spacer.png, 0 kB
Volg Cursor via Twitter Volg Cursor via Facebook Cursor RSS feed
spacer.png, 0 kB

spacer.png, 0 kB


Student Scheikundige Technologie Chris Aldewereld werkt net als zijn collegastudent Eelco de Visser (Cursor 7) aan het verbeteren van het productieproces van piepschuim.
Cursor in PDF formaatCursor als PDF
PrintE-mail Tweet dit artikel Deel dit artikel op Facebook
Corporate venture capital is hip, maar gewoon samenwerken is soms beter
15 november 2007 - ‘Corporate venture capital’ (CVC) is een term die bekend is geworden door de internetbubble. Maar niet alleen in de wereld van de elektronische snelweg heeft deze deelnemingsvorm opgang gemaakt. Ir. Vareska van de Vrande (30) nam de wereldwijde farmacie-industrie onder de loep en zag dat ook daar allerlei samenwerkingsvormen gebruikt worden om nieuwe technologie binnen te halen. Ook CVC is er populair, maar soms lijkt ‘gewoon samenwerken’ toch beter te werken.
Vareska van de Vrande tijdens de promotiezitting. Foto: Photodette

‘Open innovatie’ is een sleutelwoord in het onderzoek van Van de Vrande. Vroeger ontwikkelden bedrijven vrijwel al hun technologie zelf. Tegenwoordig hebben grote ondernemingen hun ogen ook continu naar buiten gericht om te kijken of anderen misschien technologie creëren die interessant kan zijn. Mocht dat het geval zijn, dan kan het bedrijf op allerlei manieren toegang krijgen tot die technologie. Bijvoorbeeld door het ontwikkelende bedrijf op te kopen, of door er een fusie mee aan te gaan. Maar ook samenwerken om nieuwe technologie te ontwikkelen, is een optie. Kijk bijvoorbeeld naar Philips en Douwe Egberts die samen de Senseo ontwikkelden. Een andere mogelijkheid is een minderheidsbelang nemen, ofwel een stukje van het bedrijf kopen. Een speciale vorm hiervan is corporate venture capital. Bij CVC heeft de grote onderneming een potje geld om te investeren in kleine, veelbelovende start-ups.
De hoofdvraag van de Eindhovense promovenda was: hoe kiezen grote bedrijven uit deze zogenoemde ‘governance modes’, en wat leveren die governance modes aan innovativiteit op? Als maatstaf voor innovativiteit nam Van de Vrande het aantal ‘waardevolle patenten’. De waarde bepaalde ze niet door te kijken hoeveel geld het patent oplevert, maar door het aantal ‘patentcitaties’ te tellen. Met andere woorden: door te kijken hoe vaak nieuwe patenten ernaar verwijzen. “Uit onderzoek blijkt dat er een duidelijk verband bestaat tussen de geldelijke waarde van een patent en het aantal patentcitaties”, legt de promovenda uit.
In een van de hoofdstukken van haar proefschrift focust ze op ‘pioneering technologies’, technologieën die zo nieuw zijn dat ze niet verwijzen naar bestaande patenten. Volgens Van de Vrande leiden dit soort technologieën relatief vaak tot doorbraken en zijn dus belangrijk voor de technologische voorsprong van bedrijven.
Ze bestudeerde de samenwerkingsvormen en de patenten van 149 multinationals in de farmacie, in de periode 1990 tot 2000. Van de Vrande koos deze bedrijfstak vanwege de dynamiek - de industrie bestaat uit veel giganten naast veel kleine biotech start-ups en er is veel open innovatie. Daarnaast geven patenten in de farmacie een goed beeld van de kenniscreatie, doordat vrijwel alle waardevolle nieuwe kennis gepatenteerd wordt.
Uit haar analyses blijkt dat bedrijven in bepaalde situaties de voorkeur geven aan bepaalde governance modes. Bij jonge of embryonale technologieën bijvoorbeeld, is CVC populair; fusies, overnames of joint ventures worden veel minder gebruikt. CVC heeft ook de voorkeur als de bedrijven weinig overlap hebben qua technologie die ze gebruiken; allianties (samenwerking) liggen bij dit soort grote ‘technologische afstand’ minder voor de hand. Als nog erg onzeker is wat een technologie gaat opbrengen, kiezen bedrijven vaak ook voor een strategische alliantie. “Als het mis gaat, kunnen ze zich snel terugtrekken”, licht Van de Vrande toe.
Opmerkelijk genoeg is het de vraag of CVC, ondanks de populariteit, wel zo effectief is. Naarmate de technologie nieuwer is, of de technologische afstand groter, levert CVC relatief minder ‘pioneering technologies’ op. Strategische allianties en joint ventures doen het wat dat betreft beter. “Creëren van exploratieve technologie doe je blijkbaar beter samen. CVC is, kort door de bocht genomen, ergens geld instoppen en op een afstand afwachten of het een succes wordt.”

Grote afstand
Een belangrijke conclusie uit het onderzoek luidt dat bedrijven zich bewust moeten zijn van alle governance modes en hun specifieke voor- en nadelen. Wie deze kennis vertaalt naar methoden en technieken, maakt een betere kans efficiënt technologie binnen te halen.
Van de Vrande bestudeerde haar onderzoeksonderwerp op grote afstand. Ze telde samenwerkingen en patenten en kwam zo tot een beeld van het handelen van bedrijven. In haar nieuwe functie, als universitair docent aan de Erasmus Universiteit, wil ze ook meer de kwalitatieve kant op, kijken naar de interne processen bij bedrijven. “Je hebt eigenlijk beide kanten nodig om tot een goed beeld te komen. Maar je hebt helaas niet de tijd om beiden te doen in een promotie-onderzoek.”/.

Ir. Vareska van de Vrande promoveerde woensdag 7 november op haar proefschrift getiteld ‘Not Invented Here, Managing Corporate Innovation in a New Era’.