Hoe goed technologische bedrijven in en rond Eindhoven ook draaien, toch blijven regelmatig slimme ideeën op de plank liggen. Het ontbreekt bedrijven niet zelden aan kennis, middelen of tijd om een idee tot een succesvol product maken. Of een -op zich prima- idee past niet binnen de strategie van een bedrijf. Enorm zonde, vond een groep bedrijven en instellingen, waaronder de TU/e, de Design Academy en Philips Research. Onder impuls van Emile Aarts, wetenschappelijk directeur bij Philips Research en een dag in de week hoogleraar bij de TU/e-faculteit Industrial Design, richtten zij op het terrein van het voormalige Philips Natlab Creative Conversion Factory (CCF) op. Daar kunnen bedrijven, ontwerpers, kennisinstellingen en marktpartijen elkaar ontmoeten om veelbelovende ideeën uit te werken tot succesvolle producten. CCF onderscheidt zich van andere ‘kraamkamers’ van jonge bedrijven doordat er meer tijd is om een idee door te ontwikkelen voordat het de markt op gaat.
CCF richt zich vooral op de technologie die het leven van mensen aangenamer en makkelijker moet maken. Hiervoor zijn inmiddels de eerste twee projecten gestart. Eén ervan gaat over intelligente speelomgevingen en is ingebracht door Industrial Design. “Dit past heel goed binnen ons onderzoek naar hoe je het gedrag van mensen kunt beïnvloeden met technologie”, zegt prof.dr.ir. Berry Eggen van Industrial Design. Hij was, samen met ID-decaan prof.dr.ir. Jeu Schouten, vanaf het begin intensief betrokken bij CCF. Eggen ziet kansen voor de faculteit ID. “We willen snel met een duidelijk voorbeeldproduct aantonen wat we kunnen. Dat kan bedrijven overhalen te investeren in CCF.” Binnen CCF werkt de faculteit op dit moment samen met Philips Research aan een technologieplatform van sensoren en netwerken waarbinnen zij nieuwe intelligente systemen kunnen ontwikkelen. Eggen: “In academische zin leidt dit onderzoek tot nieuwe kennis, vastgelegd in patenten en wetenschappelijke publicaties.”

Subsidies
In de opstartfase van CCF werken er nog maar een paar mensen in vaste dienst. Daaronder zijn twee recente afstudeerders van de opleiding Industrial Design. De ‘fabriek’ draait vooralsnog op verschillende subsidies, maar moet uiteindelijk zelf de broek kunnen ophouden. Dat kan door investeringsmaatschappijen, maar ook door investeringen van bedrijven die kansvolle producten zien./.