/Voorpagina /Nieuws /Mensen /Achtergrond /Academie /Onderzoek /Opinie /Reportage /Bestuur /Cultuur /Studentenleven /Ruis /Harmpje /Colofon

/Vacatures /Mensa /Oude cursors /pdf formaat /Faculteits Berichten /Zoeken /TUE

jaargang 42, 13 januari 2000 Nieuws

Opening Skybar Het was dringen geblazen vorige week donderdag bij de feestelijke opening van de ‘Skybar underground’. De bouwkundestudenten, -medewerkers en docenten waren massaal toegestroomd. Misschien was de grote drukte niet geheel toevallig; er werden vijf gratis fusten bier getapt. Naar verwachting krijgt de vereniging over vier jaar weer een nieuw onderkomen op de bovenste etage van het in aanbouw zijnde Bouwkunde-gebouw. Dat is een van de redenen dat de vereniging de naam Skybar heeft behouden. Foto Bram Saeys

Nieuw laboratorium Werktuigbouw sluit periode van verbouwen af Met de officiële opening van het laboratorium van Precision Engineering en Aandrijf- en Tribotechniek in W-laag sluit de faculteit Werktuigbouwkunde (W) morgen een jarenlange periode van verbouwen en verhuizen af. Zat de faculteit Werktuigbouwkunde voorheen op drie verschillende plaatsen op de campus, met de afronding van het project ‘Herhuisvesting Faculteit Werktuigbouwkunde’ komt daaraan officieel een einde. In 1982 zat Werktuigbouw in de W-hal, in het gebouw voor Warmte en Stroming (W en S) en in W-hoog en W-laag. “In 1982 zijn we geleidelijk aan begonnen om het aantal locaties terug te brengen”, zegt decaan prof. dr. ir. Jeu Schouten over de verhuizing. “Nu zitten we alleen nog in W-hoog en W-laag. Een hele verbetering. Je bent veel beter bereikbaar binnen de faculteit.” Binnen W en S waren in 1982 de eerste verschuivingen te zien. In dit gebouw bevond zich het laboratorium voor energie- en procestechnologie. In de W-hal zat de groep Precision Engineering. Die is geleidelijk aan naar W-laag verhuisd. Hier zit inmiddels ook de groep energie en procestechnologie. Vrijdag 14 januari om 16.00 uur worden de nieuwe laboratoria geopend. Hierin zijn nu meerdere groepen gehuisvest; tribo- en aandrijftechniek met precision engineering. “Je zet niet zomaar twee labs bij elkaar. Zoiets moet groeien, maar het is zeker goed voor de faculteit. Hierdoor zie je steeds meer samenwerking ontstaan tussen de verschillende groepen. En kun je over en weer gebruik maken van elkaars specialisme.” De schaalverkleining van proefopstellingen, een tendens van de laatste jaren binnen Werktuigbouwkunde, heeft de concentratie van de faculteit in één gebouw mede mogelijk gemaakt. “De proefopstellingen die in W en S stonden, waren echt heel groot. Om metingen te doen aan de metershoge installaties waren ploegen nodig. Tegenwoordig zijn de opstellingen niet meer 1 op 1, maar op schaal. Dit is niet alleen gunstig qua ruimte, maar ook fundamenteel gezien is het goed”, vindt Schouten. “Als je een verkleind model kunt maken, betekent dat dat je het proces snapt.” Grote veranderingen staan niet meer op stapel binnen de faculteit. “Natuurlijk hou je altijd kleine wensen. Zo moet Biomedische Techniek een eigen ingang krijgen. En hij zou perfect zijn als de vakgroepen dichtbij de laboratoria kunnen zitten. Op die manier wordt een Eindhovense W-ingenieur opgeleid die net zo goed is in de toepassing als in de theorie.”/.

