/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 1 nummer 5

jaargang 42, 16 december 1999


Cultuur

Untitled Document De culturele top vijf van Désiree Meijers

PR-medewerker Informatica

Gevraagd naar mijn culturele top vijf wil ik een aantal zaken in willekeurige volgorde noemen die een speciaal gevoel bij mij teweegbrachten.

Het boek dat tot mijn favorieten behoort, is eigenlijk een boekje, namelijk ‘Le petit prince’ van Antoine de St-Exupéry. Ik beschouw dit als een filosofisch meesterwerkje. Daarbij weet de schrijver mij, in zeer kort bestek, zowel te ontroeren als aan het lachen te maken. Dit werkje verdient beslist een nominatie in de top vijf omdat het in een paar woorden tot de essentie komen, mij een veel knapper prestatie lijkt dan veelschrijverij. Bovendien intrigeert mij de combinatie in één persoon van stoere luchtmachtofficier en tevens schrijver van zo’n lief boekje. Dat hij als uitstekend vliegenier zo mysterieus om het leven kwam, zoals hij eerder zelf had beschreven in ‘Vol de nuit’, maakt hem des te boeiender.

Een herkenbaar boek is voor mij ‘Onder professoren’, van W.F. Hermans. Realistisch en van alle tijden. Ondanks dat het in 1975 werd geschreven, is het nog steeds erg actueel, zoals ook duidelijk blijkt bij de wrijvingen tussen de jongste Nobelprijswinnaars voor de Natuurkunde, Gerard ‘t Hooft en Martin Veltman. Ook nu zijn er volgens mij maar weinig leraren die het grootmoedig dulden dat hij voorbij gestreefd wordt door zijn leerling.

De collectie van het Musée d’Orsay staat beslist in mijn culturele top vijf. Waar geen boek of geschiedenisleraar in slaagde; mij het ‘licht’ te laten zien van de impressionisten, lukte moeiteloos in deze Parijse zee van licht en ruimte. En dan met name door het danseresje van Degas dat de titel ‘L’étoile’ draagt. In een iets verdonkerde ruimte en met de juiste belichting is het net of het licht via het meisje van het doek spat.

‘In the name of the Rose’ met Sean Connery in de hoofdrol vind ik een adembenemende film. Hoewel het verhaal in de Middeleeuwen speelt, zijn de thema’s mystiek, macht, intriges en menselijke zwakheden van alle tijden. De tragiek dat de mens zich bij de invulling van zijn leven maar al te vaak laten leiden door wat hij denkt dat de omgeving van hem verwacht, wordt perfect in beeld gebracht door de verteller van het verhaal, Adson. Het onvervuld verlangen en de spijt van de monnik over zijn nooit vergeten jeugdliefde, die tot het einde toe alléén zijn klerikale weg gaat, doet voelbaar pijn.

Tot slot. Massale culturele uitingen hebben absoluut mijn voorkeur boven elitaire aangelegenheden. Cultuur is wat een volk tot een volk maakt. Als geboren Limburgse denk ik dan bijvoorbeeld aan carnaval of Vasteloavend. Maandenlange voorbereidingen monden uit in een driedaagse apotheose van creativiteit en saamhorigheid. Onder het motto van ‘Ederein is angesj mer ederein is ein’. Het best komt dit tot uiting als

buurtverenigingen zich uitleven in het maken van een wagen voor de optocht en kostuums voor de hele groep. Maar ook de Einzelgänger hoort erbij. Ik kreeg ooit kippenvel van een nachtelijke trompetsolo van een ‘gardeofficier’ die zijn herremenie al lang was kwijtgeraakt./.

/.

Untitled Document Aids in Afrika veelal doodgezwegen

Op uitnodiging van Studium Generale sprak dr.P. Hebinck, medewerker ontwikkelingssociologie van Wageningen Universiteit, woensdag 8 december over Aids en HIV in Afrika. In Europa en in de VS lijkt men zich er niet meer zo druk over te maken; velen hebben het idee dat Aids uiteindelijk wel overwonnen zal worden.

In Afrika heerst echter een totaal andere situatie: hier maakt Aids deel uit van het dagelijkse leven, al wordt er niet openlijk over gesproken. Aids is een groot taboe in de meeste Afrikaanse landen, terwijl alleen al in Zimbabwe één op de vier mensen met HIV besmet is. Getroffenen lijden in stilte. Men riskeert zijn maatschappelijke positie door er voor uit te komen dat men Aids heeft of met HIV besmet is.

Zieke of besmette mensen worden als een paria behandeld; Hebinck geeft een voorbeeld van een Zuid-Afrikaanse vrouw die uitkwam voor haar besmetting. Ze werd vervolgens gestenigd en stierf een half uur na haar ontboezeming. Veel Afrikanen zien de ziekte als een soort straf of ontkennen eenvoudigweg het bestaan ervan.

Het feit dat Aids een sociaal probleem is dat betrekking heeft op de hele samenleving vormt in Afrika volgens Hebinck het grootste probleem. Bovendien wordt het door veel Afrikaanse staten politiek genegeerd. Aan voorlichting en bestrijding wordt in veel Afrikaanse staten niets of bitter weinig gedaan.

