Untitled Document
De natte droom van de uitvinder
Oscillator/Chriz van de Graaf
Foto/Bram Saeys
Een patent, minimaal één artikel en een baan
bij het Natlab. Voor de 24-jarige Pepijn van de Ven is dat de
oogst van een afstudeerproject dat hem ook nog eens een negen
als eindcijfer opleverde. 'Pepijn heeft uitstekend werk verricht',
schrijft zijn begeleider. "Ik ben een middelmatige student,
zeker geen licht", beweert de voormalig student Elektrotechniek
zelf.
De uitvinding,
zo mag je het wel noemen, die Pepijn van de Ven met zijn begeleiders
heeft gedaan is iets dat hij zelfs aan studenten Elektrotechniek
moeilijk uit kan leggen. Je moet er, zoals hijzelf zegt, helemaal
inzitten.
Van de Ven heeft gewerkt aan een oscillator. Dat is een analoog
bouwblok dat een belangrijk onderdeel is in veel moderne applicaties
zoals gsm'metjes, glasvezel netwerken, videoapparatuur en draadloze
communicatie in het algemeen. Het gaat hierbij om analoge hoog
frequente elektronica.
Zo'n oscillator kun je zien als een opwekker van golven; het elektrische
equivalent van een stemsleutel uit de muziek, maar dan zonder
dat de toon uitdempt. Bovendien is de frequentie van de toon,
zo'n 5 GHz, dat is veel hoger dan wat een mens kan horen.
Speciaal aan de oscillator waaraan Van de Ven heeft gewerkt, is
dat niet één, maar twee van die golven worden opgewekt.
Dit wordt gedaan door twee oscillatoren op een bepaalde manier
te koppelen. Het verband tussen de twee golven maakt het mogelijk
informatie efficiënter terug te winnen uit ontvangen signalen.
Het koppelen van de twee oscillatoren, althans zoals dat tot nu
toe wordt gedaan, heeft echter ook nadelen. Doel van het project
waaraan Van de Ven werkte, was de nadelen van die koppeling op
te lossen.
Slimme truc
"Het is eigenlijk een slimme truc", legt Van de Ven
geduldig uit. "De voorloper van deze oscillator had deze
truc nog niet. Er werden wel oscillatoren gekoppeld en daarmee
werd de truc toegepast, maar dat deden de onderzoekers zonder
het te weten. De werking van deze gekoppelde oscillatoren berustte
eigenlijk op normaal gesproken ongewenste effecten en was dan
ook niet optimaal. Wij hebben die koppeling onderzocht en ontwikkeld.
Door berekeningen kunnen we bewijzen vinden om de koppeling optimaal
te krijgen."
Voor zijn afstuderen is hij begonnen met het onderzoeken van een
normale oscillator. Daarbij stonden de vragen 'wat doet een oscillator
en wat zijn belangrijke factoren' centraal. "Daar hebben
we veel tijd aan besteed. Daarna zijn we gaan kijken wat er gebeurt
als je ze koppelt. Ook dat is al eerder gedaan en daar lees je
dan artikelen over. Soms zijn die heel goed, maar soms klopt er
niks van. Dat is op zich heel grappig. Er zijn onderzoekers die
goed bekend staan en die later te horen krijgen dat hun artikelen
niet helemaal kloppen. Je kijkt toch op tegen die mensen. In mijn
geval was het iemand van wie ik maar één artikel
had gelezen en dat sloeg nergens op. Dat bewijs je dan."
Bij onderzoek alleen is het niet gebleven, want op dit moment
is de chip in Amerika om daar te worden 'gebakken'. Daarna kan
hij bij het Natlab uitgebreid worden getest. Ook is bij het patentbureau
van Philips een patent op het principe van het op een juiste manier
koppelen van de oscillatoren aangevraagd. Het bureau onderzoekt
of een uitvinding in aanmerking komt voor een patent en gaat daarbij
op zoek naar patenten die al bestaan. Als ze die vinden, leggen
ze dat voor aan de onderzoekers en zij moeten dan aantonen wat
hun uitvinding toevoegt. "Ik zou heel blij zijn als het patent
er komt, want dat is voor mij wel het meest bijzondere. Daar had
ik tijdens het onderzoek nooit aan gedacht. Vanmorgen waren Johan
van der Tang, mijn begeleider en tevens motor achter deze patentaanvraag,
en ik nog op het bureau en het ziet er heel gunstig uit."