Subsidie voor onderzoek naar bewegingsapparaat Voor fundamenteel en toegepast onderzoek naar afwijkingen en ziekten van het bewegingsapparaat, vooral wat betreft de biomechanische aspecten, geeft het Anna Fonds subsidie. Per project wordt maximaal 25.000 gulden subsidie verleend. Ook vergoeding van materiële kosten of methodologische ondersteuning en data-analyse is mogelijk. Een commissie van deskundigen beoordeelt de aanvragen, die uiterlijk op 1 april 2000 moeten zijn ingediend. Aanvraag- formulieren zijn te verkrijgen bij: Stichting Anna Fonds, Johan de Wittstraat 34, 2334 AR LEIDEN.

Stijging aantal inschrijvingen Voor het tweede achtereenvolgende jaar kent de TUE een grote stijging van het aantal inschrijvingen, zo blijkt uit de voorlopige aanmeldingscijfers van studenten voor het studiejaar 2000/2001. Grootste stijgers zijn Technische Bedrijfskunde en Bouwkunde. Beide studierichtingen laten een toename zien van ruim 40 procent. Voor de studie Elektrotechniek is de toename 20 procent, terwijl Technische Natuurkunde het aantal studenten juist ziet dalen met 20 procent. Volgens Peter van Dam, hoofd in- en externe betrekkingen, zijn er drie oorzaken aan te wijzen voor de grote toestroom van studenten. “Allereerst gaat het heel goed met de hele regio Eindhoven. Er is volop werkgelegenheid op het gebied van technologie en op dat terrein heeft Eindhoven een goede naam opgebouwd in de loop der jaren. Daar plukken wij natuurlijk ook de vruchten van.” Daarnaast plukt de universiteit volgens Van Dam de laatste jaren ook de vruchten van de vernieuwde onderwijsvoering. “Het notebook-project, het stimulerendere onderwijs en de concretere opdrachten voor studenten, gekoppeld aan het werken in groepjes hebben er duidelijk toe geleid dat het onderwijs er interessanter en beter op is geworden.” Van Dam geeft als derde oorzaak goede communicatie over de opleidingen. “Toekomstige studenten moeten weten wat er van hen verwacht wordt. De manier waarop de verschillende faculteiten dat naar buiten toe vertalen wordt steeds beter. Daarbij hebben de verschillende meeloop-projecten voor middelbare scholieren ook een grote rol gespeeld.” Toch plaatst Van Dam enige kanttekeningen. “Wij moeten ons als universiteit steeds blijven vernieuwen, dat betekent de studenten nieuwe opleidingen bieden. Want hoewel we nu even voor-lopen op de concurrentie, zitten de andere universiteiten met technische opleidingen natuurlijk niet stil. Vandaar dat we binnenkort starten met de studierichting Industrieel Ontwerpen.” Verder onderstreept hij het belang van een gedegen middelbare schoolopleiding voor toekomstige studenten./.

Visitatiecommissie naar Werktuigbouw De faculteit Werktuigbouwkunde krijgt woensdag 19 januari bezoek van de visitatiecommissie. Deze commissie let op de onderwijsaspecten binnen de faculteit. Een maand later komt een internationale commissie op bezoek voor de onder-zoekstak. Werktuigbouwkunde heeft voorafgaand aan de gecombineerde visitatie een zelfonderzoek uitgevoerd. Hieruit kwam onder meer naar voren dat op onderwijsgebied het curriculum helder en samenhangend is. Ook denkt men dat er een goede balans is tussen theorie en praktijk. Mindere punten zijn onder meer het tekort aan vrouwelijke studenten. “Uit de verschillende onderzoeken komen we goed naar voren. We hebben onderzoek en onderwijs compleet nieuw ingericht. Er is een nieuw laboratorium, het curriculum is veranderd en er zijn mensen bij gekomen. Maar het aardigste is dat er een nieuwe mentaliteit heerst op de faculteit. Als een groep proberen we er wat van te maken. Dat werpt z’n vruchten af, namelijk de Eindhovense W-ingenieur” zegt decaan prof. dr. ir. Jeu Schouten. Deze kenmerkt zich volgens Schouten door een ‘gedegen fundamentele kennis en werktuigbouwkundige toepassingen’. “De concrete, realiserende techniek is bij het vak werktuigbouwkunde en dus bij de faculteit Werktuigbouwkunde geen ondersteunende activiteit, maar een hoofdbestanddeel van het primaire proces”, aldus de decaan. Door een gelijkwaardige verdeling tussen theorie en toepassingen, wil de TUE faculteit voorkomen dat ze ‘papieren’ of ‘beeldscherm’ ingenieurs aflevert. Een belangrijk punt in het curriculum van Werktuigbouwkunde is internationalisering. “Bij elke ingenieur die we afleveren, willen we iets internationaals in zijn cv hebben.”/.