Kennisoverdracht

Aids is anders dan alle andere epidemieën in het verleden, omdat het sterkste deel van de bevolking er door wordt getroffen: volwassenen die een gezin hebben en op wie de economie van het land steunt. Zo komt ook de kennisoverdracht van een land in gevaar; Afrika is namelijk een continent dat grotendeels afhankelijk is van de mondelinge overdracht van kennis.

Aids maakt deze mondelinge kennisoverdracht vrijwel onmogelijk. Doordat ouders sterven kunnen zij kennis niet meer aan hun kinderen overdragen. Zeker voor de boerenbevolking op het platteland is Aids een zeer groot probleem. Bijna alle mannen hebben buiten hun eigen vrouw (of vrouwen) veel andere seksuele contacten, wat de kans op besmetting vergroot. Volgens schattingen zijn er alleen al in Zimbabwe over zo’n vijf jaar bijna een miljoen wezen ten gevolge van Aids.

De tijd voor preventie en voorlichting dringt. Oeganda is een positieve uit zondering. De strijd tegen Aids is daar relatief op tijd begonnen, al zijn er in dit land ook al veel slachtoffers gevallen. Voor het eerst in jaren neemt het aantal HIV-geïnfecteerden in Oeganda echter af. Niettemin zijn er nog steeds zo’n 930.000 mensen besmet met het virus. In 1997 overleden er bovendien 160.000 mensen in Oeganda aan Aids en het aantal wezen als gevolg van de epidemie bedraagt 1.7 miljoen.

Toeristen

En dan is Oeganda nog een positieve uitzondering. Landen als Nigeria en Kenia geven geen ruchtbaarheid aan de ziekte omdat Kenia bijvoorbeeld bang is dat toeristen hierdoor afgeschrikt worden.

Om de taboes in de samenleving te doorbreken moeten in Afrika via het onderwijs en via publiciteit de normen en waarden wat betreft aids veranderen. De jongste generatie Afrikanen zal waarschijnlijk de ziekte niet

doodzwijgen door al het leed waar ze nu al mee geconfroteerd wordt. Maar de huidige groep volwassenen en de regeringen moeten het begin maken. Zij moeten de schaamte van zich afschudden voordat een hele generatie bijna geheel wordt weggevaagd./. /.

Untitled Document TUE in fotoboek Eindhoven

‘Eindhoven, fotoportret van een industriestad’ heet de tentoonstelling van de Eindhovense fotograaf Hans Joachim Schröter. De expositie in museum Kempenland is tot 16 januari te zien en bevat opnames van zowel oud als nieuw Eindhoven. Daarnaast heeft Schröter een fotoboek uitgegeven, ‘Portret van een industriestad’ dat nog veel meer opnamen bevat. Ook de TUE is daarin opgenomen met drie prachtige opnames. Het boek kost fl. 38,50. Een voorproefje is te zien op: http://www.iae.nl/users/hschroe/PICT01.HTM /.

Untitled Document /Nineties party

De laatste dagen van de Feest & Beestweek: Nineties party met de huis dj’s van de AOR en The Sounds of the Future ofwel Open Podium. Donderdag 16 en vrijdag 17 december.

/African Fever

Swingende documentaire ‘When we were kings’ over het legendarische wereldtitelgevecht tussen Muhammed Ali (sporter van de eeuw) en George Foreman in Zaïre. Ook met Stevie Wonder en James Brown (zie Cursor 14). Daarna treedt van 20.00 tot 21.45 uur de Ghanese slagwerkgroep Yama Yama op. Blauwe Zaal en Voorhof van het Auditorium.

/Ed Hoornik

‘Het menselijk bestaan’ is een combinatie van theater en literatuur rond Ed Hoornik door De Gebroeders Flint. Hoornik is een van de belangrijkste (en vergeten) Nederlandse schrijver-dichters, die de kampen van de WO II overleefde. Plaza Futura, 17 december, 20.30 uur.

/Hiphop

Zondag 19 december een concert van de Nomads, de ‘Zweedse kings of Garage’ met in het voorprogramma de Eindhovense band The Lovesteaks, de lieverdjes van de Eindhovense Rockcity. Maandag 20 december komt Rahzel, hiphop met een van ‘s werelds beste vocale line up’s. In de Effenaar vanaf 20.30 uur.

/Geloof, troost en biefstuk

Film, video, interviews, muziek en humor zijn de vaste ingrediënten van ‘Geloof, troost en biefstuk’, dat deze keer een speciaal kerstverhaal bevat van schrijver en dichter Erwin Troost. Café Kraaij en Balder, 19 december, 15.30 uur.

/Gé Reinders

Gé Reinders keerde een paar jaar geleden terug uit Amsterdam en vestigde zich weer in de Limburgse Heimat. Het kwam zijn teksten en muziek alleen maar zeer ten goede. Hij speelt in het Muziekcentrum op zaterdag 18 december, 20.15 uur. De tientjespas is geldig.

/Echte mannen

‘De 20e eeuw in duo’s’ heet het programma van cabaretgroep Echte Mannen (Rik Hoogendoorn en Bruun Kuijt). Ze kijken terug op de afgelopen eeuw aan de hand van duo’s uit de wetenschap, cultuur, politiek, sport. Zo komen niet alleen de gebroeders Wright aan bod maar ook de broertjes De Boer. Dinsdag 14 december, Stadsschouwburg, 20.30 uur. /.














Website