/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 2 nummer 6

jaargang 42, 9 maart 2000


Bestuur

Untitled Document “Als dit definitief is, heeft doorgaan met OGO weinig zin”

Ontwerpgericht Onderwijs-professor dr. Wynand Wijnen over Added Value Analysis

AVA en OGO/Brigit Span

De doelpalen worden verzet, terwijl je nog bezig bent met de wedstrijd. Zo omschrijft professor dr. Wynand Wijnen de situatie rond AVA en OGO. Vanwege de personele bezuinigingen van AVA loopt het invoeren van Ontwerpgericht Onderwijs binnen de TUE volgens hem op zijn minst flinke

vertraging op.


Professor dr. Wynand Wijnen, speciaal voor het implementeren van OGO naar de TUE gehaald. Foto: Bram Saeys

Een kleine twee jaar geleden werd professor Wynand Wijnen trots binnengehaald op de TUE. De taak van de hoogleraar Ontwikkeling en Onderzoek van Hoger Onderwijs is het invoeren van Ontwerpgericht Onderwijs binnen de Eindhovense universiteit, een speerpunt van het College van Bestuur. De manier van onderwijs geven moet veranderen en dat moet via OGO gebeuren. In de diverse publicaties over dit systeem staat onder meer te lezen dat de ‘primaire doelstelling van OGO is de kwaliteit van onderwijs van de TUE te verbeteren’ en dat ‘OGO het Eindhovens onderwijsmodel moet worden voor het opleiden van ingenieurs van de toekomst’, zo schreef rector magnificus Martin Rem hierover.

De komende jaren moet OGO worden geïmplementeerd in het Eindhovense onderwijs. Professor Wijnen vreest nu, met de dreigende opheffing van het Onderwijs Service Centrum (OSC) zoals voorgesteld in AVA (Added Value Analysis), dat OGO in gevaar komt. “Er zijn vast motieven geweest voor het opstellen van dat rapport, maar de signalen die wij hebben gekregen, hebben mij er niet van niet overtuigd dat de opstellers van het rapport iets van onderwijs weten. Ze zeggen meer aandacht te willen voor het primaire proces binnen de TUE. Dan hebben ze wat mij betreft de verkeerde kant op gekeken. Als je tijdens de rit bedenkt dat het anders moet, is dat je goed recht, maar een nieuw ingezet traject binnen een jaar wijzigen, is op z’n minst teleurstellend te noemen.”

Overbodig

Eind 2000 stopt Wijnen met zijn werk aan de TUE. “De opgave was mezelf zo snel mogelijk overbodig maken. De mensen die bij het OSC werken, zouden mijn taken langzaam maar zeker overnemen.” Nu blijven er in het bezuinigingsvoorstel van bureau Berenschot drie mensen over van deze afdeling, die zich bezig moeten gaan houden met cursussen aan het onderwijzend personeel van de TUE.

Geluiden gaan dat Wijnen heeft gezegd zijn functie neer te leggen als de AVA-operatie zo wordt doorgevoerd. Wijnen: “De nieuwe condities zijn niet realistisch. Ik vind dat ik hierover een gesprek moet aangaan met degene die me hier naar toe heeft gehaald. De doelpalen zijn verzet terwijl je bezig bent met een wedstrijd. Wij zijn nog volop bezig met het implementeren van OGO. Dat is in nauw overleg met opleidingsdirecteuren en decanen van de verschillende faculteiten opgezet.”

Wijnen gaat er vooralsnog vanuit dat het rapport van Berenschot zoals het er nu ligt een voorstel is en dat het nog niet definitief is. “Als dat wel het geval is, heeft het niet zoveel zin door te gaan met OGO”, vindt hij. “Zonder de brugfunctie die het OSC vervult tussen centraal en decentraal gaat het niet. Ik heb nog nergens zien gebeuren dat het implementeren van een grotere onderwijsvernieuwing gaat zonder een brugfunctie tussen centraal en decentraal, zoals bijvoorbeeld door een OSC. Ik geloof er niet zo in dat dat kan. Die functie kan niet worden vervuld door slechts één persoon. Er moet een groep mensen staan die tegen elkaar aan kunnen praten over OGO. Dat komt nu op gang, ook in de faculteiten. Opheffen van het OSC zal er op z’n minst toe leiden dat dit proces flink stagneert. De verankering waar het destijds over ging, die noodzakelijk werd geacht om OGO te laten slagen, wordt nu totaal losgeslagen met het AVA-rapport.”

‘Dit is het’

Bij de komst van Wijnen zijn elf OGO-projecten gestart op de verschillende faculteiten. “De meeste opleidingsdirecteuren zijn tevreden, al gaat het volgens sommigen niet snel genoeg. Maar we hebben het hier over een fundamentele verandering. Die voer je niet in vijf jaar door. Bovendien hebben opleidingsdirecteuren de zware taak hun medewerkers mee te krijgen voor dit onderwijssysteem.”

Wijnen heeft jaren aan de Maastrichtse universiteit gewerkt waar hij het Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) invoerde. “Daar duurde het tien tot vijftien jaar voordat we zeiden ‘dit is het’. Aan de TUE zijn al veel tradities, die je niet zo gemakkelijk kunt veranderen. Dat is een fikse opgave, waarvan ik me afvraag of die zonder onderwijskundige ondersteuning wel uitvoerbaar is. De opleidingsdirecteuren hebben wel al aangegeven dat ze onderwijskundige ondersteuning nodig hebben en dat ze samen overleggen hoe het volgens hen verder moet. Het is niet zo dat we de knop omdraaien en we hebben OGO. Zo werkt het nergens. De manier van denken van zowel docenten als studenten moet worden veranderd.”

Wijnen stelt vragen bij de opzet en werkwijze van Berenschot, die het AVA-onderzoek heeft gedaan in opdracht van de TUE. “Ze hebben mensen van de faculteiten, onze afnemers, geïnterviewd over onze diensten, maar er staat nergens bij wie wat heeft gezegd. Het wordt wat mistig als er vanalles in het rapport staat en je hebt geen flauw idee in welke richting je moet kijken. Je weet niet wie wat vindt, dat weten de faculteiten ook niet van elkaar.”

Hoe het uiteindelijk gaat lopen met het OSC, weet Wijnen niet. “Het gaat nog steeds om een voorstel van Berenschot, dat het College overigens wel in hoofdlijnen wil volgen. Maar er is nog niets definitief. Het is moeilijk te zeggen wat er gaat gebeuren met OGO als opeens alle spelregels worden gewijzigd. Ik ben nu niet erg optimistisch. Als de voorstellen doorgaan zoals ze er nu liggen, wordt het onderwijsbeleid van de TUE voortaan bepaald door incidenten.”/.














Website