere motieven voor waren dan nu. Het is allemaal erg afhankelijk van de betekenis die mensen eraan geven. Het werk moet niet alleen gemaakt worden, maar ook zijn setting krijgen.

Leering zocht ook samenwerking met de Kunstacademie in Den Bosch. Studenten uit Den Bosch volgden colleges in Eindhoven en maakten met studenten van de TUE samen opgaven.

Elitair

Als directeur van het Van Abbe streefde Leering ernaar om de elitair geworden kunst wat van zijn voetstuk te halen en meer aan te laten sluiten bij het ‘gewone publiek’. Hij heeft ook een aversie tegen autonome architectuur, een apart hoofdstuk in zijn boek. Al in zijn inaugurele rede vergeleek hij het werk van de architect Eigenman met Rietveld. “Eigenman vond het bij wijze van spreken jammer dat er mensen in zijn gerealiseerde ontwerp kwamen wonen. Het was voor hem een werk van architectuur en niet bedoeld voor bewoning. Bij Rietveld ligt dat precies omgekeerd en die heeft toch mijn voorkeur.”

Beeldende kunst, kunst in het algemeen, is niet het erg populair onder TUE-studenten. Is het eigenlijk belangrijk dat studenten (bouwkunde) daar iets mee doen en zo ja waarom?

“Je moet dat allemaal niet overschatten, wat ik zeg over kunst hebben anderen met heel andere gebieden van cultuur. Als je met (moderne) kunst bezig bent, word je geconfronteerd met een ongebruikelijke manier van doen. Daardoor kun je een hele nieuwe kijk op de werkelijkheid krijgen. Dat vind ik ongelooflijk belangrijk. Al gaat maar om tien op de honderd mensen, dan moet je het daarvoor niet laten. Niet alleen omdat zìj er genot van hebben, maar ook omdat ze er dan zelf iets mee kunnen, omdat ze meer betekenis aan hun leven kunnen geven, zonder dat ze zelf kunstenaar hoeven te worden. Je kunt er een stuk van je eigen ambities mee realiseren. Kunst is dus ook een middel.”

Brutaal

Als directeur van het Van Abbe heeft Leering veel grote kunstenaars ontdekt, naar Eindhoven gehaald en/of aangekocht. Lissitsky, Beuys, Moholy Nagy, Bruce Naumann, Christo om enkele bekende te noemen. Hoe herkende hij ‘goede’ kunst, wat is daarvoor nodig?

“Voordat ik voor het eerst Beuys zag, was ik gewend aan een heel ander soort kunst of esthetiek. Zo noemde ik het werk van Beuys eerst ‘Esthetiek des Drecks’, esthetiek van de poep. Toch heb ik de eerste tentoonstelling van Beuys buiten Duitsland ingericht. Het omslagpunt kwam vooral door een tentoontelling van zijn werk in Duitsland: toen ik die zag was ik werkelijk ‘flabbergasted’ door de eenheid van concept en aanpak.”

Is dat feeling, inzicht, kennis, open staan voor?

“Dat blijft een moeilijke vraag. Het overkwam me vaker, bij-

voorbeeld op de Documenta. [Een van de grootste en belangrijkste tentoonstellingen voor moderne kunst in Europa . GV] Ik zag in Amerika de schilderijen van Naumann, en was daar erg enthousiast over. Maar ik kreeg geen meerderheid in de Documentaraad, die over de schilderijententoonstelling besliste. Toen ben ik heel brutaal geweest en heb gezegd: ‘Als Naumann niet komt, dan weet ik niet of ik de tentoonstelling ga inrichten.’ Ik ben de kamer uit gegaan, dan konden ze onderling beraadslagen, en heb gewacht tot ze me weer binnen riepen. Toen was het er door. Maar het blijft een moeilijke vraag. Want waar haal je in godsnaam de overtuiging vandaan dat je zoiets ook zegt? Er is eigenlijk maar één antwoord op: dat je ten opzichte van jezelf integer bent. Je moet natuurlijk ook een grote kijkervaring hebben, maar als je ergens van overtuigd raakt moet je er ook honderd procent voor staan, zoals bij Beuys.”

