/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/Onderzoek
/English page
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 2 nummer 2

jaargang 42, 10 februari 2000


Reportage

Untitled Document Gehandicapte studenten

verenigen zich tegen onbegrip

Studenten met functiebeperking/Brigit Span

Meedraaien in het hoger onderwijs gaat niet altijd vanzelf voor studenten met een functiebeperking of een handicap. Er zijn veel mogelijkheden om het gemakkelijker te maken. Studenten met een functiebeperking hebben zich georganiseerd in een belangenorganisatie om elkaar te helpen.

Tegen de stoel in het kantoor van de stichting Handicap en Studie staan twee zwarte krukken. Deze hulpmiddelen heeft Inge de Jong, bestuurslid van de in oprichting zijnde belangenorganisatie voor studenten met een functiebeperking, nodig om zich te kunnen verplaatsen. Ze heeft een soort reuma, die zorgt voor chronische vermoeidheid en pijn. “Ik heb altijd tijd en energie te kort”, zegt De Jong open. Ze studeert Psychologie aan de Universiteit van Utrecht in deeltijd. Zij is één van de ruim 20.000 studenten in het hoger onderwijs in Nederland die een functiebeperking heeft. “Uit onderzoek blijkt dat ruwweg 5,5 procent van de studenten in het hoger onderwijs een chronische ziekte of handicap heeft waardoor hij of zij niet gewoon mee kan. Dyslexie is hierbij niet meegerekend”, zegt Leonard Roubos, vanuit de stichting Handicap en Studie technisch voorzitter van de studenten belangenorganisatie. Deze belangenorganisatie in oprichting valt onder de paraplu van Handicap en Studie, gevestigd in Utrecht.

Vooroordelen

“Bij een functiebeperking denken veel mensen aan iemand die in een rolstoel zit. Maar veel aandoeningen zijn niet aan de buitenkant te zien, bijvoorbeeld een whiplash of astma.” Dat roept nogal eens onbegrip op, heeft De Jong ervaren. “Het beeld van een student is een jong, actief iemand en je loopt dan ook vaak tegen vooroordelen aan. Zo denken mensen dat je lui bent of geen zin hebt om iets te doen, terwijl je het gewoon echt niet kunt. Ik word bijvoorbeeld snel moe, maar zonder de krukken zie je niks aan mij.” Volgens De Jong was er echt behoefte aan een organisatie voor, maar vooral door studenten met een functiebeperking. “Er worden zoveel beslissingen genomen over ons, maar ons wordt niks gevraagd. Terwijl wij zelf het beste weten wat we nodig hebben, of kunnen. En het feit dat je een functiebeperking hebt, moet je absoluut niet tegenhouden om te gaan studeren.”

Naast hulpmiddelen die nodig zijn om lessen beter te kunnen volgen, zoals grootschrift of langer de tijd krijgen om examens te maken, zijn er heel basale dingen die niet goed zijn geregeld op de verschillende hogescholen en universiteiten, weet De Jong. Van de Utrechtse universiteit zijn veel oude gebouwen bijvoorbeeld slecht toegankelijk, draaien de deuren heel zwaar open, is er maar één invalidentoilet, is het buffet in de kantine te hoog voor rolstoelgebruikers en is de tijd om tussen de colleges van het ene naar het andere gebouw te gaan, te kort. “Ik haal het echt niet om in drie minuten van A naar B te komen.”

Een ander probleem waar studenten vaak tegenaan lopen, is dat het lang duurt voordat hulpmiddelen beschikbaar zijn. “Decanen moeten dat regelen, maar zij hebben het vaak erg druk. En studieadviseurs willen soms telkens weer een complete verklaring van je hebben. Dan moet je weer gaan uitleggen wat je hebt en wat je nodig hebt. Vervolgens moeten ze nadenken of ze je aanvraag voor hulpmiddelen honoreren, maar dan is de noodzaak vaak al voorbij, want er gaan weken over heen. Bijvoorbeeld als je een tentamen in grootschrift wilt doen, omdat je slecht ziet. Dat moet vrij snel worden geregeld. Maar je hebt ook hele goede studieadviseurs, ikzelf heb een hele goede”, vergoeilijkt De Jong.

