/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 1 nummer 1

jaargang 42, 18 november 1999


Voorpagina

Untitled Document On the move

Steppend op een portable stepje, fietsend op een grote driewieler of brommend op een elektrische mini-scooter. Zo crossten (v.l.n.r.) Walter van Hulst (Vormgeversoverleg Eindhoven, prof. ir. Theo Boshuizen (directeur TNO Industrie), Pieter Noordzij (stichting Coördinatie regio Eindhoven Promotie), Johnny Lippinkhof (Philips Design, marketing & sales) en ir. Jan Smeekens (directeur NV Rede) vorige week donderdag over de loopbrug van het auditorium naar het hoofdgebouw. De niet alledaagse vervoermiddelen vormden een onderdeel van de Dag van het Ontwerp die in het teken stond van mobiliteit. Zie ook pagina 8 en 9.


Foto Bart van Overbeeke
/.

Untitled Document AVA wordt ingrijpende operatie

Ontslagen niet uitgesloten

Het is niet uitgesloten dat de operatie Added Value Analysis (AVA) leidt tot gedwongen ontslagen. Dat staat in de nieuwsbrief die op 5 november is rondgestuurd door de stuurgroep AVA.

Het bureau Berenschot, dat is ingehuurd om de operatie te begeleiden, heeft in een presentatie een bedrag van 30 miljoen gulden genoemd, dat ‘gerealloceerd’ zou moeten worden. Drs. Willem te Beest van het College van Bestuur zegt dat dit bedrag geen hard getal is, maar dat het wel om grote bedragen gaat.

Bij velen roept de AVA-operatie herinneringen op aan de operatie Kosten, Kwaliteit en Dienstver-lening (KKD). Die vergelijking gaat volgens Te Beest echter volledig mank. “KKD was een bezuinigingsoperatie. Dat is AVA niet. Er is voor de TUE op dit moment geen noodzaak om te bezuinigen. Waar we wel behoefte aan hebben, is het vrijmaken van voldoende middelen om onder andere nieuw beleid te realiseren. Daarbij stijgt het aantal studenten dat aan de TUE wil studeren fors en loopt de bijdrage van het Rijk terug.”

Visitatie

Een goed voorbeeld van nieuw beleid dat de TUE ten voordeel strekt, maar niettemin veel geld opslokt, is de oprichting van de faculteit Biomedische Technologie. “De TUE doet hier aan

voorfinanciering”, stelt Te Beest. “Voor Biomedische Technologie krijgt de universiteit alleen collegelden binnen. De rest betalen we vooralsnog zelf.”

Maar AVA is er ook op gericht om financiële ruimte te creëren voor initiatieven die nu nog in de kinderschoenen staan, zoals de opleiding Industrieel Ontwerpen.

De AVA-operatie treft alleen de stafdiensten en de ondersteunende diensten op centraal en decentraal niveau. “Je kunt de Added Value Analysis het beste vergelijken met een visitatie”, zegt Te Beest. “Faculteiten worden eens in de vijf jaar flink aan de tand gevoeld over het nut en de kwaliteit van hun werkzaamheden op onderwijs- en onderzoekgebied. Wat er met de AVA-operatie gebeurt, is niet meer dan dezelfde vragen stellen aan diegenen die staftaken en ondersteunende taken verrichten. Waar het dan vooral om gaat, is dat iedereen die met zo’n taak belast is zich afvraagt wat zijn werk bijdraagt aan het primaire proces, het onderwijs en onderzoek. Naar mijn mening wordt dat verband op dit moment te weinig gelegd en is er ook te weinig verband aan-wezig.”

De AVA-operatie zal tot gevolg hebben dat er meer geld beschikbaar komt om die primaire processen beter te kunnen uitvoeren, maar ook dat de aansluiting tussen primaire processen en de ‘overhead’ beter verloopt dan nu het geval is.

Gezien de ambities die het CvB heeft, is duidelijk dat de operatie qua omvang ingrijpend is. “Aan het einde van de rit zal er een flinke verschuiving van middelen en mensen zijn ontstaan,” aldus Te Beest.

“Mensen zullen andere taken moeten gaan doen en dat zal niet altijd even gemakkelijk in te vullen zijn.” De Added Value Analysis zal in maart 2000 afgerond zijn. Dan zal er ook duidelijkheid zijn over de eventuele gevolgen voor het personeel./. /.

Untitled Document Aantal klachten over RSI en

werken onder tijdsdruk gestegen

Zo’n 20 tot 30 procent van de beroepsbevolking heeft als gevolg van het werk last van RSI-klachten aan nek, schouders of pols. Het aantal werknemers dat regelmatig onder hoge tijdsdruk werkt, is in 1998 toegenomen tot 1,95 miljoen, ofwel 33 procent van de werkzame beroepsbevolking. In 1997 lag dit aantal op 1,83 miljoen (32 procent).

Dat blijkt uit de Arbobalans ‘99, waarin een overzicht wordt gegeven van de stand van zaken op het gebied van arbeidsomstandigheden in 1998.

Langdurig in dezelfde houding of in een ongemakkelijke positie werken en het veelvuldig verrichten van repeterende bewegingen met armen en handen kan leiden tot RSI (Repetitive Strain Injuries). In onderzoeken van het CBS en TNO varieert het percentage werknemers dat als gevolg van het werk last heeft van klachten aan nek, schouder, arm of pols tussen de 19 en 30 procent. De grootste risicogroep bestaat uit beeldschermwerkers. De groep werknemers die regelmatig achter een beeldscherm zit, is tussen 1996 en 1998 gestegen van 38 naar 43 procent van de werkzame beroepsbevolking.

Binnen de TUE ligt het percentage beeldschermwerkers naar alle waarschijnlijkheid hoger dan het landelijk gemiddelde. Vandaar dat binnen de universiteit steeds meer actie ondernomen wordt om RSI tegen te gaan. De faculteit Wiskunde en Informatica hield dinsdagmiddag 16 november in samenwerking met de AMSO een informatiebijeenkomst over RSI die zoveel mensen trok dat het zaaltje bijna te klein was. Op de bijeenkomst kwamen ondermeer AMSO-medewerker Theo Melgers, TUE-bedrijfsarts Ben Martens en ‘ervaringsdeskundige’ Twan Basten aan het woord. Een soortgelijke bijeenkomst is onlangs ook op het IPO gehouden. Melgers hoopt de komende maanden bij alle diensten en faculteiten op de universiteit soortgelijke bijeenkomsten te kunnen verzorgen. Melgers sluit niet uit dat in de toekomst ook workshops georganiseerd zullen worden waarin mensen leren hoe ze de spanning op hun spieren zo laag mogelijk kunnen houden tijdens het werk./.

/.














Website