/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 3 nummer 9

jaargang 42, 22 juni 2000


Cultuur

Untitled Document Opgeknapt Poème électronique monument voor technische innovatie

La Poème électronique, de ingenieuze buizenconstructie die op het grasveld voor het Auditorium staat, is vorige week van een frisse laag verf voorzien. Het door Le Corbusier ontworpen kunstwerk is voorzien van de exacte kleuren die de architect in 1958 bedacht voor het bouwwerk. La Poème électronique maakte deel uit van het gelijknamige paviljoen waarmee Philips zich in ’58 manifesteerde op de Wereldtentoonstelling die toen in Brussel gehouden werd.

La Poème électronique is - was - veel meer dan de buizenconstructie. Het kunstwerk vormde de toegangspoort tot wat na het Atomium dé attractie was op de wereldtentoonstelling in Brussel. Philips toonde op die tentoonstelling aan de wereld haar kunnen op het gebied van audiovisuele techniek zoals multiple screen projectie enquadrafonie. Bezoekers konden toen getuige zijn van wat achteraf het eerste grootschalige multimedia-project ter wereld was.


Foto: Bram Saeys.

Voor de wereldtentoonstelling had Philips naar een idee van hun General Art Director Louis Kalff besloten dat het zich zou presenteren met een kunstwerk waarmee het streven naar vooruitgang en technische innovatie op een artistieke manier naar voren werd gebracht. Voor dit project had Philips in eerste instantie architect Rietveld op het oog, maar koos uiteindelijk voor Le Corbusier. De architect was enthousiast, maar verleende zijn medewerking op voorwaarde dat hij zelf mocht bepalen met wie hij zou werken. Le Corbusier zou van het paviljoen een synthese van architectuur, klank en beeld maken. Zelf wilde hij het interieur ontwerpen, zijn medewerker Yannis Xenakis deed de architectuur van het paviljoen en componist Edgard Varèse zou de klankbeelden verzorgen.

Le Corbusier en Xanakis ontwierpen een welvend, tent-achtig ontwerp dat opgetrokken was uit vijf centimeter dunne platen beton. Een voor die tijd bijzonder gedurfde constructie die nog steeds bewondering oproept. De 75-jarige Varèse toog naar Eindhoven om in het Natlab met hulp van Philips-ingenieurs aan het werk te gaan. De componist bivakkeerde meer dan een half jaar in Eindhoven in een huisje aan de Gagelstraat. Hij knutselde maandenlang met primitieve samples van echte en kunstmatig opgewekte geluiden. Het resultaat was een acht minuten durende compositie die gebruik maakte van vijftien kanalen.

Het stuk werd in het Philips-paviljoen afgespeeld via zo’n vierhonderd (!) speakers. De speakers werden aangestuurd door verschillende telefooncentrales die zorgden dat het geluid als het ware langs de wanden bewoog. De compositie werd begeleid door een diashow van Le Corbusier die op de wanden van het paviljoen geprojecteerd werd.

Zes miljoen gulden kostte het vooruitstrevende ‘Gesamtkunstwerk’ dat gedurende de Wereldtentoonstelling helaas regelmatig te kampen had met technische problemen.

In 1984 wijdde de TUE, toen nog de TH, een tentoonstelling aan La poème électronique. De tentoonstelling bestond onder meer uit een maquette en veel bijzonder materiaal dat na intens spitwerk uit de archieven van Philips naar boven gekomen was. De tentoonstelling werd geopend door architect Xenakis. In die periode werd het Elektronisch gedicht bovendien voor het eerst sinds 1958 opnieuw uitgevoerd in de Eindhovense Stadsschouwburg.

La poème électronique is in langdurige bruikleen gegeven aan de faculteit Bouwkunde door de stichting ‘Kunstlicht in de Kunst’. In de toekomst gaat La poème wellicht de toegang naar het nieuwe gebouw van de faculteit Bouwkunde markeren. Verder is er in Eindhoven niets meer dat nog herinnert aan het project. Afgezien misschien van het bordje dat de gemeente Eindhoven in juli van het vorig jaar aan de gevel van het huis in de Gagelstraat nummer 38 bevestigde: “In dit huis woonde in 1957/1958 Edgard Varèse (Parijs, 1883-New York, 1965) tijdens de creatie van Poème électronique voor het Philips Paviljoen op de Wereldtentoonstelling te Brussel in 1958.”/.

Foto: Bram Saeys.

Untitled Document De culturele Top 5 van Mark Bax

student natuurkunde

Ik wil mijn top 5 beginnen met zondag 4 juli 1999. Het was een snikhete dag, de slotdag van het festival Rock Werchter in Belgie. De één of andere Nostradamus had voorspeld dat de wereld zou vergaan. Gelukkig liet dat nog even op zich wachten. Terwijl het hoofdpodium in gereedheid werd gebracht voor de slotact, begon het langzaam onheilspellend donker te worden. De eerste regendruppels brachten nog verkoeling, even later stonden we flink te soppen. Onderwijl bliksemde en donderde het van jewelste. Zou het dan toch afgelopen zijn? De slotact speelde werkelijk de sterren van de hemel. Al snel werd het middernacht en de wereld bestond nog. Reden voor R.E.M. om te spotten: “It’s the end of the world, as we know it!”. Zo’n avond mag niet in mijn culturele top 5 ontbreken.

