Vorige week adviseerde de commissie-Dijkstal om het salaris van bestuurders van semi-overheidsinstellingen te maximeren op 171.000 euro, het gemiddelde van de ministerssalarissen plus dertig procent. Dit wordt ook wel de Balkenende-norm genoemd, refererend aan het jaarsalaris van minister-president Jan Peter Balkenende. Vooral de universiteiten zijn niet blij met deze norm en Lodewijk de Waal, eerder lid van de raad van toezicht van de Technische Universiteit Delft, onderschrijft hun kritiek. In 2001 benoemde de raad Shell-topman Hans van Luijk tot collegevoorzitter. Hij verdiende toen volgens De Waal 237.000 euro, ruim meer dan de minister-president.
De oud-FNV-voorzitter had en heeft daar geen moeite mee. “Dat een minister-president de moeilijkste baan heeft, is niet waar. Het leiden van een universiteit met een omzet van honderden miljoenen, het aansturen van hoogleraren en het doorvoeren van een reorganisatie, vergt meer vaardigheden dan een premier beheerst.”
Ook had Van Luijk geen wachtgeldregeling, zegt De Waal. “Die regeling heeft de minister-president wel. Als je die kapitaliseert, dan zat Van Luijk niet boven het salaris van Balkenende.” (HOP) |