/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 1 nummer 5

jaargang 42, 16 december 1999


Opinie

Untitled Document Het studiehuis

Wetenschappelijk directeur TULO

Prof. dr. Johan van der Sanden

“Op donderdagmiddag hebben we twee uur studiehuis, dan moeten we zelfstandig werken”. Deze uitspraak van een vwo-leerling over het studiehuis hoorde ik ongeveer een jaar geleden. Het ging om een leerling van een school die in het schooljaar 1997-1998 was begonnen met het studiehuis. De leerling geeft aan hoe er op school tegen het studiehuis aangekeken wordt. Het studiehuis wordt gezien als een ruimtelijke voorziening, waar je op bepaalde momenten actief en zelfstandig moet werken of leren. De rest van de week zitten leerlingen blijkbaar in klassen, waar docenten hen het zelfstandig leren onmogelijk maken.

Inmiddels zijn alle scholen voor voortgezet onderwijs begonnen met de vernieuwde tweede fase van het voortgezet onderwijs. De ingrijpende curriculumherziening (profielen; meer examenvakken; nieuwe vakken; meer aandacht voor vaardigheden, waaronder onderzoeks-, ontwerp- en studievaardigheden) en de gewenste nieuwe pedagogisch-didactische aanpak (het studiehuis) worden meestal in een adem genoemd. Het wordt steeds duidelijker hoe leraren en leerlingen het studiehuis opvatten: op grote schaal wordt het studiehuis gezien als een plek in de school, waar bepaalde ingeroosterde en zelfstandig uit te voeren activiteiten dienen plaats te vinden. De bovengenoemde uitspraak van een vwo-leerling blijkt een treffende illustratie te zijn van een inmiddels wijd verbreide praktijk. Kenmerkend daarvoor is de tweedeling die wordt gemaakt tussen twee soorten van leersituaties. Aan de ene kant zijn er de bekende klassikale lessen, waarin de leraar op gestructureerde wijze lesgeeft, verhalen vertelt en uitlegt. Aan de andere kant is er het actief en zelfstandig leren in het studiehuis, waarbij de docent zich als begeleider van leeractiviteiten van leerlingen opstelt. Vaak wordt gesteld dat er in het eerste geval sprake is van kennisoverdracht door de docent en in het tweede geval van kennisconstructie door de leerling.

Er is iets mis met deze twee-deling. Kennis en vaardigheden kunnen namelijk niet direct worden overgedragen van leraar op leerling. Er is immers altijd sprake van persoonlijke kennisconstructie. De kennis en de vaardigheden die leerlingen verwerven zijn het resultaat van

leeractiviteiten die zij ontplooien en dat geldt ongeacht het type leersituatie waarin zij verkeren. Door middel van leeractiviteiten bewerken zij de informatie waarmee zij worden geconfronteerd. Dat gebeurt zowel in de klassikale les, bij het gestructureerde betoog, het boeiende verhaal als bij het zogenaamde zelfstandig leren in het studiehuis. Kennis is door middel van leeractiviteiten bewerkte informatie. En ook vaardigheden zijn het resultaat van door leerlingen ontplooide activiteiten.

Actief en zelfstandig leren moet dan ook niet worden gezien als iets wat zich alleen afspeelt in het kader van speciaal daarvoor ingeroosterde momenten. Het is belangrijk dat leerlingen leren om actief en zelfstandig te leren in de gevarieerde omstandigheden die zich daarbij kunnen voordoen, bijvoorbeeld het alleen, klassikaal of in groepen leren; het leren met behulp van boeken, informatie- en communicatietechnologie; het leren uit ervaringen in praktijkleersituaties.

De vernieuwde tweede fase vraagt meer dan ooit om leraren die een grondige vakkennis weten te combineren met een diversiteit aan didactische en begeleidingsvaardigheden. Deze combinatie van vakkennis en vaardigheden stelt leraren in staat om het leren van leerlingen in verschillende leersituaties te ondersteunen. De vernieuwde tweede fase vraagt verder om schoolorganisaties die het werk van leraren en het leren van leerlingen zo weten te organiseren dat de werkdruk voor beide partijen binnen aanvaardbare grenzen blijft. De kans daarop is het grootst wanneer de hele school gezien wordt als een studiehuis en de verschillende activiteiten daarbinnen goed op elkaar worden afgestemd. /.