Donder en bliksem brengt me bij het boek QED: The Strange Theory of Light and Matter, van Richard Feynman, over de quantumelektrodynamica. Dit is niet zo maar een boek over de quantummechanica. Feynman (1918-1988, nobelprijs voor de natuurkunde 1965) is een van de allergrootste natuurkunstenaars die ik ken. Doordrongen van het feit dat cultuur steeds meer wordt bepaald door technologie en onderliggende wetenschap, vertelt Feynman op eigenzinnige en vermakelijke wijze over zijn theorie. Natuurkunde zoals natuurkunde zou moeten zijn.

Vermakelijk vond ik ook het optreden van dichtkunstenaar Ruben van Gogh tijdens het VIRUS-festival. Een spraakwaterval van gedichten en poëzie, bijna gepresenteerd als cabaret. Heel erg bijzonder.

Een culturele avond die ik nooit zal vergeten is er een van tegenstellingen. De avond begint rustig. In het Noord-Spaanse vissersstadje Laredo ontwaken mijn Nederlandse reisgenoot en ik langzaam uit de siësta. We nuttigen de plaatselijke variant van paella: veel vis en veel verschillende kruiden. Een wandeling over de boulevard, en een gesprek in gebrekkig Engel-Spaans met onze Spaanse vriend(inn)en brengt ons bij het oude stadsdeel met discotheken. Zelfs de meest stijve en nuchtere Hollander zou daar dansen. Feest! Enkele uren later stappen mijn reisgenoot en ik op de fiets, de tassen en de tent achterop. Het is 4 uur ‘s nachts en pikkedonker. We nemen afscheid van Laredo.

Een tijdje later is de dageraad. Doodse stilte. Langzaam wordt de Atlantische Oceaan weer zichtbaar. Spanje op zijn mooist.

Maar in Eindhoven gebeurt ook altijd wel iets spannends. De internationale studentencultuur is elke donderdagavond te proeven in Café de Groot, aan het Wilhelminaplein. Vorige week ontmoette ik Sergei; een Rus en een stel Fransozen.

Sergei speelt (veel beter dan ik) gitaar. Binnenkort gaan we Russische folk-muziek spelen. Maar eerst moet ik me uitdossen voor de voetbalwedstrijd van Nederland tegen Frankrijk : de Fransen hebben me uitgenodigd TV te komen kijken./.

Untitled Document /Voetbalfilm

Plaza Futura staat ten tijde van het EK in het teken van voetbal. In de buitenlucht wordt daarom zaterdag 24 juni de film De Gouden Voetbal gedraaid. Als het donker wordt (rond 22.30 uur) begint het verhaal van het Guineese dorp Makono, dat in de ban is van het Wereldkampioenschap Voetbal in 1990. De jonge Bandian wil een groot voetballer worden en probeert dat met magische krachten. Het gaat pas echt goed als hij een leren voetbal goud verft; hij blijkt een natuurtalent. De Gouden Voetbal schetst een mooi beeld van de voetbalcultuur in Afrika en wijst op het gevaar van gewetenloze voetbalscouts uit Frankrijk, die de talenten met valse beloften weglokken.

/Buitenechtelijk

Regisseur David Lean is vooral bekend geworden door epische films zoals Bridge on the river Kwai, Lawrence of Arabia en Dr. Zhivago. Zijn eerste zes films kenmerken zich echter door een intieme filmstijl. Zo ook de film Brief Encounter, die gaat over de buitenechtelijke verliefdheid van een man en een vrouw. Op ingetogen wijze wordt de worsteling van de twee met hun geweten en gevoelens voor elkaar, echtgenoten en kinderen getoond. Op maandag 26 juni en maandag 3 juli om 20.00 uur in Plaza Futura.

/Bin ich schön?

De hoofdpersonen van de film ‘Bin ich schön’ zoeken naar de hemel op aarde. De film begint in het Zuidspaanse Almeria waar Linda aan een reis begint. Tijdens haar reis ontmoet ze verschillende personen met allemaal hun eigen verhaal, maar het wordt steeds duidelijker dat iedereen op de een of andere manier met elkaar te maken heeft. Tot woensdag 5 juli draait deze film om 22.15 uur in Plaza Futura

/Midzomerjaarmarkt

Het Prehistorisch Museum Eindhoven is zondag 25 juni het decor voor een Midzomerjaarmarkt op prehistorische wijze. Eén keer per jaar verhandelen de bewoners van het boerendorp uit de ijzertijd (750-50 voor Christus) hun waar op deze markt. De bakker bereidt zijn brood, de boer maakt kaas, de botbewerkster maakt benen voorwerpen. Er is honingwijn, kruidenthee, vruchtenwijn, prehistorische schoenen, lederen buidels, handgebakken amuletten en kralen te koop. Open van 10.00 tot 17.00 uur. Het Prehistorisch Openlucht Museum is te vinden aan de Boutenslaan 161b in Eindhoven.

/Pasar Malam

Wie de sfeer, geur en smaak van Indonesië wil proeven, kan dat nog tot en met 25 juni doen in Den Haag. Daar wordt de Pasar Malam gehouden op het Malieveld. Met toneel, culinaire specialiteiten, theater en extra aandacht voor het eiland Madura, dat ten noordoosten van Java ligt. Dagelijks open van 12.00 tot 23.00 uur. Studenten betalen 9,50 gulden entree, in plaats van 16,50 gulden.














Website Cursor