Positiviteit

Integer is Leering nog altijd, innemend en positief, ondanks alle dingen die hem tegen zaten. Hij zal iemand in het openbaar niet negatief bejegenen, ook al hebben ze hem onheus bejegend. Naast fysieke ongemakken (hij heeft evenwichtsproblemen, moet zich veelal per rolstoel verplaatsten en heeft last van zijn stembanden na zijn laatste operatie) waren er meer tegenvallers. Zijn museumbeleid nam de gemeente Eindhoven hem de laatste paar jaar niet in dank af, waardoor hij zelf uitzag naar een andere functie. Ook zijn opvolger Rudy Fuchs liet weinig heel van Leering en zijn beleid. Leering ging naar het Tropenmuseum, maar kreeg ook daar niet de steun van zijn superieuren. Hij nam zelf ontslag, al had hij nog geen andere baan. “Dat was pijnlijk hoor, dat was geen leuke tijd. Maar ik heb mijn positiviteit gelukkig niet verloren”, zijn alle woorden die Leering hieraan ‘vuil’ maakt.

“Er zijn wel meer rare dingen hoor”, zegt hij rustig, zonder één spoortje van wrok of rancune. Bij mijn afscheid heeft het College van Bestuur zich teruggetrokken omdat ik geen officiële rede zou houden. Dat gaat moeilijk in verband met de beschadiging van mijn stembanden. Nu hou ik een inleiding en daarna geef ik een visuele presentatie, wat ik in de normale colleges ook deed. Maar als je kijkt wat ik allemaal buiten de zuivere leeropdracht heb gedaan voor de TUE, is het eigenlijk verdomd flauw.”

Het afscheidscollege van Jean Leering is op 12 november om 16.00 uur in het auditorium. De receptie is om 17.00 in de Senaatszaal. /.

Untitled Document /Verzameling 4

In het oude gebouw van het Van Abbe Museum is vanaf zaterdag 13 november een tentoonstelling te zien met aanwinsten uit de beleidsperiode van Edy de Wilde. Hij was directeur van het museum van 1946 tot 1963. Deze tentoonstelling is het vierde en laatste deel in de reeks ‘De Verzameling’. Elke tentoonstelling werd samengesteld door één van de vier naoorlogse directeuren. Jan Debbaut, Rudi Fuchs en Jean Leering gingen Edy de Wilde voor. Je kunt de werken gaan bezichtigen tot 9 januari 2000.

/Wiseguys

De Britse auteur Philip Osment schreef ‘Wiseguys’ in 1997, waarna het met veel succes in Engeland werd opgevoerd. ‘t Muztheater heeft de primeur om het stuk buiten Engeland te spelen. ‘Wiseguys’ geeft een scherpe kijk op de huidige maatschappij. Het is een dramatisch, gewelddadig, maar tegelijk zeer geestig portret van jongeren aan de onderkant van de samenleving. Het stuk stelt vragen over agressie en geweld en laat zien hoe dit gedrag van generatie op generatie wordt doorgegeven. Dit toneelstuk is vanavond, 11 november, om 20.30 uur te zien in de Eindhovense schouwburg voor 23 gulden. Op vertoon van je OV-kaart betaal je geen 23 gulden maar 13,50 gulden.

/Roze film

Net als vorig jaar vertoont Plaza Futura speciaal geïmporteerde gay-films, puttend uit de films die wel op festivals te zien waren maar niet in Nederland werden uitgebracht. Te zien zijn onder meer de Amerikaanse film ‘Late Bloomers’, over twee vrouwen van middelbare leeftijd die ontdekken gevoelens voor elkaar te koesteren, en de film ‘Lillies’. Deze laatste film laat het verhaal van een bisschop zien die de biecht afneemt van een zieke homoseksuele gevangene. Hij vertelt hem over zijn eerste homoseksuele ervaringen veertig jaar eerder. Voor het volledige programma van de Roze Filmtour 99 kun de Uitkrant raadplegen. De Roze Filmtour is te zien van donderdag 11 tot en met woensdag 17 november om 22.00 uur. De films zijn Engels gesproken, niet ondertiteld of Engels ondertiteld.

/Hofnar

In Valkenswaard werd vorige week een nieuw cultuurcentrum geopend: de Hofnar. Natuurlijk is er na het openingsfestival dat twee dagen duurde, nog veel meer te doen. Zo is er op zaterdag 13 en zondag 14 november een Regionaal Muziek Concours. Een week later, op 20 november, komt Stef Bos met zijn nieuw programma ‘Zien’. Enkele dagen later, op 25 november, is Els de Schepper onder de naam ‘De witte negerin’ te zien. In haar vierde theatertour heeft muziek de overhand en trakteert De Schepper iedereen op haar dijk van een stem. Ook cabareteske onderdelen ontbreken zeker niet in deze mooie, spitsvondige voorstelling waarin ze op zoek gaat naar zichzelf. /.














Website