Onbegrip

Studenten die niet normaal mee kunnen draaien in het hoger onderwijs, lopen vaak tegen onbegrip aan, zegt De Jong. “Als je, zoals ik, op krukken loopt, denkt eerst iedereen ‘die is op wintersport geweest’. Als je na een paar maanden nog steeds op krukken loopt, gaan ze vragen wat er met je aan de hand is. Als je dan uitlegt dat je vaak moe bent en pijn hebt, krijg je de standaard reactie ‘ja, ik ben ook wel eens moe en heb ook wel eens hoofdpijn’ te horen. Ze begrijpen vaak niet dat je wel wilt, maar gewoon niet alles kunt doen.”

Het studieprogramma kan worden aangepast en je kunt een extra jaar studiefinanciering aanvragen, maar studeren in het hoger onderwijs met een functiebeperking is niet gemakkelijk. “Er blijven altijd mensen die het je moeilijk proberen te maken. Maar gelukkig zijn er ook altijd mensen die je wel helpen. En daardoor red je het. En aan medestudenten heb je vaak meer dan aan docenten, die de collegestof niet willen kopiëren, omdat ze bang zijn dat je dan niet naar college komt.”

Er zijn verschillende regelingen voor studenten met een handicap of functiebeperking; zo kun je een jaar extra studiefinanciering aanvragen, mag je langer over de studie doen, kun je beroep doen op afstudeerfondsen en zijn er uitkeringen bij het Gak aan te vragen. “Je moet het vaak maar net weten. Daar willen wij ook in voorzien. Mensen informeren wat er allemaal mogelijk is.”

Roubos noemt nog een voorbeeld van hoe het fout kan lopen: “Het ene Gak is het andere niet. Ze hebben dezelfde richtlijnen, maar de uitvoering verschilt. Zo kan het voorkomen dat je bij het ene Gak wel een uitkering krijgt als je een darmziekte hebt, en bij de andere niet. Je krijgt overal iets anders te horen.” De Jong: “Het regelen van zaken waar je recht op hebt, kost veel tijd en energie, terwijl je daar al te weinig van hebt voor je studie. Dat is jammer.”

Studentenplatform

De bestuursleden van de belangenorganisatie hebben allen een functiebeperking. Dat is een vereiste. Het zijn allen ervaringsdeskundigen die weten waar ze tegenaan lopen in de praktijk. Daarnaast is er een studentenplatform in het leven geroepen, waarin zo’n 120 studenten uit heel Nederland zitting in hebben. Dit platform (Stupla) komt twee keer per jaar bij elkaar om ervaringen uit te wisselen en te praten over bepaalde problemen en thema’s. Vorig jaar mei was de eerste bijeenkomst in de Jaarbeurs in Utrecht. Zo weet het bestuur wat er leeft onder studenten met een functiebeperking. “Als je bedenkt dat er ruim 20.000 studenten een beperking hebben, dan zijn 120 studenten in het platform er nog niet veel. We zijn net begonnen, maar willen liefst zoveel mogelijk mensen bereiken. Als ze in ons adressenbestand staan, kunnen wij ze berichten over belangrijke regelingen die hen aangaan, zoals wetten of mogelijkheden om hulpmiddelen te krijgen. Ik zal heel blij zijn als ik de hele Jaarbeurs moet afhuren voor de volgende bijeenkomst”, lacht Roubos optimistisch. De belangenorganisatie is de eerste landelijke algemene vereniging die opkomt voor studenten met een functiebeperking.

Vanuit de TUE is niemand ingeschreven bij de belangenorganisatie. “Ik geloof niet dat er geen studenten met een functiebeperking rondlopen op de TUE. Het zal vooral liggen aan onze onbekendheid . We zijn net begonnen. We willen een vraagbaak zijn voor studenten en letterlijk en figuurlijk de drempels verlagen. Wij weten wat er kan en waar ze moeten zijn, zodat ze niet van het kastje naar de muur worden gestuurd.”/.


Studenten met een functiebeperking zijn vaak niet herkenbaar en lopen daarom geregeld tegen onbegrip aan. Foto Bram Saeys

Wie meer informatie wil, kan contact opnemen met Handicap en Studie via www.handicap-studie.nl , algemeen@handicap-studie.nl of via 030-2753300.














Website