Congres ‘Supply Change Management’ De Stichting Bedrijfskunde Congres Industria houdt op 22 februari het 19de IndustriaCongres met de titel ‘Supply Change Management, turning a view into a succesful chain implementation’. Deze stichting is een onderdeel van Industria, de studievereniging van Technische Bedrijfskunde. Dagvoorzitter is prof.dr. A. de Kok, hoogleraar aan de TUE en directeur van het European Forum om Global Supply Chain Management. Het congres vindt plaats in congrescentrum Koningshof in Veldhoven. Voor meer info: tst. 2935 of SBCI@tm.tue.nl Probleem-stelling vaak onvoldoende De kwaliteit van probleemstellingen in proefschriften laat vaak te wensen over. Dit blijkt uit een promotieonderzoek van drs. Heinze Oost, werkzaam aan de Universiteit Utrecht. Volgens Oost is de probleemstelling vaak niet goed te vinden in de tekst. Ook is er te weinig aandacht voor de verantwoording. Daarnaast is vaak onduidelijk welke vraag of hypothese precies wordt onderzocht en zijn de algemene richtlijnen van de probleemstelling niet goed herkenbaar. Oost onderzocht circa 350 Utrechtse proefschriften. Filosofische lunchbijeenkomsten Het Humanistisch Studentenraadswerk (HSR) houdt in februari vier filosofische lunchbijeenkomsten aan de hand van het boek ‘Het Goede Leven’ van de Spaanse filosoof Fernando Savater. De bijeenkomsten zijn op 3, 10, 17 en 24 februari van 12.30 uur tot 13.30 uur. Voor thee en broodjes wordt gezorgd. Savater schreef dit boek voor zijn zoon. In briefvorm behandelt hij ethische vragen, die zich ook uitstekend lenen om met studenten over ethische kwesties in gesprek te gaan. De begeleiding is in handen van de filosoof dr. Charles Vergeer. Opgeven vóór 31 januari, Traverse 0.10, tstl. 4694 of via email W.J.T.H. Fraaije@tue.nl