Buitenkansje
Een patent op je naam, dat betekent cashen, denken velen. "Je
zult niet rijk worden van een uitvinding, maar dat hoeft ook niet.
Zelfs de man die de cd heeft uitgevonden is er niet super rijk
van geworden. Je krijgt op het Natlab de mogelijkheid om onderzoek
te doen. Ook het jaar dat je ergens over nadenkt en uit het raam
zit te staren wordt gewoon betaald." Onopgemerkt zijn de
prestaties van de oud-student niet gebleven. Mede naar aanleiding
van zijn onderzoek heeft hij sinds 1 augustus een baan bij het
Natlab en daarmee is een droom uitgekomen. "Ik kan niet zeggen
dat het voor iedere student aan de TU/e geldt, maar voor mij is
het wel een natte droom om hier te werken. Het is toch een buitenkansje.
Je hoeft hier niet meteen te produceren voor een bedrijf, je kan
nog echt in jezelf investeren. Het is ook dynamisch. Je bent hier
altijd met het nieuwste van het nieuwste bezig."
En hij kan bezig blijven met analoge elektronica, want dat heeft
volgens Van de Ven de toekomst. "Analoog wordt weer een hot
item. Het is daarom ook jammer dat niet meer studenten Elektrotechniek
kiezen voor die richting bij de Mixed-signal Microelectronics
group. Ik heb ook nog eens prima begeleiders gehad in Johan van
der Tang (TU/e) en Cicero Vaucher (Natlab)", benadrukt Van
de Ven. "Je hoort momenteel alleen maar over digitaal. Mensen
denken nu in nulletjes en eentjes, maar digitaal bestaat eigenlijk
niet meer als je kijkt naar het ontwerpen van systemen. Mensen
die alleen maar in nulletjes en eentjes praten kunnen niet meer
goed een systeem ontwikkelen. Door de hoge frequenties waarop
signalen worden getransporteerd moet je rekening houden met principes
die digitaal niet te verklaren zijn. Dan moet je weer analoog
gaan denken."
Geen briljante student
Een superstudent, zo lijkt het. "Ik ben geen groot licht",
relativeert Van de Ven zijn prestaties. "Ik heb veel geluk
gehad met het onderwerp van mijn afstuderen. Ik kon kiezen uit
vier onderwerpen en ik bleek achteraf de goeie te hebben gekozen.
Dat is gewoon mazzel hebben. Ook tijdens mijn studie heb ik me
geen briljante student getoond. Voor tentamens had ik gemiddeld
twee tot drie pogingen nodig. Ik heb zelfs gepiekt tot vier. Er
zijn mensen die halen negens, omdat ze meteen zien waar het om
draait. Bij die groep hoor ik zeker niet. De negen voor mijn afstuderen
was pas mijn tweede tijdens mijn hele studie. Ik moet het van
inspanning hebben. Een collega zei dat een uitvinding voor twintig
procent uit inspiratie bestaat en voor tachtig procent uit transpiratie.
Daar sluit ik mij zeker bij aan."
Van de Ven heeft er stiekem wel aan gedacht om te promoveren bij
Natlab. "Als ik hier wil promoveren dan gaat dat heel veel
tijd kosten. Vaak is de aanzet tot een promotie binnen het Natlab
een reeks artikelen die je geschreven hebt over een bepaald onderwerp.
Daarmee ben je er echter nog niet. Tussen de artikelen moet nog
wel cement geplakt worden om er een geheel van te maken van voldoende
niveau. Het betekent veel thuis werken en dat zal zeker ten koste
gaan van mijn sociale leven. Of ik dat er voor over heb, weet
ik nog niet. Er is ten slotte meer in het leven dan werken."
Als Van de Ven een carrière nastreeft zoals veel collega's
bij het Natlab, dan zal hij wellicht niet zijn hele werkzame leven
in Nederland blijven. "Mensen werken hier, geloof ik, meestal
vijf tot zes jaar. Daarna stromen ze door naar een productdivisie.
Dat kan zijn in Eindhoven of Nijmegen. Maar ook in Amerika, Duitsland
of Singapore. Eigenlijk over de hele wereld. Dat zou heel mooi
zijn, want ik zie me hier niet mijn hele leven werken."/.