/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 2 nummer 8

jaargang 42, 23 maart 2000


Bestuur

Untitled Document Over de zin en onzin van octrooieren

Hoe wordt er binnen de TUE gedacht over het octrooieren van kennis? Begin april praten Eindhovense onderzoekers erover op een studiedag in Rijswijk.

‘Octrooieren? De TUE moet niks octrooieren. Dat maakt de kennis minder toegankelijk. Laat de onderzoekers hun werk doen en alles meteen publiceren. Wij pikken de bruikbare dingen eruit en zorgen wel dat de kennis wordt toegepast.’ Aldus sommige geluiden uit het bedrijfsleven.

Andere ondernemers denken er weer anders over en komen graag tot zaken met de TUE als de universiteit een interessant octrooi in handen heeft. Soms gaat het om starters die als spin off van de universiteit ontstaan. Octrooien leiden zo heel gericht tot nieuwe bedrijvigheid en leveren de TUE geld op. Maar octrooien kunnen omgekeerd soms ook een duur blok aan het been zijn, als ze niet goed te exploiteren blijken.

Hoe wordt binnen de TUE over octrooien gedacht? Dat moet duidelijk worden op dinsdag 4 april. Dan reist een gezelschap van zo’n veertig onderzoekers van de acht TUE-faculteiten naar Rijswijk. Aan de decanen van de faculteiten de keus wie er mee gaat. In Rijswijk zit de Octrooiraad en het Bureau Industriële Eigendom. Gerard Verschuren van de stafafdeling Onderzoek en Ad Bossers van de stafafdeling Personeel & Organisatie hebben op het verzoek van het College van Bestuur een programma van een dag samengesteld. Collegevoorzitter Henk de Wilt en directeur R. Berger van het Bureau Industriële Eigendom vertellen hoe zij over octrooieren denken. Verder doet prof.dr. C. van Blitterswijk de successtory van zijn bedrijf Isotis BV in Bilthoven uit de doeken. Hij begon Isotis een paar jaar geleden met een octrooi op het terrein van biomaterialen. Omdat TUE’ers tijdens hun literatuurstudie weinig gebruik lijken te maken van octrooiliteratuur, vertelt D. van Harte hoe het geautomatiseerde octrooiliteratuurzoeksysteem van het Rijswijkse bureau werkt.

Discussie

Verschuren en Bossers zijn vooral ook benieuwd naar de discussie tijdens de studiedag. Er wordt aan alle kanten geroepen dat universiteiten veel te weinig doen aan de bescherming en eventuele exploitatie van kennis. Het onderwerp moet meer op de agenda komen. “De vraag is wat je als TUE met octrooien kan en wil. Het is de vraag of je als universiteit alle kennis die je kàn octrooieren ook daadwerkelijk moet octrooieren”, aldus Verschuren. “De Nederlandse universiteiten gaan er in ieder geval zeer verschillend mee om. Sommige universiteiten richten BV ’s op om de octrooien exploiteren, maar de TUE is daar op dit moment terughoudender in.” Wie iets interessants vindt in het kader van contractresearch, heeft meestal in dat contract goede afspraken gemaakt hoe ermee om te gaan. Na wat onderhandelen krijgt het bedrijf vaak het octrooi en ontvangt de TUE een extra vergoeding. Is het een octrooi op eigen TUE-onderzoek, dan probeert de universiteit snel een geïnteresseerde derde te vinden. Bossers: “Lukt dat niet, dan moeten we het octrooi misschien laten lopen. Dan hebben we wellicht wat geld uitgegeven, maar verder nog geen enorm hoge kosten gemaakt.”

Verschuren haalt het voorbeeld van de TU Delft aan. Delft is in het verleden wat minder kritisch geweest met het aanvragen van octrooien en zit met een grote octrooiportefeuille, die jaarlijks handen vol geld kost. “Delft laat nu al die octrooien onder de loep nemen om te bepalen welke ze in stand wil houden en voor welke ze een partner wil zoeken. Dan wordt ook duidelijk welke beter niet meer verlengd kunnen worden.”

Twintig per jaar

De TUE heeft overigens wel een soort norm. Ze gaat uit van zo’n twintig octrooi-aanvragen per jaar. Al zegt zo’n getal ook niet alles. Bossers: “Wetenschappers willen het nogal eens meetellen als ze een octrooi aanvragen, als het verleend wordt, en als het verlengd wordt. Er liggen geen goede definities aan die telling ten grondslag. Als je na een aanvraag in Nederland wellicht ook aanvragen in andere landen doet, telt dat dan steeds opnieuw apart mee?’

De studiedag in Rijswijk ligt in het verlengde van de TUE-cursus ‘How to sell technology’ die intussen drie keer gegeven is en in totaal zo’n zestig deelnemers trok. Het Utrechtse bedrijf Licentec verzorgt de cursus, die wetenschappers laat kijken naar de commerciële waarde van hun onderzoek “Als er animo is, blijven we de cursus geven. Mensen die zich nu bij ons melden, hebben inspraak in de volgende cursusdata.”/.














Website