‘Onderhandelen is als sumoworstelen’ Onderhandelen is volgens ir. Yang Sie een spel, een spel waarbij je moet proberen je tegenstander uit balans te brengen. “Net zoals dat gebeurt bij bijvoorbeeld sumo-worstelen of judo”. Sie richt zijn woorden tot de deelnemers aan het vak internationaal onderhandelen van de capaciteitsgroep Organisatiekunde. Vorige week speelden studenten een rollenspel. De casus is een fictief Nederlands bedrijf dat een machine heeft geleverd aan een Aziatisch kledingbedrijf. De geleverde machine is echter voor het verstrijken van de garantietermijn kapot gegaan. En aangezien de Nederlanders nog meer machines willen slijten aan de Aziaten moeten beide partijen tot een vergelijk zien te komen. Sie, voormalig adjunct-directeur bij DSM, is de ‘coach’ van het Aziatische onderhandelingsteam, de vier Nederlandse onderhandelaars worden bijgestaan door ir. Rene van Gerwen, werkzaam bij PPK. Voor Van Gerwen en Sie waren dergelijke onderhandelingen tijdens hun vorige baan aan de orde van de dag. Beiden waren regelmatig betrokken bij onderhandelingen voor grote bedrijven en deden veel zaken met Aziatische partners. Sie: “Voor Aziaten is vertrouwen heel belangrijk. Ze moeten vertrouwen hebben in hun zakenpartners, anders worden er geen zaken gedaan.” Prof. Jan Ulijn, docent organisatiekunde en leerstoelhouder van de Jean Monnet-stichting voor Europese integratie en technisch management, is de initiator van het vak. Hij doceert het eveneens in Denemarken, België, Duitsland en China. “De wereld wordt steeds kleiner. De kans dat je in je beroep te maken krijgt met vreemde culturen wordt dus steeds groter. Het is dan belangrijk dat je je kunt verplaatsen in de cultuur van je zakenpartner.” Ulijn benadrukt daarom dat het project niet alleen geschikt is voor de bedrijfskundestudenten die het nu vaak volgen. Ook andere studenten aan de TUE kunnen volgens hem profiteren van een lesje onderhandelen. “Je ziet dat steeds meer technische studenten voor het bedrijfsleven kiezen. Daar is het belangrijk dat je kunt communiceren met je zakenpartners. Het is dan natuurlijk onontbeerlijk dat je op de hoogte bent van de verschillende culturen.”/.

Euflex BV: drempelvrees bij TUE-medewerkers TUE-medewerkers moeten wel tevreden zijn met hun werk, want er is weinig tot geen animo voor detachering buiten de universiteit. Dat is een van de conclusies die Euflex BV, het detacheringsbureau binnen de TUE-holding, na zijn eerste bestaansjaar kan trekken. Hoe kijkt Piet van den Bosch, directeur van Euflex, terug op dit eerste jaar. Bij negentig procent van het tijdelijk werk binnen de TUE zou Euflex rond deze tijd een rol van betekenis spelen, voorspelde Van den Bosch vorig jaar januari in Cursor. Dat streven is te ambitieus gebleken. Op dit moment loopt zestig procent van het tijdelijke werk via Euflex. Nog een tekort van dertig procent, maar volgens Van den Bosch al een mooi resultaat. Het veroveren van deze markt kost toch meer tijd dan aanvankelijk gedacht was. Daarnaast worden er nog te veel uitzendcontracten afgesloten. Dat uitzendwerk verloopt via uitzendbureau Start. Volgens Van den Bosch zou het een optie kunnen zijn om voor dat werk ook nog een apart uitzendbureau binnen de TUE-holding te beginnen. Zo’n tachtig mensen worden momenteel via Euflex gedetacheerd binnen de TUE. Qua kosten zijn de faculteiten en diensten volgens Van den Bosch zo’n vijfentwintig procent goedkoper uit dan in het verleden. ‘’Onze marges zijn minder hoog dan bij de reguliere bureaus. We zijn niet uit op zoveel mogelijk winst.” Er was ook het streven om mensen extern te detacheren, maar daar heeft zich tot nu toe slechts één persoon voor gemeld. Van den Bosch: “Vaak hoor je mensen binnen de TUE klagen over hun werk of werkomstandigheden, maar ze lopen totaal niet warm voor het begeleid zoeken naar een baan buiten de universiteit. Zelfs niet als ze de garantie krijgen dat ze terug kunnen komen. Op dit punt bestaat veel drempelvrees.” Ook de afgestudeerden van de TUE blijven buiten het bereik van Euflex als het gaat om het vinden van een baan. “We krijgen vanwege privacy-overwegingen niet de beschikking over de NAW-gegevens (naam, adres en woonplaats -red.) van de afgestudeerden. Zodoende kunnen we hen niet rechtstreeks benaderen om ze te wijzen op onze kosteloze ondersteuning. We kunnen hun intrede in de arbeidsmarkt een stuk gemakkelijker en financieel aantrekkelijker maken. Het College van Bestuur moet echter beslissen of we de beschikking krijgen over de NAW-gegevens.” De promovendi weten Euflex beter te vinden voor hun loopbaanbegeleiding. Afgelopen jaar hebben dertig promovendi loopbaanbegeleiding gekregen. Euflex en het Loopbaan Advies Centrum (LAC) van het Studenten Service Centrum (STU) willen op dit terrein gaan samenwerken./.

