/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Ranzigt
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 3 nummer 8

jaargang 43, 21 juni 2001


Onderzoek

Untitled Document

Het maken van tuig dat werkt
Peter Brinkgreve promoveert op de constructie van meetinstrumenten
Meetinstrumenten/Enith Vlooswijk
Foto/Bram Saeys


Hij heeft een passie voor de racesport; het liefst maakt hij vernuftig ontworpen onderdelen voor boten en raceauto's. Peter Brinkgreve (60 jaar), hoofd van de
Gemeenschappelijke Technische Dienst van de TU/e, is een constructeur in hart en nieren. Vandaag verdedigt hij zijn proefschrift over het stokpaardje van de GTD: het kinematisch en statisch bepaald construeren van instrumenten.
Het proefschrift Design and construction of instruments with unique specifications legt uit wat medewerkers van de GTD al ruim dertig jaar weten: een goed ontworpen mechanisch instrument is niet onnodig gecompliceerd en duur. Om op relatief goedkope en snelle wijze een zeer nauwkeurig instrument te construeren, moet het ontwerp ervan uitgekleed worden tot de elementaire noodzakelijkheden. Een kinematisch en statisch bepaalde constructie voldoet aan die eis.
"Stel, ik heb twee lichamen die ik stijf ten opzichte van elkaar wil verbinden. Dan moet ik ze met zes belemmeringen vastzetten, niet meer en niet minder." Brinkgreve haalt enthousiast een paar modellen uit zijn kantoorkast. "Kijk, met zes pootjes kan het ding in geen enkele richting meer bewegen. Wil je meer bewegingsvrijheid, dan haal je gewoon wat pootjes weg." De eenvoud van de constructiefilosofie is verbluffend. Door te ontwerpen op basis van belemmeringen en vrijheidsgraden, wordt een bouwsel nooit overbepaald. Het dynamische gedrag van de constructie blijft zo voorspelbaar en dus gaat er geen geld en moeite verloren aan onnodig hoge tolerantie-eisen.

Afgestudeerd
Brinkgreve leerde de constructieprincipes van prof. ir. Wim van der Hoek, bij wie hij dertig jaar geleden afstudeerde. Later werkte hij als constructeur bij de GTD mee aan geraffineerde meetinstrumenten die onderzoekers, veelal deels werkzaam bij het Philips Natuurkundig Laboratorium, nodig hadden. Uitgedaagd door de meest actuele onderzoeken en altijd leunend op dezelfde constructieprincipes, produceerde de GTD-staf uiterst nauwkeurige meetinstrumenten. Als voorbeeld beschrijft Brinkgreve in zijn proefschrift de ontwikkeling van een LEIS-analiser (Low-Energy Ion Scattering Spectoscopy), een apparaat dat de eigenschappen van materialen meet door er ionen tegenaan te schieten. "Het is één van de meest complexe instrumenten die de GTD ooit heeft gemaakt. Er zijn zoveel fysische eisen aan gesteld, dat ik af en toe denk: 'een wonder dat het kreng het doet'."
Het succes van dit type LEIS-analyser blijkt onder meer uit de groeiende vraag vanuit de industrie naar analyses van dit instrument. Dit succes was volgens Brinkgreve niet mogelijk geweest zonder de intensieve samenwerking tussen de onderzoekers, de ontwerpers en de makers. "Het bijzondere aan de GTD is dat het maakproces hier niet los staat van het ontwerpen. Wetenschappers en constructeurs raadplegen de uitvoerende technici bij het zoeken naar een geschikte constructie. Zo weet je zeker dat het ontwerp later ook werkelijk gemaakt kan worden." Het lijkt vanzelfsprekend, maar volgens Brinkgreve is het 'de wereld op zijn kop'. "Makers worden helaas vaak beschouwd als onbenullen. Bovendien werken veel bedrijven volgens het beginsel: u vraagt, wij maken. Onze technici zijn intern opgeleid met de principes van het kinematisch en statisch bepaald construeren. Ze denken mee tijdens de ontwerpfase, wat tot heel goede oplossingen leidt."
Als de promovendus over constructies praat, gloeit zijn gezicht van enthousiasme. "Moet je die deur nou eens zien. Waarom hangt die aan drie scharnieren en niet aan twee? Stom!" Dergelijke constructies noemt Brinkgreve het resultaat van 'geconditioneerd denken'. "Betere, goedkopere oplossingen worden vaak niet bedacht omdat het dure alternatief al voorhanden is. Ook wij denken soms geconditioneerd." Hij staat op en trekt haastig verschillende kasten open. Dan haalt hij een metalen blok tevoorschijn, waarin groeven en gaatjes gemaakt zijn. "Vroeger boorden we twee gaatjes naast elkaar in het metaal, zodat er een vernauwing ontstond tussen de groeven. Dat werkt als een scharnier. Later vervingen we de boor door een vonker, maar we maakten nog altijd van die mooie ronde gaatjes. Tot we plotseling dachten: 'wat hebben die rondjes nog voor nut, als het eigenlijk alleen om de vernauwing gaat?'" Triomfantelijk toont hij een boek met foto's van recente scharnieren, waarbij de rondjes zijn vervangen door andere vormen. "Je moet altijd kritisch blijven. Heerlijk is dat."

