/Voorpagina
/Nieuws
/Mensen
/Achtergrond
/Academie
/Onderzoek
/Opinie
/Reportage
/Bestuur
/Cultuur
/Studentenleven
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 1 nummer 3

jaargang 42, 2 december 1999


Studentenleven

Untitled Document Levenskunstenaars in Sevilla

De enige computers die ze heeft gezien, stonden in de bibliotheek. En op die exemplaren hing een briefje waarop stond dat ze buiten gebruik waren. Op de Universidad de Sevilla in Zuid-Spanje verbaasde Willemien Fraaije, humanistisch raadsvrouwe aan de TUE, zich onder meer over het ontbreken van computerfaciliteiten. De gastvrijheid en de sterke band tussen de studenten onderling verraste haar.

Twee weken geleden bezocht Willemien Fraaije samen met haar man de Universidad de Sevilla. Haar echtgenoot, TUE-hoogleraar dr. Johan van der Sanden, was daar voor een Europese onderwijsconferentie. Fraaije besloot zich onder de studenten van de Facultad de Ciencias de la Education (Faculteit voor Onderwijs-wetenschappen) te begeven. De ontvangst was uiterst gastvrij, de interesse ongeveinsd en de verschillen met Nederland waren enorm.

Collectiever

De Universidad de Sevilla heeft twaalf maal zoveel studenten als de TUE. Circa 72.000 studenten schuiven hier dagelijks in de collegebanken. De computerfaciliteiten zijn echter uiterst beperkt. Overal op de campus hangen briefjes van mensen bij wie je je kunt inschrijven voor wat computertijd. Het bezit van een eigen emailadres is voor de meeste studenten een stille, maar niet te realiseren wensdroom. Laptops komen in het straatbeeld niet voor en velen hebben nog nooit over het Internet gesurfd.

Toch staat tegenover dit gebrek aan digitaal vermogen een zeer wezenlijk pluspunt, vindt Fraaije. ‘’De universitaire gemeenschap in Sevilla heeft een veel collectiever karakter dan bijvoorbeeld in Eindhoven het geval is. Tijdens de pauzes drommen groepjes studenten samen in de koffiekamers of in de fraai aangelegde parkjes tussen de gebouwen. Er wordt volop gecommuniceerd. Via affiches worden studenten opgeroepen om gezamenlijk vrijwilligerwerk te doen voor de armen, of om seminars bij te wonen over ontwikkelingshulp.’’

De meeste studenten in Spanje wonen nog bij hun ouders. Volgens Fraaije puur vanwege financiële redenen. ‘’Spaanse studenten krijgen geen basisbeurs of ov-jaarkaart, ongeacht de economische situatie van de ouders. Studenten zijn hierdoor bijna volledig afhankelijk van de financiële ondersteuning van hun ouders. Ook het vinden van een bijbaantje is gezien de hoge werkloosheid in Spanje een bijna onmogelijke opgave.’’

Het was de humanistisch raadsvrouwe ook opgevallen dat er op de universiteit van Sevilla geen officiële instellingen zijn waar studenten terecht kunnen met vragen over studiebegeleiding of voor psycho-sociale ondersteuning. ‘’Voor al die zaken zijn de studenten

aangewezen op hun docenten. Behalve docent zijn die vaak ook mentor in de meest letterlijke betekenis van het woord. Toch gaven sommige studenten aan wel eens behoefte te hebben aan een onafhankelijk iemand om problemen mee te bespreken. De verhouding docent-student staat de openheid soms in de weg.’’

Werkloosheid

Na het afstuderen is in Spanje een student niet zeker van een baan. Het werkloosheidspercentage is hoog: 18,8 procent in 1998 (Nederland 4,8 procent). Daarbij komt ook nog de tegenstelling Zuid- en Noord-Spanje. Het noor-den is welvarender en biedt betere uitzichten op werk. Toch blijven veel studenten uit Sevilla na hun afstuderen in het zuiden. Volgens Fraaije verkiezen ze warmte en gemeenschapszin boven materiële zekerheid. Fraaije: ‘’Een student vertelde me dat de echte levenskunstenaars in het zuiden van Spanje te vinden zijn.’’/. /.














Website