Debatten bij Cheops Jacques de Brouwer van Deroux de Brouwer Architecten, Diederik Dam van Cees Dam & partners architecten en Eric Poell van IBC Vastgoed zijn de sprekers in het CheopsQafé. Het onderwerp is ‘= Sky Limit’, ofwel de hoogbouw in Eindhoven. Het CheopsQafé is op maandagavond 19 januari. Met het CheopsQafé herstelt Cheops, de studievereniging van de faculteit Bouwkunde een traditie. Een aantal jaren organiseerde de Stichting Qafé deze debatten, maar anderhalf jaar geleden verstomde deze discussie. Het onderwerp van het eerste CheopsQafé is ‘=Sky Limit?’ en gaat over hoogbouw. Nederland heeft een traditie op het gebied van hoogbouw. Eindhoven kent de laatste jaren twee pretentieuze nieuwbouwprojecten. De eerste is woontoren de Regent, die momenteel het hoogste gebouw van Eindhoven is. Het tweede project betreft de Admirant, een renovatie van de oude Philipsfabriek aan de Emmastraat, waar Eric Poell ook bij betrokken is. De Admirant moet nog hoger worden dan de Regent. Geldt hierbij : ‘Hoe hoger hoe beter?’ of wordt de skyline juist verkracht? En in hoeverre moet met de historische en stedelijke context rekening worden gehouden? Het CheopsQafé vindt plaats op maandag 19 januari in Plaza Futura en begint om 20.00 uur./.

Cursus beter leermateriaal maken Door beter schriftelijk studiemateriaal in te zetten kan het zelfstudiegedrag van studenten positief worden beïnvloed. Dat is de kern van een workshop ‘Verbeteren van schriftelijk studiemateriaal’ die het Onderwijskundig Service Centrum op maandagmiddag 31 januari verzorgt. Tijdens de workshop krijgen de deelnemers een methode tot hun beschikking voor het toetsen van bestaand schriftelijk studiemateriaal aan onderwijskundige criteria. Daarnaast wordt ingegaan op verschillende soorten studieopdrachten en de juiste formulering daarvan. Ook wordt kort aandacht besteed aan de rol die moderne informatietechnologie zou kunnen spelen. Nadere informatie geeft Harry van de Wouw (tst. 3126). Aanmelding kan per toestel 5060, per email (w.p.v.d.einde@tue.nl) of via Internet (www.osc.tue.nl). De uiterste aanmelddatum is 17 januari. ‘Didactisch gebruik van Internet’ Het OSC verzorgt op 7, 14 en 21 februari de workshop ‘Didactisch Gebruik van Internet’. In deze workshop krijgen docenten inzicht in de mogelijkheden die Internet biedt om hun onderwijs effectiever, efficiënter en aantrekkelijker te maken. Aandachtspunten tijdens de workshop zijn: Welke didactische principes spelen een rol bij het gebruik van Internet in het onderwijs? Waar gebruik ik Internet voor in mijn onderwijs? Hoe integreer ik de functie van Internet met die van andere werkvormen? Meer informatie over de workshop geeft Toine Andernach (tst. 3478). Aanmelding kan per tst. (tst. 5060), per email (w.p.v.d.einde@tue.nl) of via Internet (www.osc.tue.nl). De uiterste aanmelddatum is 17 januari.