Gevleid
Het ontwikkelingsproces van de meetin-strumenten komt in proefschriften meestal niet aan bod. Brinkgreve was daarom gevleid toen professoren van de TU/e hem aanspoorden zijn ervaringen op dit gebied te bundelen in een dissertatie. Het boek heeft bovendien promotionele waarde. "Ik ben de baas van de toko hier en ik voel me verantwoordelijk voor de continuïteit van het instituut. Het boek laat zien wat we doen en waarom we het zo doen. Het geeft een antwoord op de vraag: 'moet dit wel, gaan we zo door?"
De toekomst ziet Brinkgreve namelijk met ambivalentie tegemoet. Het gebrek aan vaklieden en het politieke klimaat stemt hem soms pessimistisch. "De druk op de financiële middelen is erg groot. Faculteiten zijn gefixeerd op wat we kosten, niet op wat we leveren. Als alles straks in gelijke porties verdeeld wordt, heeft niemand meer genoeg geld voor technische ondersteuning. Toponderzoek vereist echter topondersteuning."
Brinkgreve noemt zichzelf een 'heftig mens'. Als hij iets beweert, dan doet hij dat graag stellig en zwart-wit. Vooral zijn onvrede over de lage status van techniek steekt hij niet onder stoelen of banken. "Nederland is doorgeslagen naar de intellectuele kant. Slimme, getalenteerde mensen gaan niet meer naar de vakschool, met als gevolg dat wij intern technische opleidingen moeten aanbieden. Het is al jaren moeilijk die leerplaatsen vol te krijgen." Ook het onderwijs op de TU/e baart Brinkgreve zorgen. "Er lopen nog maar weinig echte constructeurs rond. De studenten van nu vinden met hun computers tien keer zo snel oplossingen voor hun sommen als wij destijds. Dat is positief. Maar al dat vlooien en vlassen... Werktuigbouw is niet oeverloos optimaliseren zonder dat het bijdraagt aan de functionaliteit van iets. Werktuigbouw is het maken van tuig dat werkt. De koe bij de hoorns vatten, goed nadenken en dan doen."
Zijn proefschrift is dan ook een ode aan praktische vindingrijkheid. Brinkgreve is echter voorzichtig geweest in de keuze van zijn beschrijvingen. Glimlachend: "Waarom zou je elke aap leren klimmen?" De promovendus vindt dat Nederland de vruchten moet plukken van zijn werk, niet de concurrentie. Daarom zijn bepaalde belangwekkende details, bijvoorbeeld over de beeldversterking van de LEIS-analyser, weggelaten. "Tegen de tijd dat anderen op het punt staan tot dezelfde ontdekkingen te komen, kunnen we nog altijd gaan publiceren. Het zou best een hoogwaardig Nederlands product kunnen worden."

Centrale rol
Gevraagd naar zijn plannen na de promotie slaat Brinkgreve peinzend zijn handen voor de ogen. Na een lange stilte zegt hij: "Ik heb twee jaar lang weinig tijd voor mijn hobbies gehad. Mijn boot, de kampioenschappen zeilen, reizen met mijn vrouw. Beroepsmatig wil ik deze club zo achterlaten dat ze over tien jaar nog een centrale rol speelt in het instituut." Volgens Brinkgreve vereist dat hard werken en doorgaan op dezelfde wijze. "Ik probeer mensen duidelijk te maken dat de continuïteit van de GTD afhangt van uitdagend wetenschappelijk onderzoek. Tussen de GTD en de wetenschappers is er een 'Dirk en Drieka-huwelijk': de één kan niet zonder de ander."
Hoewel Brinkgreve zijn werk met veel overgave doet, denkt hij 'de toko' over vier jaar graag over te dragen. "Je moet het spelletje niet te lang willen spelen. Ik spreek de taal van mensen van mijn leeftijd, fysici die in Leiden nog hebben leren boren en frezen. De nieuwe generatie wetenschappers boort en freest achter haar computer. Daarom is het beter als er op een gegeven moment iemand anders komt; je kunt niet altijd op dezelfde manier doorgaan." De promovendus zwijgt even. Dan verandert zijn ernstige gezicht in een brede grijns. "Bovendien is er mijn boot om aan te werken, mijn racevriendjes die ik heb verwaarloosd.. ik moet nog zoveel doen!"/.

[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]
[an error occurred while processing this directive]













Website Cursor