/Voorpagina
/Mensen
/Nieuws
/Opinie
/Cultuur
/Studentenleven
/Achtergrond
/English page
/Onderzoek
/Reportage
/Bestuur
/Ruis
/Harmpje
/Colofon
/Faculteits Berichten
/Vacatures
/Mensa
/Oude cursors
/pdf formaat
/TUE
/Zoeken:
/ Cursor nummer 3 nummer 4

jaargang 42, 11 mei 2000


Studentenleven

Untitled Document Joost de Hoogh gaat voor goud

Joost de Hoogh, derdejaars werktuigbouwkunde, doet het dit jaar even wat rustiger aan in de collegebanken. Zijn prioriteiten liggen in dit olympische jaar bij het zwemmen. De Hoogh kwalificeerde zich vorig jaar tijdens de Europese Kampioenschappen voor de Paralympics die van 18 tot 28 oktober in Sydney gehouden worden. Hij schat zijn medaillekansen hoog in. De zwemmer hoopt met minstens drie medailles thuis te komen. En tot die tijd is het buffelen. Trainen, trainen en nog eens trainen.

De Hoogh zwemt sinds zijn achtste. Eerst trok hij gewoon de verplichte schoolzwembaantjes zoals elke jongen op zijn leeftijd. Maar in de loop van de tijd ontwikkelde hij zich langzaaam maar zeker tot een snelheidsduiveltje in het water en ging hij bij een club zwemmen. Vanaf zijn veertiende maakt hij deel uit van de Nederlandse selectie. En sinds hij in Eindhoven studeert, zwemt hij bij PSV waar hij alle denkbare faciliteiten tot zijn beschikking heeft die hij nodig heeft om te presteren op topniveau. De Hoogh is Europees recordhouder op de 400 meter vrije slag. De Hoogh werd – op 16-jarige leeftijd - vierde op drie zwemnummers tijdens de Paralympics in Atlanta. “Als ik in het water lig”, lacht De Hoogh, “denk ik maar één ding: gáán.”

Sinds zijn geboorte heeft De Hoogh een verkorte rechteronderarm. In het water is daar weinig van te merken. Hij corrigeert het gebrek aan slagkracht in zijn rechterarm waarschijnlijk met zijn benen. Precies weet hij het zelf ook niet. “Als ik mezelf op video zie zwemmen, valt meteen op dat ik geen symmetrische slag heb. Wat er precies gebeurt, weet ik niet, het gaat vanzelf. Ik ben sinds mijn geboorte gehandicapt en zwem al vreselijk lang. Ik weet gewoon niet beter.”


Foto: Bram Saeys

Om zijn Olympische aspiraties waar te maken moet er hard gewerkt worden. Het niveau moet nog hoger, zijn techniek nog net iets fijner. En bij een aantal grote evenementen – binnenkort in Engeland - moet hij laten zien dat hij nog steeds in vorm is. In Engeland wil hij pieken. Hij is er klaar voor. “De puntjes moeten op de I gezet worden”, zegt De Hoogh. Daarvoor moet hij veel trainen. “Ongeveer 21 uur per week. Ik heb elke avond zwemtraining. Daarnaast doe ik ‘s morgens krachttraining. En ik train drie dagen per week van ‘s morgens 6.00 tot 7.30 uur. Op vrijdagavond ben ik kapot. Dan heb ik echt het weekend nodig om bij te tanken.” Tot diep in de nacht doorhalen in de kroeg zit er niet in wanneer je Olympische aspiraties hebt. “Dat trekt me ook niet zo, moet ik eerlijk zeggen. Ik vind het leuker om met een paar zwemvrienden een avond pannekoeken te gaan bakken. Als om tien uur iedereen opstapt omdat ze de volgende ochtend weer moeten trainen, heb ik een topavond gehad. Je weet van elkaar waar je mee bezig bent. En ze moeten allemaal ‘s morgens weer vroeg op om te trainen.” Studiegenoten hebben niet altijd door wat De Hoogh moet doen en laten voor zijn sport. “Mensen begrijpen het in de eerste instantie niet altijd wanneer je zegt dat je bijna niet kunt lopen van de spierpijn of de trap niet meer opkomt door de verzuring in je lijf.”

Hoewel De Hoogh het zwemmen dit jaar voor laat gaan, is hij van mening dat topsport goed te combineren is met een studie. “Ik heb wel het geluk dat ik dingen makkelijk in me op kan nemen”, zegt hij. “Ik leer makkelijk, volg zoveel mogelijk colleges en neem altijd deel aan OGO-groepen.”

De Nederlandse selectie vertrekt op 4 oktober naar Australië. Ongeveer twee weken voor aanvang van de spelen. Het zal een spannende tijd worden, weet De Hoogh. Van zijn eerdere Olympische ervaring weet hij ongeveer wat hij kan verwachten. “Voor het vertrek wordt iedereen steeds zenuwachtiger. Er hangt een goeie sfeer maar de spanning is dan om te snijden. Als je eenmaal uit het vliegtuig bent, ben je weer relaxter. Maar naarmate de opening nadert, stijgt de spanning weer.” Deelnemen aan de spelen, weet De Hoogh uit ervaring, is een fantastische belevenis. “Bij de opening zit er tienduizend man te klappen. Dan heb je echt het idee dat ze speciaal voor jou zijn gekomen.” Hij was erg onder de indruk in Atlanta. “Zoiets had ik nog nooit meegemaakt.”

Wat De Hoogh na de Olympische Spelen gaat doen, weet hij nog niet. “Dat wordt me vaak gevraagd. In principe wil ik nog vier jaar doorgaan. Ik zou willen proberen om mee te doen aan de Paralympische Spelen in Athene. Ik ga door zolang ik het nog leuk vind.”/.














Website Cursor