Untitled Document Cursief

Sinds de mens bestaat, stopt hij zichzelf vol drugs. Een onontkoombare stelling, die dominee Hans Visser afgelopen zondag niet in de kerk, maar in de Senaatszaal van de TUE debiteerde. Indianen plegen al sinds mensenheugenis op coca-bladeren te kauwen, opium is in China al veel ouder dan de weg naar Rome, om over alcoholische dranken maar te zwijgen. Wat dat betreft lijkt het er op dat elk volk wel zijn eigen favoriete drankje heeft gehad, en zijn variant op sigaret en sigaar. De Romeinen vergiftigden zichzelf met hun loden bekers wijn, elders hadden ze bier.

Nederland is geen land dat een uitzondering vormt op deze regel. In de historie van ons land hoeven we niet ver terug om te constateren dat niet alleen drank, maar ook andere middelen zoals opium tot het dagelijkse ritueel in het leven behoorden. In de vaderlandse romans rond de eeuwwisseling spreekt duidelijk een bepaalde fascinatie ten opzichte van wat we nu drugs zouden noemen, maar toen onder bijvoorbeeld een naam als ‘laudanum’ (een opiumtinctuur) door het leven ging. En er zijn vast wel mensen die als kind ‘Pim Pandoer, de Schrik van de Imbosch’ hebben gelezen. Een jongmensch, getekend door de oorlog was van het rechte pad afgedwaald door opiumsigaretten het land binnen te smokkelen. Dat ging vlak na de oorlog overigens kennelijk ook al via Rotterdam. Geen kost die je in een kinderboek zou verwachten. Uiteraard eindigt het boek niet met een gezellig blowende meute in een Rotterdamse opiumkit: de dader krijgt zijn verdiende loon en bromt een aantal jaren in de nor, om even in het naoorlogse jargon te blijven. Zo’n vermanende vinger in een kinderboek zegt wat over de grootte van het probleem. En maakt kinderen overigens verder razend nieuwsgierig, want hier is iets aan de hand wat verboden is. Zolang de mens bestaat, gebruikt hij dus drugs. En zolang dat zo is, rust er ook een groot taboe op het gebruik ervan, alcohol en sigaretten uitgezonderd.

Dominee Visser doorbreekt dit taboe door er op te wijzen dat drugs is iets van alle tijden en dat je het daarom maar beter kunt legaliseren. De reacties op die stelling zijn doorgaans nogal fel. Het hek dat staat tussen de Apollinische en Dionysische mens kan kennelijk niet zonder problemen verwijderd worden. Misschien heeft dat te maken met de ook door Visser geconstateerde neiging van de mens om op gezette zijn grens te verleggen, om even tijdelijk uit de band te springen. Als die behoefte er is, dan is het effect minder heftig dan wanneer het gaat om iets dat gelegaliseerd is. Immers het verbodene alleen al geeft een kick. Dat moet Visser toch weten. Het gedonder op aarde begon ooit met een appel die niet gegeten mocht worden.

Drugs legaliseren heeft dus geen zin, tenzij je wil dat een drug snel minder populair wordt. Mensen gaan toch op zoek naar andere, vooral verboden vruchten.

Fred Gaasendam /.

Untitled Document Gratis GSM’s voor medewerkers TM

Cursor meldde vorige week dat alle ruim 350 medewerkers van de faculteit Technologie Management een Telfort-GSM hebben gekregen. Deze mobiele telefoons zijn een ‘eenmalige presentje’ van het CeBo, de stichting Centrum voor Bedrijfskundig Onderzoek. Cursor belde (met een vaste aansluiting) een aantal TUE’ers en vroeg hoe zij hierover dachten.

Coriene Muysken

PR-medewerkster TeMa

Echt geweldig. Een erg leuke actie. Ik vind het wel leuk als iemand je op deze manier een ‘erg communicatief millennium’ wenst. Nee, ik heb het beltegoed nog niet opgemaakt, maar het gaat wel heel hard. Sommige collega’s hadden al een gsm en die geven hem dan aan hun kinderen, collega’s of vrienden. Maar voor mij is het echt een uitkomst.

