/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/English page
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/Faculteits Berichten
/Zoeken
/TUE
/ Cursor nummer 3 nummer 2

jaargang 42, 20 april 2000


Opinie

Untitled Document Peter van Dam

Hoofd In- en Externe Betrekkingen

De media stonden er de laatste dagen bol van. Enkele tientallen hoogleraren gaven in een manifest onder de titel ‘Naar een universitair reveil’ uiting aan hun ongenoegen over het functioneren van de Nederlandse universiteiten in de tegenwoordige tijd. Wie zijn de 59 ondertekenaars van dit manifest? Een vergelijking van de lijst van ondertekenaars met het overzicht van alle Nederlandse hoogleraren in de almanak ‘Universiteiten en Onderzoeks-instellingen in Nederland 2000’ (een uitgave van Sdu Uitgevers in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Wetenschappelijke Informatie-diensten) laat de volgende resultaten zien.

Van de 59 ondertekenaars zijn er 13 in het geheel geen hoogleraar. Bovendien komen er nog eens 14 niet voor op het overzicht van alle Nederlandse hoogleraren in genoemde SDU-uitgave. Vermoedelijk gaat het hier goeddeels om gepensioneerde hoogleraren. Van de 59 ondertekenaars zijn er al met al volgens de SDU-uitgave slechts 32 als hoogleraar werkzaam. Van hen hebben er twee een aanstelling aan twee universiteiten. Daarom wordt hier uitgegaan van 34 hoogleraarsposten.

Deze 34 posten zijn als volgt verdeeld over de universiteiten:

EUR 14

KUN 5

VUA 2

UU 2

RUG 2

TUE 2

UVH* 2

TUD 1

UT 1

WUR 1

UL 1

UVA 1

UM 0

KUB 0

OU 0

*Universiteit voor Humanistiek (Red.)

De verdeling over wetenschapsgebieden is als volgt:

Filosofie/wijsbegeerte/ethiek 18

Sociale wetenschappen 5

Rechten 4

Bedrijfskunde 2

Theologie 1

Geschiedenis 1

Communicatiewetenschap 1

Kunst- en cultuurwetenschap 1

Psychologie 1

Zonder enige feitelijke onderbouwing poneert dit voor universitair Nederland dus bij lange na niet representatieve gezelschap in zijn manifest stevige stellingen als:

In brede kring leeft onvrede over de wijze waarop onze universiteiten tegenwoordig functioneren.

Veel wetenschappers voelen zich in hun werk bekneld door een keurslijf van regels en oekazes.

Studenten zijn ontevreden met het gestandaardiseerde en massale onderwijs, dat hun wordt geboden.

Ook buiten het universitaire milieu zijn er tal van signalen die duiden op een diffuus onbehagen over de gang van zaken op onze universiteiten.

Het academisch gehalte van het onderwijs kalft af door verschoolsing en massificatie.

De kwaliteit van veel onderzoeksopleidingen loopt, naar de indruk van menige insider, achteruit.

Positie en kwaliteit van onze universiteiten verschralen.

Anderen kunnen daar met evenveel recht van spreken uitspraken tegenover plaatsen als de volgende:

Universiteiten worden eindelijk weer bestuurd, dat wil zeggen ze maken in de mondiale concurrentieslag nu eindelijk echt de zo noodzakelijke strategische keuzes.

Veel wetenschappers juichen het toe dat internationaal vooraanstaand of veelbelovend onderzoek extra financiële ruimte krijgt ten koste van middelmatig of ronduit ondermaats onderzoekswerk.

Periodieke satisfactiepeilingen onder studenten en alumni maken duidelijk dat studenten en alumni over het algemeen tevreden zijn over hun universitaire opleiding.

Het politiek-maatschappelijk draagvlak voor extra investeringen in universitair onderwijs en onderzoek herstelt zich momenteel buitengewoon snel.

Binnen alle universiteiten zijn onderwijskundige innovatieprocessen gaande die gericht zijn op het zelfstandig en kritisch verwerven van kennis en op het oplossen van uitdagende vraagstukken of probleemstellingen in kleine, multidisciplinaire teams.

De concentratie van vooraanstaande onderzoekers in nationale onderzoekscholen heeft op een groot aantal wetenschapsgebieden geleid tot een aanzienlijke versterking van de opleiding van onderzoekers.

Internationaal gezien nemen de Nederlandse universiteiten kwalitatief een relatief sterke positie in.

Het is niet moeilijk voor deze stellingen minstens evenveel hooggeleerde handtekeningen te verzamelen als voor die in het door de media veelvuldig geciteerde manifest van verontruste wetenschappers. Enige relativering in de berichtgeving terzake lijkt dan ook op haar plaats. /.














Website