Ir. Bas de Waal

analist scheikunde

Nee, ik ben helemaal niet jaloers. Ik zou liever de honderd gulden die die GSM’s waard zijn op mijn rekening hebben gehad. Misschien gaan ze er nu wel vanuit dat die 350 man continu bereikbaar zijn. Dat zou ik niet willen, hoor.

Anneke Litjens

medewerkster bibliotheek TeMa

Geweldig dat we hem hebben gekregen. Normaal zou ik nooit zo’n ding hebben gekocht omdat het toch best prijzig is. Ik heb hem ook altijd bij me. Of er ook mensen zijn die er niet blij mee zijn? Ik zal even iemand roepen.

Peter Smits

medewerker bibliotheek TeMa

Aan zo’n ding heb ik helemaal geen behoefte. Ik ben liever niet altijd bereikbaar. Ik heb hem nu ook geblokkeerd. Dat ging per ongeluk, ik voerde drie keer het verkeerde nummer in. Maar het komt mij wel goed uit.

Saskia Ruijsink

bestuurslid Intermate,

studievereniging TM

Het is een beetje belachelijk. Het gaat wel een beetje te ver om alle personeelsleden zomaar een mobiele telefoon te geven. Ik heb zelf een hekel aan dat gebel met die dingen. Ze zijn wel handig, maar ik zie dat er overal misbruik van wordt gemaakt, dat vind ik irritant. De docenten hier zullen die GSM ook wel meer privé gebruiken dan zakelijk, ben ik bang.

Ria Megens

receptioniste Paviljoen

Het is een veilig idee om een GSM op zak te hebben. Alhoewel ik hier vlakbij woon en altijd maar een klein stukje hoef te fietsen heb ik hem altijd bij me. Je stopt zo’n telefoon ook makkelijk in je zak. Ik ben er erg blij mee.

Tabitha van Assem,

secretaresse Stichting Geschiedenis der Techniek

Ik vind die GSM heel handig, maar heb hem nog niet kunnen gebruiken. Ik moet eerst eens die handleiding lezen. Liever had ik die honderd gulden op mijn bankrekening gehad, maar ik kan me voorstellen dat dit een mooier gebaar is. Of er ook mensen zijn die hem geweigerd hebben? Ja, twee mensen hebben die mobiele telefoon niet aangenomen. Ze wilden niet bereikbaar zijn.

Bob van Winkel

docent TeMa en voorzitter

universiteitsraad

Het is een kreng van een ding. Als ik dat geval tegen mijn oor druk, gaan er allerlei schakelaartjes om en gaat er van alles stuk. Nee, dit is niks voor mij. Hoe langer ik dat toestel heb, hoe minder zin ik krijg om die mobiele telefoon te gebruiken. Ik vind het een onding. Ik denk dat ik hem maar aan mijn

buurjongetje geef. Kijk, ik vind het natuurlijk een leuk idee van het CeBo dat ze bij het afscheid zoiets doen. Veel personeelsleden vinden het een leuk cadeau, denk ik, maar voor mij had het niet gehoeven. Persoonlijk had ik liever een boekenbon gehad.

Stance Van Woensel

bureaumanager LMS

Hardstikke leuk dat we een mobiele telefoon hebben gekregen. Ik kwam gisteren terug van vakantie een hij lag op mijn bureau. Nee, ik heb hem nog niet gebruikt, zelfs nog niet uitgepakt. Op zich begrijp ik die mensen wel die hem weigeren omdat ze niet constant bereikbaar willen zijn. Maar als je niet bereikbaar wil zijn, zet je hem toch gewoon uit? Je hoeft hem toch niet aan te zetten?

Lars Jansen

fractielid PF en student

Wij hebben hier als fractie weinig over te zeggen. Persoonlijk vind ik het wel leuk voor die mensen. Maar ik begrijp het gebaar niet echt. Waarom krijgen die 350 mensen een mobiele telefoon? Die mensen van Technologie Management hebben naar mijn weten toch niets met telecommunicatie te maken. Maar ja, het is natuurlijk wel aardig. Of ik er zelf een zou willen? Als echte Nederlander ben ik natuurlijk blij met ieder cadeautje.

/.














Website